ECLI:NL:RBNHO:2024:7716

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juli 2024
Publicatiedatum
29 juli 2024
Zaaknummer
15.108328.23
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht met minderjarigen, grooming en bezit van kinderporno

Op 26 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met minderjarigen, grooming en het bezit van kinderporno. De verdachte, geboren op een onbekende datum, was gedetineerd in de P.I. Krimpen aan den IJssel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie, mr. B. Rademacher, heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van meerdere feiten, waaronder het seksueel binnendringen van een minderjarige en het aanbieden van schadelijke afbeeldingen aan een minderjarige. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. L.M.M. Weyers, pleitte voor vrijspraak van enkele feiten.

De rechtbank heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van [slachtoffer 1] gedetailleerd en consistent waren, en dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 6 ten laste gelegde feiten. De verdachte werd vrijgesproken van enkele andere tenlastegelegde feiten.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 42 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en een contactverbod met de slachtoffers. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], voor immateriële schade. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en oordeelde dat de verdachte een gevaar voor de maatschappij vormde.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15.108328.23 (P)
Uitspraakdatum: 26 juli 2024
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 juli 2024 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum en -plaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres],
thans gedetineerd in de P.I. Krimpen aan den IJssel.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. B. Rademacher, en van wat de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. L.M.M. Weyers, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 25 april 2023 te Koedijk, gemeente Langedijk, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 1], geboren op [datum 1], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten
- het brengen/houden van verdachte zijn penis in de anus en/of vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of anus van die [slachtoffer 1];
- het likken van de vagina van die [slachtoffer 1];
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 april 2023 te Koedijk, gemeente Langedijk, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 1], geboren op [datum 1], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het brengen/houden/drukken van zijn, verdachtes, penis tegen/op de anus en/of vagina van die [slachtoffer 1] en/of het brengen/houden van zijn, verdachtes, vingers tegen de vagina van die [slachtoffer 1] en/of het knijpen in de borsten van die [slachtoffer 1] en/of het likken van de vagina van die [slachtoffer 1];
2
hij op of omstreeks 19 april 2023 te Alkmaar, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 1], geboren op [datum 1], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten
- het brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en/of
- het knijpen in en/of strelen van de borsten en/of billen van die [slachtoffer 1] en/of
- het zoenen van die [slachtoffer 1];
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 april 2023 te Alkmaar, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 1], geboren op [datum 1], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het brengen en/of houden van zijn, verdachtes vingers, tegen die vagina van die [slachtoffer 1] en/of
-het knijpen in en/of strelen van de borsten en/of billen van die [slachtoffer 1] en/of
- het zoenen van die [slachtoffer 1];
3
hij een of meermalen in of omstreeks de periode van 10 april tot en met 25 april 2023 te Alkmaar en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon, te weten [slachtoffer 1], geboren op [datum 1], die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt (telkens) een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te plegen en/of een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen waarbij een persoon die leeftijd van zestien jaren nog had bereikt was betrokken, terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, door
- meermalen aan die [slachtoffer 1] te vragen hem te ontmoeten en/of om seksuele handelingen te plegen en/of
- zich (telkens) (voorzien van condoom en/of glijmiddel) in zijn voertuig te begeven naar, in elk geval in de richting van de in het berichtenverkeer afgesproken ontmoetingsplaats;
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 november 2022 tot en met 26 april 2023 te Utrecht, lthans in Nederland, telkens een hoeveelheid afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden (te weten 172 foto's en 96 video's) en/of gegevensdragers, te weten twee, althans één of meerdere, telefoon(s) (te weten een iPhone en/of een Oppo) en/of drie, althans één of meerdere, computer(s) (te weten een Macbook Pro en/of een Samsung en/of een HP Pavilion) bevattende afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en/of aangeboden en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen (telkens)- zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand(en) en/of voorwerp(en) oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand(en) oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeelding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 van toonmap)
en/of
