ECLI:NL:RBNHO:2024:7838

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juli 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
C/15/354591 / FA RK 24-3540
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2024 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, mogelijk veroorzaakt door het gebruik van verdovende middelen. De officier van justitie had op 12 juli 2024 een verzoekschrift ingediend voor de zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen, waaronder een medische verklaring en een zorgplan, waren gevoegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 juli 2024 zijn de betrokkene, zijn advocaat en de coördinerend behandelaar gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstig nadeel voor de betrokkene of anderen is, waaronder lichamelijk letsel, materiële schade en maatschappelijke teloorgang. Ondanks de bereidheid van de betrokkene tot vrijwillige zorg, is gebleken dat de noodzakelijke zorg niet is gestart en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 26 januari 2025. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen schending van de belangen van de betrokkene is aangetoond, ondanks een gebrek in de zorgvuldige voorbereiding van de zorgmachtiging. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter J. van Beek, met mr. A. Hausenblasová als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaaknummer: C/15/354591 / FA RK 24-3540
Beschikking van de enkelvoudige kamer van 26 juli 2024,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[de betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. A.E. Muller, gevestigd te Haarlem.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 juli 2024, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
­ de medische verklaring van 8 juli 2024;
­ het zorgplan van 3 juni 2024;
­ de bevindingen van de geneesheer-directeur van 11 juli 2024.
1.2.
Op 18 juli 2024 is ook het eigen plan van aanpak ontvangen.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 juli 2024, in het gebouw van de rechtbank in Haarlem.
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • coördinerend behandelaar [coördinerend behandelaar] .
1.5.
Tevens waren aanwezig vader van betrokkene en een collega van de coördinerend behandelaar.
1.6.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten psychose mogelijk door het gebruik van verdovende middelen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
­ ernstig lichamelijk letsel;
­ ernstige materiële schade;
­ ernstige financiële schade;
­ ernstige verwaarlozing;
­ maatschappelijke teloorgang;
­ situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept;
­ situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Anders dan betrokkene is de rechtbank van oordeel dat het ernstig nadeel voldoende is geconcretiseerd en onderbouwd.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen en/of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De nodige zorg is namelijk tot op heden niet gestart, ondanks bereidheid van betrokkene tot vrijwillige detox opname en diagnostiek en zijn eigen plan van aanpak. Om die reden is de bereidheid van betrokkene feitelijk onvoldoende, kan het ernstig nadeel niet door het eigen plan van aanpak worden weggenomen en is verplichte zorg nodig.
Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
­ het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
­ het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
2.5.
Uit de overgelegde stukken maakt de rechtbank op dat slechts in het geval dat betrokkene ernstig (psychotisch) ontregelt, wordt overgegaan tot opname en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg.
Indien dat het geval is en het ernstig nadeel niet langer kan worden afgewend door middel van de hiervoor vermelde vormen van verplichte zorg, worden gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
­ het beperken van bewegingsvrijheid;
­ het onderzoek aan kleding of lichaam;
­ het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
­ het opnemen in een accommodatie.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.8.
Hetgeen door en namens betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af. Betrokkene wijst terecht op een gebrek in de zorgvuldige voorbereiding van de zorgmachtiging, namelijk dat hij daarover niet of niet tijdig is geïnformeerd. De rechtbank is echter niet gebleken dat betrokkene hierdoor in zijn belangen is geschaad.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 26 januari 2025.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [de betrokkene] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.4 en 2.5 is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging, tenzij onder 2.4 en 2.5 een kortere duur is vermeld;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
26 januari 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. van Beek, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A. Hausenblasová als griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 juli 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.