ECLI:NL:RBNHO:2024:793

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 januari 2024
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
C/15/22/95
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verkorting van de looptijd van de schuldsaneringsregeling van een vrouw in verband met het faillissement van haar echtgenoot

In deze zaak heeft een vrouw, die was toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (wsnp), verzocht om verkorting van de looptijd van haar schuldsaneringsregeling. Dit verzoek werd gedaan in het kader van het faillissement van haar echtgenoot, dat gelijktijdig was omgezet in de wsnp. De echtgenoten waren getrouwd in gemeenschap van goederen, waardoor hun gezamenlijke boedel onder het faillissement viel. De vrouw had zich echter niet gehouden aan haar sollicitatieplicht tijdens het faillissement van haar echtgenoot en had zich niet actief ingespannen om werk te vinden, wat een vereiste is binnen de wsnp. De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat, hoewel de echtelijke woning was verkocht ten behoeve van de schuldeisers, dit geen invloed had op de looptijd van de wsnp. De rechter-commissaris heeft het verzoek van de vrouw om de looptijd van haar schuldsaneringsregeling te verkorten afgewezen, omdat zij zich niet voldoende had ingespannen om bij te dragen aan de aflossing van de gezamenlijke schulden. De rechter-commissaris benadrukte dat de vrouw zich in de resterende looptijd van de schuldsaneringsregeling volledig moet inspannen om betaald werk te verkrijgen. De beschikking is gegeven op 19 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
insolventienummer: C/15/22/95
beschikking van 19 januari 2024
in de schuldsaneringsregeling van:
[schuldenares] ,
geboren op [geboortedatum] ,
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: schuldenares,
advocaat: mr. M. Helmstrijd

1.De procedure

1.1.
Op 23 november 2023 heeft mr. M. Helmstrijd namens schuldenares verzocht de looptijd van de schuldsaneringsregeling te verkorten tot 1 januari 2024 of een datum in goede justitie te bepalen. Gelijktijdig met dit verzoek heeft ook de echtgenoot van schuldenares ( [schuldenaar] , insolventienummer C/15/22/100) een verzoek gedaan tot verkorting van de looptijd van zijn schuldsaneringsregeling. Op dat verzoek heeft de rechter-commissaris vandaag bij aparte beschikking een beslissing gegeven.
1.2.
De bewindvoerder, mr. [bewindvoerder] heeft op 10 januari 2024 gereageerd op het verzoek.

2.De beoordeling

2.1.
De echtgenoot van schuldenares is op 22 oktober 2019 failliet verklaard. Omdat de echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd, viel de gezamenlijk boedel in het faillissement. Bij vonnis van 13 september 2022 is het faillissement van de echtgenoot opgeheven en omgezet in de wsnp. Daarmee is het faillissement van de echtgenoot gedurende bijna 35 maanden van toepassing geweest. Bij afzonderlijk vonnis van 13 september 2022 is schuldenares toegelaten tot de wsnp.
2.2.
In de beschikking van vandaag in de schuldsaneringsregeling van de echtgenoot van schuldenares heeft de rechter-commissaris de looptijd van zijn schuldsaneringsregeling verkort, omdat hij zich gedurende het faillissement aan alle voorwaarden heeft gehouden en gedurende de looptijd van het faillissement heeft afgedragen aan de faillissementsboedel. Voor schuldenares ligt dat anders. Zij heeft zich gedurende het faillissement van haar echtgenoot niet ingespannen om betaald werk te krijgen, overeenkomstig de voorwaarden van de schuldsaneringsregeling. Weliswaar heeft de echtgenoot van schuldenares afgedragen aan de faillissementsboedel op basis van hun gezamenlijke inkomen, maar schuldenares heeft niet zelf actief bijgedragen aan de afdracht aan de faillissementsboedel door zich in te spannen werk te krijgen. In de schuldsaneringsregeling is na een medische keuring vastgesteld dat schuldenares in staat wordt geacht om 20 uur per week te werken. Schuldenares heeft niet gesteld en ook niet aangetoond dat dat gedurende het faillissement van haar echtgenoot anders was.
2.3.
Schuldenares heeft in haar verzoek nog aangevoerd dat in het faillissement van haar echtgenoot de echtelijke woning is verkocht, waardoor zij en haar echtgenoot een substantieel bedrag hebben gespaard voor hun schuldeisers. Weliswaar heeft schuldenares in het faillissement van haar echtgenoot door verkoop van de gezamenlijke woning in zoverre een bijdrage geleverd dat (ook haar aandeel in) de opbrengst ten goede is gekomen aan de schuldeisers, maar die omstandigheid heeft geen invloed op de looptijd van de schuldsaneringsregeling. Zonder faillissement zou immers in de schuldsaneringsregeling ook de echtelijke woning zijn verkocht, zonder dat dit af zou doen aan de verplichting van schuldenaren om daarnaast gedurende de (in beginsel volledige) looptijd van de schuldsaneringsregeling een gedeelte van het inkomen af te dragen aan de boedel.
2.4.
De rechter-commissaris ziet in het bovenstaande aanleiding om het verzoek van schuldenares om de looptijd van haar schuldsaneringsregeling te verkorten in verband met het voorafgaande faillissement van haar echtgenoot, af te wijzen. De rechter-commissaris vindt het van belang dat schuldenares zich in de schuldsaneringsregeling alsnog inspant om ook een bijdrage te leveren aan het aflossen van de gezamenlijke schulden van haar en haar echtgenoot.
De rechter-commissaris wijst daarbij erop dat schuldenares zich in de periode vanaf de toelating op 13 september 2022 tot 24 april 2023 niet gehouden heeft gehouden aan haar sollicitatieplicht, zonder dat zij daarvoor door de rechter-commissaris was vrijgesteld en ondanks dat zij door de bewindvoerder bij herhaling is gewezen op haar verplichting om te solliciteren. Op 24 april 2023 heeft de rechter-commissaris schuldenares gedeeltelijk vrijgesteld om te solliciteren, maar heeft zij zich niet volledig aan haar (resterende) sollicitatieverplichting gehouden doordat zij niet steeds minimaal vier keer per maand is blijven solliciteren. Dat betekent dat van schuldenares verwacht mag worden dat zij zich de resterende looptijd van de schuldsaneringsregeling alsnog volledig inspant om betaald werk te krijgen.
Beslissing
De rechter-commissaris:
- wijst het verzoek van schuldenares om de looptijd van haar schuldsaneringsregeling te verkorten af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. van der Kluit, rechter-commissaris, op
19 januari 2024. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak staat gedurende vijf dagen hoger beroep op de rechtbank open. Het hoger beroep dient te worden ingesteld bij een verzoekschrift dat door een advocaat moet zijn ondertekend.