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand(en) betasten en/of aanraken van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger(s)/hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeelding 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24 van toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert met (een) onnatuurlijk voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32 van toonmap)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding 33, 34 van toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij in of omstreeks de periode van 10 november 2022 tot en met 9 december 2022 te Utrecht en/of Vleuten en/of Stadskanaal, althans in Nederland, met [slachtoffer 2], geboren op [datum 2], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, opzettelijk een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het via Snapchat aan die [slachtoffer 2] opdragen om seksueel getinte foto's en/of video's van zichzelf te maken en/of voornoemde foto's en/of video's via Snapchat aan verdachte te versturen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 november 2022 tot en met 9 december 2022 te Utrecht en/of Vleuten en/of Stadskanaal, althans in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer 2], geboren op [datum 2], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, opzettelijk een of meer ontuchtige handelingen te plegen, via Snapchat aan die [slachtoffer 2] heeft gevraagd om seksueel getinte foto’s en/of video’s van zichzelf te maken en/of voornoemde foto’s en/of video’s via Snapchat aan verdachte te versturen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6
hij in of omstreeks de periode van 10 november 2022 tot en met 9 december 2022 te Utrecht en/of Vleuten en/of Stadskanaal, althans in Nederland, een of meerdere afbeeldingen waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, heeft verstrekt, aangeboden en/of vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer 2], geboren op [datum 2], van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [slachtoffer 2] jonger was dan zestien jaar, immers heeft hij, verdachte, aan die [slachtoffer 2] middels Snapchat (een of meerdere foto's van) zijn/een ontblote (stijve) penis toegestuurd en/of vertoond;

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 5 primair en subsidiair ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 6 ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van de onder 1 primair en subsidiair en onder 4 partieel en van de onder 5 primair en subsidiair en 6 ten laste gelegde feiten integraal dient te worden vrijgesproken. Het standpunt van de raadsvrouw ten aanzien van die feiten zal bij de beoordeling van het bewijs worden besproken.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Partiële vrijspraak feit 4:
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van het maken van een gewoonte van het bezit van kinderporno. Gelet op het verhandelde ter zitting en gezien het feit dat de hoeveelheid afbeeldingen en de zoekintensiteit in relatie tot de ten laste gelegde periode beperkt is gebleven, is geen sprake van een gewoonte als bedoeld in artikel 240b lid 2 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De verdachte zal van dat deel van het ten laste gelegde dan ook worden vrijgesproken.
3.3.2
Vrijspraak feit 5 primair en subsidiairNaar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen wat de verdachte onder 5 primair en subsidiair ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe dat de verweten handelingen van de verdachte, namelijk het sturen, en vragen te sturen, van seksueel getinte foto’s en berichten aan een minderjarige weliswaar kunnen worden vastgesteld, maar dat de rechtbank geen relevante interactie heeft kunnen vaststellen tussen de verdachte en de minderjarige, die maakt dat de handelingen ontuchtige handelingen zijn als bedoeld in artikel 247 Sr (oud). De verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 5 primair en subsidiair tenlastegelegde.
3.3.3
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 6 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.4
Bewijsmotivering en bespreking van verweren
Wettelijk kader
De rechtbank stelt voorop dat bij de beoordeling van het bewijs in zedenzaken zich vaak de situatie voordoet dat alleen het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader aanwezig zijn geweest bij de ten laste gelegde gedragingen. Als de verdachte ontkent of verklaart dat het niet zo is gegaan als het slachtoffer zegt, komt het neer op het woord van de één tegen de ander. Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is de enkele verklaring van één getuige in beginsel onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Daar staat tegenover dat in zedenzaken een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met de betrouwbare verklaring van het slachtoffer voldoende wettig bewijs kan opleveren. De rechtbank zal dan ook de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1] moeten beoordelen. Indien de rechtbank die verklaringen betrouwbaar acht, moet vervolgens worden beoordeeld of deze verklaringen voldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen.
Ten aanzien van feit 1
Betrouwbaarheid verklaringen [slachtoffer 1]
, geboren op [datum 1], heeft meerdere verklaringen afgelegd. Zij heeft een eerste verklaring afgelegd direct na de afspraak met de verdachte op 25 april 2023. Zij is daarna nog tweemaal gehoord door de zedenpolitie in een kindvriendelijke studio. Zij heeft –verklaard dat zij tweemaal fysiek contact heeft gehad met een man die zij kent als ‘[naam 1]’, en die de verdachte blijkt te zijn. Zij heeft met hem afgesproken op 19 en 25 april 2023.
