ECLI:NL:RBNHO:2024:7657

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 juli 2024
Publicatiedatum
26 juli 2024
Zaaknummer
10969648 \ EJ VERZ 24-73
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichtingen bij zware vereffening in nalatenschap

Op 25 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een ambtshalve beschikking gegeven in de nalatenschap van een erflaatster die in 2020 is overleden. De erfgenaam, aangeduid als verzoeker, heeft op 4 maart 2024 een boedelbeschrijving ingediend, waaruit bleek dat de nalatenschap negatief was. De rechtbank heeft op 11 maart 2024 de boedelbeschrijving ter inzage gelegd en de 'lichte vereffening' van toepassing verklaard. Echter, na klachten van vier schuldeisers over onregelmatigheden in de boedelbeschrijving, heeft de erfgenaam/vereffenaar niet gereageerd op verzoeken om verduidelijking.

De kantonrechter heeft besloten om van de standaardprocedure af te wijken en de 'zware' vereffening verplichtingen op te leggen. Dit besluit is genomen vanwege het negatieve saldo van de boedel, het lange tijdsverloop sinds het overlijden van de erflaatster, en het gebrek aan reactie van de erfgenaam/vereffenaar op de bezwaren van de schuldeisers. De kantonrechter heeft de erfgenaam/vereffenaar verplicht om de schuldeisers op te roepen hun vorderingen in te dienen voor 1 oktober 2024 en om een lijst van erkende en betwiste vorderingen neer te leggen.

De beschikking benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afwikkeling van de nalatenschap, waarbij de erfgenaam/vereffenaar zich moet houden aan de wettelijke verplichtingen zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft de erfgenaam/vereffenaar ook de mogelijkheid gegeven om de oproep en bekendmaking te beperken tot publicatie in de digitale Staatscourant.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 10969648 \ EJ VERZ 24-73
Uitspraakdatum: 25 juli 2024
Ambtshalve beschikking van de kantonrechter in de nalatenschap van:
[erflaatster],
geboren op [geboortedatum] 1938 te [geboorteplaats] en overleden op [overlijdensdatum] 2020, laatstelijk gewoond hebbende te
[woonplaats].

1.Het procesverloop

1.1.
Op 4 maart 2024 heeft [verzoeker] een boedelbeschrijving ingediend, bij de griffie ontvangen op 4 maart 2024, waarbij zij heeft gemeld dat de nalatenschap negatief is.
1.2.
In een brief van de rechtbank Noord-Holland van 11 maart 2024 is gemeld dat de boedelbeschrijving op de griffie ter inzage is gelegd en is de ‘lichte vereffening’ van toepassing verklaard.
1.3.
In een brief van 17 april 2024 hebben vier schuldeisers geschreven dat zij onregelmatigheden in de neergelegde boedelbeschrijving hebben geconstateerd.
1.4.
De erfgenaam/vereffenaar, [verzoeker] , heeft, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd.

2.De feiten

2.1.
Op [overlijdensdatum] 2020 is overleden mevrouw [erflaatster] , geboren op [geboortedatum] 1938 te [geboorteplaats] , laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] (erflaatster).
2.2.
[verzoeker] is de enige erfgenaam van erflaatster.
2.3.
De nalatenschap is op 14 oktober 2020 beneficiair aanvaard door [verzoeker] .
2.4.
[verzoeker] is op grond van de beneficiaire aanvaarding vereffenaar in de nalatenschap van erflaatster. Zij zal hierna aangeduid worden als de erfgenaam/vereffenaar.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt bij de afwikkeling van een onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap is dat deze op vereenvoudigde wijze wordt afgewikkeld. De kantonrechter ziet aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en te bepalen dat op de vereffening de ‘zware’ vereffeningsverplichtingen van toepassing zijn. De kantonrechter legt hierna uit waarom.
3.2.
De erfgenaam/vereffenaar heeft een boedelbeschrijving ingediend. Blijkens dit overzicht van de bezittingen en de schulden is er sprake van een negatieve nalatenschap. Deze boedelbeschrijving is op de griffie ter inzage gelegd.
3.3.
Een drietal schuldeisers heeft de boedelbeschrijving ingezien en zij hebben per brief van 17 april 2024 aan de kantonrechter hun bezwaren tegen de boedelbeschrijving kenbaar gemaakt en er op aangedrongen dat de boedelbeschrijving aangepast wordt. Daarnaast verzoeken zij dat de zware vereffening van toepassing wordt verklaard.
3.4.
De erfgenaam/vereffenaar is bij brief van 14 mei 2024 in de gelegenheid gesteld te reageren op de op- en aanmerkingen van de schuldeisers en hun verzoek om de vereffening te verzwaren. De erfgenaam/vereffenaar heeft niet gereageerd.
3.5.
Gelet op het negatieve saldo van de boedel, het lange verloop tussen het overlijden van erflaatster en het indienen van de boedelbeschrijving, de opmerkingen van de schuldeisers en de omstandigheid dat de erfgenaam/vereffenaar niet heeft gereageerd, zal de kantonrechter met het oog op een regelmatige vereffening gebruik maken van de in lid 1 van artikel 4:221 BW aan de kantonrechter gegeven bevoegdheid om te bepalen dat de in de artikelen 4:214, lid 1 en 5, en 4:218 BW omschreven verplichtingen wel komen te rusten op de erfgenamen die uit hoofde van aanvaarding onder het voorrecht van boedelbeschrijving vereffenaar zijn.
3.6.
De vereffening zal worden verzwaard met de volgende verplichtingen:
1. het oproepen van de schuldeisers om voor 1 oktober 2024 hun vorderingen bij de vereffenaars dan wel de boedelnotaris - indien aanwezig – in te dienen;
2. het zo spoedig mogelijk na 1 oktober 2024 neerleggen van een lijst van erkende en betwiste vorderingen en aanspraken op voorrang bij de boedelnotaris, of bij gebreke daarvan bij de griffie van de rechtbank, ter inzage van de erfgenamen, de legatarissen en allen die zich als schuldeiser hebben aangemeld en ieder van hen daarvan in kennis te stellen;
3. het neerleggen van een rekening en verantwoording en uitdelingslijst zoals bepaald in artikel 4:218 BW;
4. waarbij de vereffenaar zich voor wat betreft de openlijke oproep en openlijke bekendmaking kan beperken tot plaatsing in de digitale Staatscourant.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
bepaalt dat de verplichtingen uit hoofde van de leden 1 en 5 van artikel 4:214 BW en artikel 4:218 BW op de erfgenaam-vereffenaar van de nalatenschap van [erflaatster] rusten;
4.2.
bepaalt dat de erfgenaam/vereffenaar de schuldeisers van de nalatenschap van [erflaatster] op zal roepen hun vorderingen bij haar dan wel de boedelnotaris (voor zover aanwezig) in te dienen vóór 1 oktober 2024;
4.3.
bepaalt dat de erfgenaam/vereffenaar zich voor wat betreft de openlijke oproep en openlijke bekendmaking kan beperken tot plaatsing in de digitale Staatscourant;
Deze beschikking is gegeven door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter