Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[naam 2]
[naam 1]
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, is eiseres, een coöperatie, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is ingesteld bij dagvaarding op 28 mei 2024. Gedaagde heeft om uitstel gevraagd voor het indienen van een antwoord, maar heeft uiteindelijk geen antwoord ingediend. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de kantonrechter niet in staat is om de zaak inhoudelijk te beoordelen.
De kantonrechter constateert dat eiseres in haar dagvaarding verwijst naar producties, maar dat deze producties ontbreken. Om een goed oordeel te kunnen vellen, heeft de kantonrechter eiseres opgedragen om bij akte de ontbrekende producties over te leggen. Tevens moet eiseres verduidelijken of deze producties aan gedaagde zijn meegestuurd bij de dagvaarding.
De kantonrechter heeft besloten om de zaak aan te houden en verwijst deze naar de rol van 22 augustus 2024, waar eiseres de gelegenheid krijgt om de gevraagde akte in te dienen. Tot die tijd wordt iedere verdere beslissing aangehouden. Het vonnis is uitgesproken door mr. P.J. Jansen in aanwezigheid van de griffier op 25 juli 2024.