Op 25 april 2023 zijn zij naar het recreatiegebied Geestmerambacht gegaan, waar de verdachte haar naar een plekje in de bosjes had meegenomen. Daar heeft hij met zijn handen onder haar kleding aan haar lichaam gezeten. Hij heeft met beide handen aan haar borsten en kont gezeten en met zijn vingers aan haar vagina. Hij heeft vervolgens haar broek en onderbroek uitgedaan en is met zijn vinger in haar vagina en in haar anus geweest. Daarna is hij met zijn piemel in haar kont gegaan.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] specifiek en gedetailleerd zijn over de omstandigheden en de gedragingen. [slachtoffer 1] merkt onjuistheden in haar verklaring zelf op en benoemt deze, zoals dat de eerste afspraak op 19 april 2023 niet op de parkeerplaats was maar bij haar thuis in haar slaapkamer. De verdachte heeft bovendien (grotendeels) eensluidend verklaard als [slachtoffer 1] over zijn gedragingen tijdens hun eerste en tweede afspraak. Naast deze verklaringen van [slachtoffer 1] en verdachte zijn er ook nog het DNA-onderzoek en de chatgesprekken tussen [slachtoffer 1] en de verdachte welke als ondersteunend worden beschouwd wat er is gebeurd. De rechtbank ziet dan ook geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1] en ziet de ook verklaring van de verdachte als steunbewijs.
Conclusie
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair ten laste gelegde feit, met uitzondering van het penetreren van de vagina met zijn penis en het likken van de vagina.
Voor wat betreft die handelingen ziet de rechtbank onvoldoende steunbewijs, zodat de verdachte op die punten partieel dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 6
De raadsvrouw heeft bepleit dat niet vastgesteld kan worden dat de Snapchatgesprekken die zich in het dossier bevinden ook daadwerkelijk tussen [slachtoffer 2] en de verdachte zijn gevoerd. Volgens de raadsvrouw kan niet worden uitgesloten dat de verdachte de dickpics niet naar [slachtoffer 2], maar naar de moeder van [slachtoffer 2] heeft gestuurd omdat zij de telefoon van haar dochter op een gegeven moment heeft overgenomen en zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 2].
Uitgangspunt bij artikel 240a Sr is het verstrekken, aanbieden of vertonen aan een minderjarige van wie de aanbieder weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze jonger is dan zestien jaar, van beeldmateriaal dat schadelijk is te achten voor personen van die leeftijdscategorie. De bepaling vereist contact tussen de aanbieder en de minderjarige en een onmiddellijke confrontatie van de minderjarige met het beeldmateriaal.
[slachtoffer 2], geboren op [datum 2], is op 29 december 2022 gehoord door de zedenpolitie. Tijdens het studioverhoor heeft zij – samengevat weergegeven – het volgende verklaard. Zij vertelde dat ze foto's had gemaakt van haar blootje (buik) toen ze op haar slaapkamer was. [slachtoffer 2] vertelde dat ‘[naam 2]’ dat vroeg en dat hij ook foto's maakte van wat hij niet mocht doen. [slachtoffer 2] vertelde dat ‘[naam 2]’ vaker foto's had verstuurd: 'van zijn helemaal'. [slachtoffer 2] vertelde dat de allereerste foto die ze van ‘[naam 2]’ kreeg er eentje van zijn piemel was en dat ze nog meer foto's van zijn piemel had gekregen. De verdachte heeft ter terechtzitting over dit feit verklaard dat hij er van uit ging dat [slachtoffer 2] jonger was dan 16 jaar en dat hij via snapchat gesprekken met haar heeft gevoerd en zich had voorgedaan als ‘[naam 3]’. Hij heeft eveneens verklaard dat hij foto’s van zijn blote penis had gestuurd aan haar.
