3.4.Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
feit 1
hij op 19 januari 2023 te Hoorn, twee wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een revolver, van het merk Taurus, model 85, kaliber .38 special en/of
- een pistool, van het merk FN, model M1922, kaliber 7.65 mm
zijnde vuurwapens in de vorm van een revolver en pistool en
een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een alarmpistool, van het merk Bruni, model 92, kaliber 9 mm en
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 25 projectielpatronen van het kaliber .38 special en
- 3 projectielpatronen van het kaliber .357 magnum en
- 26 projectielpatronen van het kaliber 7.65 mm en
- 1 projectielpatroon van het kaliber 7.62 x 39 mm en
- 1 projectielpatroon van het kaliber 45 auto en
- 387 knalpatronen van het kaliber 9 mm en
een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
feit 3
hij op 19 januari 2023 te Hoorn, een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof en alcohol als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten alcohol, in combinatie met cocaïne, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed bij alcohol 1.64 milligram ethanol per milliliter bloed en 110 microgram cocaïne per liter bloed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die aangewezen stoffen en alcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en nog geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar had bereikt.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.