ECLI:NL:RBNHO:2024:7662
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming bedrijfsruimte wegens huurachterstand
In deze zaak vordert een verhuurster van een bedrijfsruimte betaling van een huurachterstand. De huurder erkent de huurachterstand, die zo groot is dat dit een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De kantonrechter heeft op 25 juli 2024 geoordeeld dat de huurovereenkomst ontbonden wordt en dat de huurder het gehuurde moet ontruimen. De verhuurster had ook schadevergoeding voor gederfde huurinkomsten gevorderd, maar deze werd afgewezen omdat zij al een nieuwe huurder heeft gevonden. De procedure omvatte een tussenvonnis van 2 mei 2024 en een mondelinge behandeling op 15 juli 2024. De huurovereenkomst was ingegaan op 1 april 2017 en loopt tot 30 juni 2025. De huurder heeft de huur niet tijdig betaald, wat heeft geleid tot een aanzienlijke huurachterstand van € 44.899,06 tot en met februari 2024. De huurder heeft aangevoerd dat de huurachterstand is ontstaan door coronamaatregelen, maar dit verweer werd als onvoldoende onderbouwd afgewezen. De kantonrechter heeft de huurder veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de kosten van de procedure, en heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op drie dagen na betekening van het vonnis.