Op grond hiervan acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 6 ten laste gelegde feit in de periode van 10 november 2022 tot en met 5 december 2022; tot het moment dat de moeder van [slachtoffer 2] het snapchatgesprek heeft overgenomen.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1
hij op 25 april 2023 te Koedijk, gemeente Langedijk, met [slachtoffer 1], geboren op [datum 1], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten
- het brengen van verdachte zijn penis in de anus van die [slachtoffer 1] en
- het brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en anus van die [slachtoffer 1];
2
hij op 19 april 2023 te Alkmaar, met [slachtoffer 1], geboren op [datum 1], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten
- het brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en
- het knijpen in en/of strelen van de borsten en/of billen van die [slachtoffer 1];
3
hij meermalen in de periode van 10 april 2023 tot en met 25 april 2023 in Nederland, door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon, te weten [slachtoffer 1], geboren op [datum 1], die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt telkens een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te plegen en een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen waarbij een persoon die leeftijd van zestien jaren nog had bereikt was betrokken, terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, door
- meermalen aan die [slachtoffer 1] te vragen hem te ontmoeten en om seksuele handelingen te plegen en
- zich voorzien van condoom in zijn voertuig te begeven naar, in elk geval in de richting van de in het berichtenverkeer afgesproken ontmoetingsplaats;
4.
hij op tijdstippen in de periode van 10 november 2022 tot en met 26 april 2023 in Nederland, telkens een hoeveelheid afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden, te weten 157 foto's en 76 video's) en/of gegevensdragers, te weten twee telefoons, een iPhone en een Oppo en drie computers, te weten een Macbook Pro en een Samsung en een HP Pavilion, bevattende afbeeldingen, te weten fotobestanden en/of videobestanden, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen telkens - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand(en) en/of voorwerp(en) oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand(en) oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeelding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 van toonmap)
en
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand(en) betasten en/of aanraken van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger(s)/hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeelding 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24 van toonmap)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert met (een) onnatuurlijk voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32 van toonmap)
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding 33, 34 van toonmap);
6
hij in of omstreeks de periode van 10 november 2022 tot en met 5 december 2022 in Nederland, een of meerdere afbeeldingen waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, heeft verstrekt aan een minderjarige, te weten [slachtoffer 2], geboren op [datum 2], van wie hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer 2] jonger was dan zestien jaar, immers heeft hij, verdachte, aan die [slachtoffer 2] middels Snapchat meerdere foto's van zijn ontblote (stijve) penis toegestuurd.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 1 en 2:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 3:
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 4
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 6:
een afbeelding, bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, verstrekken aan een minderjarige van wie hij weet, dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is dus strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot
  • een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en met een proeftijd van 5 jaren onder de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering geformuleerd;
  • een vrijheidsbenemende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr in de zin van een contactverbod met de minderjarige [slachtoffer 1] en een locatieverbod voor de gemeente Alkmaar voor de duur van 5 jaren, met toepassing van vervangende hechtenis van twee weken, met een maximum van zes maanden, voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te
leggen. Zij heeft in haar pleitnotitie verwezen naar uitspraken, waarbij sprake is van een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan geëist en aangegeven dat dit ook gecombineerd kan worden met het opleggen van een taakstraf. Verder heeft de raadsvrouw bepleit aan het voorwaardelijk deel niet de geadviseerde bijzondere voorwaarde “vermijden kinderporno” te verbinden, dan wel subsidiair deze te herformuleren zoals in een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West Brabant (ECLLNL:RBZWB:2022:3852).
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
De verdachte heeft als man van (bijna) 33 jaar in een periode van ongeveer een half jaar op het internet via de applicatie Snapchat contact gehad met minderjarige meisjes. Eind 2022 kwam het contact dat de verdachte onderhield met een toen 6-jarig meisje, [slachtoffer 2], aan het licht via een onderzoek van een recherchebureau dat door de school was ingehuurd waar de verdachte toen als zij-instromer werkzaam was. De verdachte heeft haar foto’s gestuurd van zijn geslachtsdeel.
