Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser,
de Staat der Nederlanden (het ministerie van Justitie en Veiligheid), de Staat.
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
24 november 2021 besloten om eerder integraal geweigerde documenten alsnog gedeeltelijk openbaar te maken.
18 mei 2022 uitspraak gedaan in die procedure. Samengevat oordeelde de rechtbank dat:
Beoordeling door de rechtbank
Ontvankelijkheid beroep vanwege niet tijdig beslissen
11 november 2022. De rechtbank gaat daar in het navolgende ook vanuit. Op grond van artikel 6:19 van de Awb betrekt de rechtbank het besluit van 6 december 2022 eveneens bij dit beroep (het gewijzigde bestreden besluit).
Conclusie en gevolgen
29 juli 2024 zijn in totaal vijf jaar en zes maanden verstreken.
Beslissing
- verklaart het beroep dat is gericht tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand blijven;
- veroordeelt de Staat tot het betalen van € 500,- aan schadevergoeding aan eiser;
- veroordeelt het college tot het betalen van € 2.500,- aan schadevergoeding aan eiser;
- draagt het college op om het betaalde griffierecht van € 184,- aan eiser te vergoeden.