ECLI:NL:RBNHO:2024:773
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugbetaling waarborgsom na beëindiging huurovereenkomst zonder beschrijving van het gehuurde
In deze zaak heeft eiseres, [eisers], een vordering ingesteld tegen gedaagde, [gedaagde], met betrekking tot de terugbetaling van een waarborgsom van € 919,- na afloop van een huurovereenkomst. De huurovereenkomst eindigde op 31 januari 2023, waarna eiseres de woning heeft verlaten en de waarborgsom heeft verzocht terug te storten. Gedaagde heeft echter geweigerd de waarborgsom terug te betalen, met als argument dat de woning niet in goede staat was opgeleverd. Eiseres heeft gesteld dat zij de woning in dezelfde staat heeft opgeleverd als bij aanvang van de huur, en dat gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn tegenargumenten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er bij aanvang van de huur geen beschrijving van de woning is opgemaakt, wat betekent dat eiseres wordt verondersteld de woning in dezelfde staat te hebben opgeleverd. Gedaagde heeft niet voldoende feiten en omstandigheden aangedragen om aan te tonen dat de staat van de woning bij het einde van de huur anders was dan bij aanvang. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde niet gerechtigd is de waarborgsom te verrekenen en heeft de vordering tot terugbetaling van de waarborgsom toegewezen, inclusief wettelijke rente. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen, omdat niet is voldaan aan de wettelijke eisen voor het in rekening brengen daarvan. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, omdat zij ongelijk heeft gekregen in deze procedure.