De ontdekking van dit feit heeft de verdachte er niet van weerhouden zijn gedrag op het internet voort te zetten. Immers, begin april 2023 kwam hij in contact met een destijds 11-jarig meisje, [slachtoffer 1]. Bij haar bleef het niet alleen bij seksueel getinte berichten via het internet. Hij wist haar over te halen met hem af te spreken. Daarbij is hij zeer berekend en brutaal te werk gegaan. De verdachte heeft een moment en plek gezocht waarop [slachtoffer 1] alleen zou zijn en is op 19 april 2023 naar de ouderlijke woning van [slachtoffer 1] afgereisd. In haar slaapkamer heeft hij seksuele handelingen met haar verricht, waarbij hij onder meer met zijn vingers aan en in haar vagina is geweest. Nadien heeft hij in verschillende chatgesprekken niet alleen aangestuurd op een nieuwe afspraak met [slachtoffer 1] maar hij heeft hierin ook
zijn seksuele bedoelingen geuit en die waren met name gericht op het hebben van geslachtsgemeenschap met [slachtoffer 1]. Op 25 april 2023 heeft dit geleid tot een afspraak in een recreatiegebied. Daar heeft de verdachte op een afgeschermde plek in de bosjes seksuele handelingen met [slachtoffer 1] verricht, die onder meer bestonden uit het binnendringen van haar anus met zijn vingers en zijn penis. Na zijn aanhouding is op verschillende telefoons en computers kinderpornografisch materiaal aangetroffen en werd duidelijk dat de verdachte met meer meisjes contact heeft gehad via Snapchat.
Dit zijn ernstige feiten, waarmee de verdachte telkens ernstig inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit van zeer jonge meisjes. De rechtbank neemt het de verdachte daarbij uiterst kwalijk dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn volwassen overwicht tegenover deze meisjes. De veiligheid die [slachtoffer 1] in haar ouderlijke woning zou moeten hebben, heeft hij op buitengewone brutale wijze veronachtzaamd. De ervaring leert dat slachtoffers van seksueel misbruik nog langdurig de psychische en emotionele gevolgen daarvan kunnen ondervinden, terwijl het seksueel misbruik bovendien een ernstige verstoring van de seksuele ontwikkeling van het slachtoffer tot gevolg kan hebben. In de ter zitting afgelegde verklaring heeft de moeder van [slachtoffer 1] verwoord welke impact het misbruik door de verdachte op [slachtoffer 1] en binnen hun familie heeft gehad en nog steeds heeft.
De persoon van de verdachte
De verdachte is een (inmiddels) 34-jarige man die niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de psychologische onderzoeken van 21 augustus 2023 en 1 maart 2024, opgemaakt door de GZ-psycholoog L. Brandsma (onder supervisie van F.S. van Huis) respectievelijk GZ-psycholoog F.S. van Huis. Volgens de deskundigen is bij de verdachte sprake van inadequate coping strategieën, een pedofiele stoornis, een stoornis in cannabisgebruik en een pornoverslaving. Ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten was hiervan ook sprake en dat beïnvloedde deels zijn gedragskeuzes en gedragingen. Het advies is daarom om de verdachte de tenlastegelegde feiten in verminderde mate toe te rekenen.
Vanwege de doorwerking van de persoonlijkheidsproblematiek in het ten laste gelegde en het risico (matig) op recidive wordt een behandeling geadviseerd, waarbij hij gaat werken aan het aanleren van gezonde coping als alternatief voor cannabisgebruik en
seksuele coping en het aanleren van zelfcontrole en hanteren van alternatieve strategieën. Genoemde behandeling zou plaats kunnen vinden in de vorm van een ambulante behandeling in het kader van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf met reclasseringstoezicht. Dit biedt, mede gelet op zijn motivatie, voldoende mogelijkheden om de verdachte effectief te begeleiden en te behandelen en voldoende waarborgen voor de maatschappelijke veiligheid.
De rechtbank neemt de conclusies uit voornoemde rapporten over en maakt deze tot de hare.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van het rapport van de reclassering van 18 augustus 2023, waarin de reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden, te weten: een meldplicht bij reclassering, het ondergaan van een ambulante behandeling, het meewerken aan middelencontrole, het vermijden van contact met minderjarigen, het vermijden van kinderporno en een verbod op het verrichten van bepaalde werkzaamheden.
Op te leggen straf
Alles overwegend, daarbij rekening houdend met de straffen die in vergelijkbare gevallen van seksueel misbruik met minderjarigen worden opgelegd, is de rechtbank van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf recht doet aan de aard en de ernst van de feiten en de persoon van de verdachte, zoals uit voornoemde rapporten is gebleken. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden en de noodzaak tot behandeling grond het onvoorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf iets te matigen ten opzichte van de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank zal een forse voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank verbindt daaraan een proeftijd van 3 jaren.
