Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting De Zorgcirkel
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Als ik kijk naar de getuigschriften van [eiser] dan zie ik dat hij in de periode van 1 februari 1996 t/m 31 oktober 2000 in dienst is geweest bij Medirest catering, zij vielen onder de cao voor de contract catering branche en daarmee dus niet onder de sector Zorg & Welzijn. Daarmee voldoet [eiser] niet aan de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de regeling.”
“(…) Uit de aangeleverde stukken blijkt dat werknemer in de periode 1 februari 1996 tot 1 november 2000 werkzaam was bij Medirest. De cao die van toepassing is op werknemer in die periode is de cao Contractcatering. Door deze periode buiten de sector Zorg en Welzijn werkzaam te zijn voldoet werknemer niet aan de voorwaarden van de cao. De beoordelingscommissie adviseert om het verzoek van werknemer niet toe te kennen.”
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
“moet aantonen dat je in totaal tenminste 540 maanden (oftewel 45 jaar) (exclusief onderbrekingen) hebt gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst in de sector Zorg en Welzijn”. Die bewoordingen van dat artikel moeten naar het oordeel van de kantonrechter in onderlinge samenhang worden bezien en gelden als één element. Dat betekent dat dit artikel zo moet worden uitgelegd dat alleen die gewerkte maanden meetellen waarin een werknemer een arbeidsovereenkomst heeft gehad met een werkgever in de sector Zorg en Welzijn. De gebruikte bewoordingen zijn duidelijk en laten geen andere uitleg toe. Met name is in die bewoordingen en de tekst van het artikel geen steun te vinden voor de stelling van [eiser] dat niet vereist is dat op basis van een arbeidsovereenkomst in de sector Zorg en Welzijn is gewerkt, en dat al voldoende zou zijn dat een werknemer feitelijk in de sector Zorg en Welzijn heeft gewerkt. Die stelling gaat eraan voorbij dat het artikel duidelijk maakt dat moet zijn gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst (met een werkgever) in de sector Zorg en Welzijn.