Uitspraak
OHRA VERZEKERINGEN,
1.De procedure
2.De feiten
Ten tijde van de expertise constateerden wij dat het voertuig beschadigd was aan de rechterzijde. De eigenaar toonde ons diverse krassen over de rechterzijde, met name het achter portier, bumperhoek, kuiplijsten, maar eveneens op de rechter voorbumperhoek.
In figuur 1 op de volgende pagina zijn de meeste geclaimde krasschades in deze rechterzijschade weergegeven. Het krasbeeld blijkt uit de volgende onderdelen te bestaan:
4.De beoordeling
alleschade aan de rechterkant van de auto, zoals die door [eiser] is geclaimd, veroorzaakt is door de aanrijding met de scooter.
alleschade aan (in ieder geval) de rechterkant van de auto aangewezen als schade die veroorzaakt is door de aanrijding met de scooter. Daarnaast heeft [eiser] in ieder geval twee keer op vragen van Nationale-Nederlanden gezegd dat de auto bij aanschaf en voorafgaand aan het ongeval schadevrij was. Dat is op basis van de conclusies van deskundigen feitelijk niet mogelijk. De kantonrechter is op basis van het schadebeeld, dat in het CED-rapport uitvoerig is omschreven en is weergegeven op vele foto’s, van oordeel dat het niet aannemelijk is dat [eiser] zich vergist heeft of dat de al bestaande schade eerder niet zichtbaar zou zijn geweest. Op de foto’s is duidelijk zichtbaar dat het gaat om veel verschillende soorten beschadigingen. Bovendien heeft [eiser] de schade aan de auto zelf aangewezen aan de expert van CED. Daarmee staat vast dat de schade ook voor [eiser] zichtbaar was. De kantonrechter concludeert daaruit dat [eiser] opzettelijk onjuiste informatie heeft gegeven aan Nationale-Nederlanden over het ontstaan van de schade aan haar auto.
5.De beslissing
€ 333,96 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2024 tot aan de dag van algehele voldoening;