Alles afwegende legt de rechtbank een gevangenisstraf van 42 maanden op. De rechtbank bepaalt dat hiervan 18 maanden vooralsnog niet ten uitvoer zullen worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, zijnde een meldplicht bij reclassering, het ondergaan van een ambulante behandeling, het meewerken aan middelencontrole, het vermijden van contact met minderjarigen, het vermijden van kinderporno en een verbod op het verrichten van bepaalde werkzaamheden.
De rechtbank ziet geen aanleiding te bepalen dat de voorwaarde van het vermijden van contact met minderjarigen ook dient te gelden voor de minderjarige dochter van de verdachte.
Over de bijzondere voorwaarde inhoudende het vermijden van kinderporno overweegt de rechtbank nog het volgende. Uit vaste rechtspraak volgt dat een dergelijke gedragsvoorwaarde, die ertoe strekt het toezicht op andere door de rechter gestelde voorwaarden mogelijk te maken of te bevorderen, kan worden gesteld. Daarbij geldt dat deze gedragsvoorwaarde voldoende precies geformuleerd moet worden en niet verder mag strekken dan voor het toezicht op de naleving van de andere bijzondere voorwaarden noodzakelijk is. De controle van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers vormt een grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de gebruiker daarvan en de rechtbank moet hier rekening mee houden door de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zo gedetailleerd te omschrijven zodat deze niet verder gaat dan strikt noodzakelijk. De rechtbank zal deze bijzondere voorwaarde dan ook anders formuleren dan de reclassering heeft gedaan.
Daarnaast acht de rechtbank een contactverbod voor de verdachte met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en een locatieverbod ten opzichte van [slachtoffer 1] noodzakelijk. Deze verboden zullen als bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

7.Vermogensmaatregel: onttrekking aan het verkeer (36c Sr)

De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de op de beslaglijst vermelde voorwerpen onder de nummers 2, 4, 5, 6 en 13 (telefoons en computers) dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de onder 3, 4 en 6 bewezen verklaarde feiten met behulp van die voorwerpen zijn begaan en het ongecontroleerde bezit van op voornoemde voorwerpen voorkomende kinderporno is in strijd met de wet of het algemeen belang.
8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst weergegeven voorwerpen onder de nummers 3, 7 tot en met 12 en 15 tot en met 17 onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, dienen te worden teruggegeven aan de verdachte.
Daarnaast dient het strafvorderlijke beslag van de onder nummer 1 op de beslaglijst weergegeven personenauto te worden opgeheven.

9.Vordering benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel

9.1
De benadeelde partij [slachtoffer 1]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] is door mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder, een vordering tot schadevergoeding ingediend van € 7.500,- tegen de verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de gevorderde immateriële schade in het geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld de gevorderde immateriële schade fors te matigen tot € 1.500,- dan wel niet meer toe te wijzen dan € 5.000,-.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat deze vordering voldoende is onderbouwd en rechtstreeks voortvloeit uit de bewezen verklaarde feiten 1, 2 en 3, gelet op de toelichting daarop op de terechtzitting en de stukken in het dossier. Er is sprake van een inbreuk op een zodanig fundamenteel recht dat dit in zichzelf als aantasting van de persoon op een andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dient te worden beschouwd. De rechtbank acht in dit geval een bedrag van € 7.500,- billijk. De rechtbank heeft daarbij gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij, in het licht van de bedragen aan immateriële schadevergoeding die Nederlandse rechters in min of meer vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen.
De vordering zal dan ook tot het genoemde bedrag van € 7.500,- worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: verkrachting, ontucht van een minderjarige en grooming] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr op te leggen.
9.2
De benadeelde partij [slachtoffer 2]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] is door mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder, een vordering tot schadevergoeding ingediend van € 1.750,- tegen de verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van de onder 5 en 6 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de gevorderde immateriële schade in het geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld de gevorderde immateriële schade te matigen tot € 1.000,-.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat deze vordering voldoende is onderbouwd en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit 6, gelet op de toelichting daarop op de terechtzitting en de stukken in het dossier. Er is sprake van een aantasting van de persoon op een andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 BW. De rechtbank vindt dat in dit geval een bedrag van € 1.000,- billijk is. De rechtbank heeft daarbij gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij, in het licht van de bedragen aan immateriële schadevergoeding die Nederlandse rechters in min of meer vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen.
