ECLI:NL:RBNHO:2024:798

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
C/15/341043 FT RK 23/427
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) wegens niet te goeder trouw ontstaan schulden en risico's van handelen op de beurs

In deze zaak heeft de schuldenaar verzocht om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) ter afwending van een faillissement. De rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, heeft op 23 januari 2024 geoordeeld dat de schuldenaar niet voldoet aan de wettelijke eisen voor toelating tot de wsnp. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schulden van de schuldenaar niet te goeder trouw zijn ontstaan. De schuldenaar heeft jarenlang op de beurs gehandeld in opdracht van verschillende opdrachtgevers, maar heeft zonder toestemming van deze opdrachtgevers, met uitzondering van één, besloten om over te gaan op het handelen in cryptovaluta. Dit heeft geleid tot aanzienlijke verliezen, die de schuldenaar niet tijdig heeft gemeld aan zijn opdrachtgevers. De rechtbank oordeelt dat het handelen van de schuldenaar op de beurs, zonder medeweten van zijn schuldhulpverlener, een risico vormt en niet past binnen de principes van de wsnp, waar alle schuldeisers gelijkwaardig behandeld moeten worden. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een wending ten goede, aangezien de schuldenaar nog steeds actief handelt op de beurs en een aparte regeling heeft getroffen met zijn zwager om zijn schuld aan hem af te lossen. Dit alles leidt tot de beslissing om de schuldenaar niet toe te laten tot de wsnp, waardoor schuldeisers de mogelijkheid behouden om betaling te eisen.

Uitspraak

VONNIS WEIGERING TOELATING WSNP

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
zittingsplaats: Alkmaar
afdeling: Handel, Kanton en Insolventie
zaaknummer: C/15/341043 FT RK 23/427
naam rechter: mr. J. van der Kluit
uitspraakdatum: 23 januari 2024
in de zaak van: [schuldenaar] (hierna: schuldenaar)
geboren op: [geboortedatum] te [plaats 1]
wonende te: [plaats 2]
schuldhulpverlener: Kredietbank Nederland

1.Samenvatting

Schuldenaar heeft toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) verzocht ter afwending van een faillissement. De rechtbank moet beoordelen of schuldenaar voldoet aan de wettelijke eisen die daarvoor gelden.

2.Beslissing van de rechtbank

De rechtbank laat schuldenaar niet toe tot de wsnp.

3.Gevolgen voor schuldenaar

  • De wsnp wordt niet op schuldenaar van toepassing verklaard.
  • Schuldeisers kunnen schuldenaar nog steeds tot betaling dwingen.

4.Redenen voor deze beslissing

 Schuldenaar kan alleen worden toegelaten tot de wsnp als voldoende aannemelijk is dat de schulden “te goeder trouw” zijn ontstaan. Dat wil zeggen dat schuldenaar niet kan worden verweten dat hij schulden heeft gekregen of dat hij deze niet heeft betaald. Dit geldt alleen voor schulden die in de afgelopen drie jaar zijn ontstaan. De rechtbank is van oordeel dat de schulden niet te goeder trouw zijn ontstaan en overweegt daartoe het volgende. Schuldenaar heeft jarenlang op de beurs gehandeld in opdracht van diverse personen, waaronder schuldeisers [schuldeiser 1], [schuldeiser 2], [schuldeiser 3] en [schuldeiser 4] en [schuldeiser 5]. Dit ging goed totdat schuldenaar zelfstandig had besloten om met het geld van deze schuldeisers over te gaan op het handelen in crypto’s. Slechts één van deze schuldeisers, [schuldeiser 5], was daarvan op de hoogte gebracht door schuldenaar en heeft hiervoor aan schuldenaar toestemming gegeven. Met het handelen in crypto’s heeft schuldenaar veel geld verloren waardoor hij zijn schuldeisers niet meer kon betalen. Door zonder toestemming van zijn opdrachtgevers van aandelenhandel over te gaan tot het handelen in crypto’s en hen niet (tijdig) te informeren over de flinke verliezen die hij daarmee leed, kan niet gezegd worden dat het ontstaan van de schulden van schuldenaar aan deze opdrachtgevers als gevolg van die verliezen niet aan hem is toe te rekenen.
  • Schuldenaar kan met deze schulden toch toegelaten worden tot de wsnp als sprake is van een “wending ten goede”. Dat wil zeggen dat schuldenaar de omstandigheden die de oorzaak waren van het ontstaan of niet betalen van de schulden nu onder controle heeft. De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is. Ter zitting is namelijk gebleken dat schuldenaar nog steeds handelt op de beurs, met alle risico’s van dien, zonder dat zijn schuldhulpverlener daarvan op de hoogte was. Schuldenaar blijkt een aparte regeling te hebben getroffen met in ieder geval zijn zwager. Schuldenaar handelt op de beurs met het geld van zijn zwager om op deze manier zijn schuld aan de zwager te kunnen aflossen. Schuldenaar heeft deze schuld niet gemeld bij zijn schuldhulpverlener, volgens schuldenaar omdat het een familielid betreft en hij deze schuld ‘onder de pet wil houden’. Schuldenaar heeft ook gezegd deze regeling aan meerdere schuldeisers te hebben aangeboden. Niet zeker is dus of en met hoeveel schuldeisers hij een dergelijke regeling heeft getroffen. De rechtbank overweegt dat deze handelswijze niet past in de wsnp waar alle schuldeisers gelijk behandeld moeten worden. Bovendien vormt het handelen op de beurs een risico, ook al handelt hij niet met eigen geld. Schuldenaar zou aansprakelijk kunnen worden gesteld als het mis gaat. Dat schuldenaar, zoals hij heeft aangevoerd, niets heeft ondertekend en er zelf ook niets aan verdient, maakt dat niet anders.
  • Omdat schuldenaar met een of meer schuldeisers – die kennelijk wel hebben ingestemd met zijn voorstel om zijn schuld aan hen af te lossen door voor hen met hun geld (opnieuw) op de beurs te handelen – een aparte regeling heeft getroffen, schuldenaar nog steeds vindt dat dat de beste manier is om van zijn schulden af te komen en hij zijn schuldhulpverlener daarover niet heeft geïnformeerd, heeft de rechtbank bovendien er onvoldoende vertrouwen in dat schuldenaar zich aan de verplichtingen van de wsnp zal houden en aan een te benoemen bewindvoerder wel volledig openheid van zaken zal geven. Die omstandigheid is ook al op zichzelf een reden om het verzoek van schuldenaar om toegelaten te worden tot de wsnp, af te wijzen.

5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd

  • verzoekschrift van schuldenaar met bijlagen;
  • het proces-verbaal van de zitting van 16 januari 2024, waarbij [betrokkene 1] en [betrokkene 2] namens Kredietbank Nederland (schulphulpverlener) aanwezig waren. Schuldenaar is wegens omstandigheden telefonisch gehoord.

6.Mogelijkheden om dit vonnis aan te vechten

Deze uitspraak kan binnen acht dagen na de uitspraakdatum worden aangevochten bij het gerechtshof Amsterdam. Dit kan alleen met behulp van een advocaat.
De griffier De rechter