Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
te weten het met kracht duwen, althans brengen van zijn, verdachtes penis in de vagina van die [benadeelde] en bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hieruit dat hij, verdachte
- met kracht de kleding van die [benadeelde] heeft uitgedaan en/of
- die [benadeelde] op een bed heeft geduwd en/of
- vervolgens die [benadeelde] heeft vastgehouden door haar handen vast te houden en/of tegelijkertijd met zijn, verdachtes benen de benen van die [benadeelde] te omklemmen, waardoor zij zich niet los kon maken en (aldus) voor die [benadeelde] een zeer bedreigende situatie heeft doen ontstaan waaraan zij zich niet kon of durfde te onttrekken.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
te weten het met kracht duwen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [benadeelde] en bestaande dat geweld hieruit dat hij, verdachte
- met kracht de kleding van die [benadeelde] heeft uitgedaan en
- die [benadeelde] op een bed heeft geduwd en
- vervolgens die [benadeelde] heeft vastgehouden door haar handen vast te houden en tegelijkertijd met zijn, verdachtes, benen de benen van die [benadeelde] te omklemmen, waardoor zij zich niet los kon maken en aldus voor die [benadeelde] een zeer bedreigende situatie heeft doen ontstaan waaraan zij zich niet kon onttrekken.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- € 109,16 aan reiskosten;
- € 350,- voor inbeslaggenomen kleding; en
- € 18,15 voor medicijnen.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
24 (vierentwintig) maanden.
[benadeelde]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.977,31 (zevenduizend negenhonderdzevenenzeventig euro en éénendertig cent), bestaande uit € 477,31 als vergoeding voor de materiële en € 7.500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 7.977,31 (zevenduizend negenhonderdzevenenzeventig euro en éénendertig cent)bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 74 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.