Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
2.) [verzoeker 2]
1.Het procesverloop
2.Feiten
ik herroep alle eerder gemaakte levenstestamenten en de (daarin) verleende algemene volmachten’. Verder heeft erflaatster in haar levenstestament een algemene volmacht verleend aan [verzoeker 1] en [verweerder] , die hun taken als algemeen gevolmachtigden alleen samen kunnen uitoefenen, maar zij kunnen elkaar wel (beperkte of algemene) ondervolmacht verlenen. [verzoeker 2] is als toezichthouder benoemd.
3.Het verzoek en de standpunten van partijen
1.) te gebieden om het bij de onderneming behorende onroerend goed als één geheel te verkopen conform de verkoopstrategie van [makelaar] (hierna: [makelaar] ) via [makelaar] (al dan niet in collegiale verkoop);
2.) te instrueren om de in het verzoekschrift genoemde administratie met betrekking tot de onderneming te verkrijgen met betrekking tot de periode 2010 t/m 2018 en deze met [verzoekers] te delen;
5.) te instrueren om een afschrift te verstrekken van de indiening van de vordering van [verweerder] op de onderneming;
13.) om binnen vier weken na de datum van de te nemen beschikking afschriften van de in het verzoekschrift genoemde stukken over te leggen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel;
14.) tot het afleggen aan – de kantonrechter begrijpt – [verzoekers] binnen vier weken na de datum van de te nemen beschikking van een deugdelijke rekening en verantwoording over de door haar als ondergevolmachtigde verrichte (rechts)handelingen over de periode 1 januari 2017 t/m 2 april 2022, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel;
15.) tot het afgeven van de kassabox en de muntenverzameling.
4.De beoordeling
Het geven van een aanwijzing op grond van art. 4:210 BW
- de grootboekadministratie van de onderneming over de periode van 2014 tot en met 2018;
- de loonadministratie van de onderneming over de periode van 2015 tot en met 2023;
- de facturen, bonnen, kassarollen en correspondentie met betrekking tot de onderneming over de periode van 2016 tot en met 2024;
- de opbouw van de vordering op de onderneming uit hoofde van vakantiedagen ten bedrage van € 16.406; een en ander op straffe van een dwangsom;
- een afschrift te verstrekken van de indiening van de vordering van [verweerder] op de onderneming.
- een bewijs van storting van het contante geld dat erflater dat [verzoeker 1] op 13 juli 2017 aan [verweerder] heeft meegegeven;
- privé bankafschriften over de periode van juli 2017 tot en met augustus 2017 in verband met het vermoeden dat [verweerder] het contante geld op haar privé rekening heeft gestort en vervolgens heeft overgemaakt als lening aan de onderneming;
- de postzegelverzameling te waarderen, in de boedelbeschrijving op te nemen en aangeven waar deze verzameling zich bevindt;
- de door [verweerder] meegenomen administratie uit de compressorkelder;
- jaarstukken en aangiften IB van erflater en [bedrijf 4] over de periode van 2014 tot en met 2017;
- afschriften van de leningsovereenkomsten uit 1981 tussen [verzoeker 2] en erflater;
- stukken waaruit de wijze van verwerking van de betalingen van 25 augustus en 6 september 2017 van elk € 10.000,00 in de administratie van de onderneming blijkt, een en ander op straffe van een dwangsom.
feedie de onderneming van Total ontvangt in rekening zou brengen. [verzoekers] stellen dat Dunselman € 119.577 van [verweerder] en belanghebbende moet terugvorderen aan ten onrechte genoten salaris. Verder vinden zij dat [verweerder] niet in voldoende mate de belangen van de onderneming kan vooropstellen in onderhandelingen met TotalEnergies omdat zij ook werknemer is van Total in andere (concurrerende) tankstations.
feevan Total. Daarbij dient deze kwestie in het kader van de verdeling aan de orde te worden gesteld en niet in het kader van de vereffening. Dunselman is ook van mening dat beëindiging van de arbeidsovereenkomsten niet redelijk en billijk is omdat sprake is van een langdurige arbeidsovereenkomst en de werkzaamheden worden goed uitgevoerd, getuige de rapporten van Total. Bovendien moet voor de uitvoering van de werkzaamheden een vervanger worden gezocht, zal de kantonrechter een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomsten niet toewijzen als deze wordt gemotiveerd door een beoogde overgang van onderneming door verkoop en hebben [verzoekers] een te betalen vergoeding aan de werknemer niet in de afweging betrokken.