De vordering zal dan ook tot het genoemde bedrag van € 1.000,- worden toegewezen en voor het overige worden afgewezen, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 6 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: aanbieden van schadelijke afbeeldingen aan een zestienminner] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr op te leggen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 57, 240a, 240b, 244, 248e van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 5 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 18 (achttien) maanden
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
Stelt als
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
  • zich gedurende de proeftijd van drie jaren op afspraak bij Reclassering Nederland zal melden en blijven melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • zal meewerken aan een behandeling bij de polikliniek De Waag of het ambulant behandelcentrum Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Deze behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt. De veroordeelde dient zich daarbij te houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
  • zal meewerken aan controle van het gebruik van alcohol en cannabis om dit middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle en de reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
  • zal op geen enkele wijze (in persoon noch via internet noch anderszins) contact zoeken met minderjarigen anders dan zijn eigen kind(eren) en vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat hier andere volwassenen bij aanwezig zijn;
  • vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Hij onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Indien de reclassering dat nodig acht, dient de veroordeelde mee te werken aan de controle van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers ten behoeve van de (laatste drie) hiervoor vermelde bijzondere voorwaarden en dient mee te werken aan huisbezoeken om deze controles mogelijk te maken. De controles mogen maximaal vier keer per jaar plaatsvinden. De veroordeelde dient in geval van controle zijn of door hem gebruikte gegevensdragers ter beschikking te stellen voor een periode van maximaal drie dagen. Daarnaast mag er in de gegevensdragers enkel worden gezocht met een daarvoor geschikt zoekprogramma en enkel met gebruikmaking van de daartoe geëigende op de opsporing van kinderporno gerichte specifieke zoektermen, en slechts op zodanige wijze dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden;
  • geen werkzaamheden zal verrichten met minderjarigen en/of waarbij hij in (direct) contact komt met minderjarigen, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
  • gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1], geboren op [datum 1], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 2], geboren op [datum 2], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • gedurende de proeftijd zich niet zal begeven in de gemeente Alkmaar, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.500.-bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 7.500,- bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 72 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van € 1.000.- bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.000,- bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Onttrekking aan het verkeer:
1. STK Telefoontoestel (Omschrijving: NHRBC23073-770343, zwart, merk: Apple)
1. STK Computer (Omschrijving: NHRBC23073-770346, zilver, merk: Pavilion)
1. STK Computer (Omschrijving: NHRBC23073-770350, zwart, merk: Samsung)
1. STK Computer (Omschrijving: NHRBC23073-770356, zilver, merk: Apple)
1. STK Telefoontoestel (Omschrijving: pl1100-2023084366-1479965, zwart, merk: Oppo)
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1. STK Ring (Omschrijving: NHRBC23073-770345, goud)
1. STK Trui (Omschrijving: pl1100-2023084366-1479935, blauw)
1. STK Sok (Omschrijving: pl1100-2023084366-1479936)
1. STK Shirt (Omschrijving: pl1100-2023084366-1479945, wit)
1. STK Schoenen (Omschrijving: pl1100-2023084366-1479950, groen, merk: Karhu)
1. STK Ondergoed (Omschrijving: pl1100-2023084366-1479961, bruin, merk: Calvin Klein)
1. STK Broek (Omschrijving: pl1100-2023084366-1479963, blauw)
1. STK Jas (Omschrijving: pl1100-2023084366-1479960, groen)
1. STK Olie (Omschrijving: NHRBC23073-770349)
1. STK Niet te definiëren goed (Omschrijving: NHRBC23073-770352 kleed, wit met blauw)
1. STK Condoom (Omschrijving: NHRBC23073-770358, wit, merk: Durex)
Heft op het beslag ex artikel 94 Sv:
1 STK Personenauto [kenteken]
(Omschrijving: 1479852, Bruin, merk: Renault, chassisnr: [nummer])
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Lintjer, voorzitter,
mr. C.S. Schoorl en mr. D. Straathof, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, mr. L.P. van Os,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 juli 2024.
Bijlage
De bewijsmiddelen
(…)