ECLI:NL:RBNHO:2024:7643

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
26 juli 2024
Zaaknummer
11008599 \ CV EXPL 24-2022
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis in identiteitsfraudezaak met betrekking tot betalingsvordering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 juli 2024 uitspraak gedaan in het verzet van [opposant] tegen een eerder verstekvonnis. [opposant] stelt dat zij slachtoffer is geworden van identiteitsfraude en dat de bestelling waarvoor Billink B.V. betaling vordert, niet door haar is geplaatst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat uit de overgelegde stukken kan worden afgeleid dat [opposant] mogelijk het slachtoffer is van identiteitsfraude, maar dat dit niet betekent dat de bestelling niet door haar is geplaatst. De kantonrechter oordeelt dat [opposant] bekend had moeten zijn met de bestelling door de betalingsherinnering die naar haar zakelijke e-mailadres is gestuurd. Aangezien [opposant] geen actie heeft ondernomen na ontvangst van deze herinnering, wordt haar verzet ongegrond verklaard. De kantonrechter wijst de vorderingen van [opposant] af en veroordeelt haar in de proceskosten van de verzetprocedure, die zijn begroot op € 60,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11008599 \ CV EXPL 24-2022
Vonnis van 31 juli 2024
in de zaak van
[opposant],
wonende te [plaats],
opposant,
hierna te noemen: [opposant],
gemachtigde: mr. R. van Viersen,
tegen
BILLINK B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Gouda,
geopposeerde,,
hierna te noemen: Billink,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de verzetdagvaarding van 11 maart 2024
- de conclusie van antwoord in oppositie
- de conclusie van repliek in verzet.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[opposant] is op 31 januari 2024 op vordering van Billink bij verstek veroordeeld door de kantonrechter, locatie Haarlem, tot betaling van een bedrag van € 2.771,92, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 2.203,89 vanaf 5 december 2023 tot aan de dag van algehele betaling en in de proceskosten aan de zijde van Billink. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.2.
Het verstekvonnis is op 16 februari 2024 betekend aan [opposant] in persoon.
2.3.
[opposant] heeft op 11 maart 2024 verzet ingesteld tegen het gewezen verstekvonnis.

3.Het geschil

3.1.
[opposant] vordert dat de kantonrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad de vorderingen van Billink integraal zal afwijzen met veroordeling van Billink in de kosten van het verzet.
3.2.
Billink voert verweer. Billink concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [opposant], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [opposant], met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [opposant] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[opposant] stelt dat de bestelling waarvan Billink betaling vordert en die gedaan zou zijn op naam van haar eenmanszaak [bedrijf], niet door haar is geplaatst maar door een persoon die zich als haar heeft voorgedaan. Zij is het slachtoffer geworden van identiteitsfraude en heeft daarvan ook aangifte heeft gedaan bij de politie op 17 juli 2023. De bestelling heeft zij nooit ontvangen of opgehaald. Ter onderbouwing van haar stellingen legt zij een proces-verbaal van aangifte bij de politie over en een verklaring van de heer [betrokkene], als sociaal werker werkzaam voor MeerWaarde, welke instantie haar helpt in het kader van schuldhulpverlening.
4.2.
[opposant] had haar eenmanszaak [bedrijf], een bedrijf voor (onder meer) import en export van tweedehands auto’s, op 1 oktober 2022 laten inschrijven bij de Kamer van koophandel en op 1 februari 2023 weer laten uitschrijven. De factuur waarvan Billink betaling vordert betreft producten die op 28 november 2022 zijn besteld bij Inktweb.nl en heeft betrekking op een bestelling van 20 stuks Duracell AA Economy 8-pack, 100 stuks Duracell Aa Plus 100% 4-pack en 25 stuks Canon PIXMA TR4650 zwart.
4.3.
Billink heeft bij haar dagvaarding in de verstekzaak een betalingsherinnering overgelegd die op 14 december 2022 per e-mail is verzonden aan het e-mailadres van de eenmanszaak. In die e-mail staat ook op welke wijze contact kan worden opgenomen met Inktweb.nl als de bestelling niet is ontvangen. Niet is gesteld of gebleken dat [opposant] de e-mail niet heeft ontvangen of hierover contact heeft opgenomen met Inktweb.nl of Billink.
4.4.
In de door [opposant] overgelegde aangifte bij de politie op 17 juli 2023 verklaart [opposant] dat zij slachtoffer is geworden van oplichting en dat zij in februari 2023 een aanmaning heeft ontvangen van een bedrijf gevestigd in Arnhem waar op 5 december 2022 op naam van de eenmanszaak verschillende soorten gereedschappen zijn besteld. In de aangifte maakt zij geen melding van de bestelling bij Inktweb.nl.
4.5.
De verklaring van de heer [betrokkene] van Meerwaarde houdt onder meer in dat [opposant] hem op 12 januari 2024 heeft verteld dat zij slachtoffer is geworden van identiteitsfraude en dat ze daarbij ook heeft gesproken over de aangifte bij de politie op 17 juli 2023. Verder heeft [opposant] hem verteld dat er inmiddels een dader in beeld is met wie zij vroeger in het zakelijk verkeer contact heeft gehad, die meer vrouwen heeft benadeeld en daarvoor is aangehouden en dat deze dader inmiddels in Haarlem bekend staat als oplichter.
Tot slot vermeldt hij dat Schuldhulpverlening [opposant] niet verder kan helpen zolang zij vorderingen betwist.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de inhoud van de door [opposant] overgelegde stukken, in onderlinge samenhang gezien, kan worden afgeleid dat [opposant] mogelijk het slachtoffer is geworden van identiteitsfraude. Dit betekent echter niet zonder meer dat ook de bestelling waarvan Billink betaling vordert door een ander dan [opposant] is gedaan. Zelfs als zij de bestelling niet zelf zou hebben geplaatst, zou zij door de betalingsherinnering in haar zakelijke e-mail bekend geworden zijn met deze bestelling en had zij, als zij deze bestelling niet had geplaatst of niet had ontvangen, hierop actie moeten ondernemen. Niet is gesteld of gebleken dat zij dat heeft gedaan. Van deze bestelling heeft zij ook geen melding gemaakt in haar aangifte bij de politie en uit de verklaring van [betrokkene] blijkt alleen maar dat hem verteld heeft dat zij het slachtoffer is geworden van identiteitsfraude, maar niet dat zij hem over deze bestelling/vordering heeft verteld. De enkele mededeling van haarzelf dat zij slachtoffer was geworden van identiteitsfraude is daarvoor onvoldoende. De bestelling komt gelet op de doelomschrijving van de eenmanszaak in het handelsregister (naast import en export van auto’s ook groothandel in computers, randapparatuur en software en groothandel in audio- en video apparatuur en witgoed) niet onlogisch voor.
4.7.
De kantonrechter ziet dan ook geen grond om de vorderingen van Billink alsnog af te wijzen en het verstekvonnis van 31 januari 2024 te vernietigen.
4.8.
[opposant] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van deze verzetprocedure betalen. De proceskosten van Billink worden begroot op:
- salaris gemachtigde € 40,00
- nakosten
€ 20,00
Totaal € 60,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart het verzet ongegrond en wijst de vorderingen van [opposant] af,
5.2.
veroordeelt [opposant] in de proceskosten van € 60,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [opposant] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2024.