ECLI:NL:RBNHO:2024:7545

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
24 juli 2024
Zaaknummer
10821125 \ CV EXPL 23-5165
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een onbetaalde nota voor tandheelkundige behandeling en de gevolgen van royement

In deze zaak heeft Infomedics B.V., vertegenwoordigd door Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders, een vordering ingesteld tegen een gedaagde voor de betaling van een onbetaalde nota van € 1.460,53, die voortvloeit uit een tandheelkundige behandeling bij Mediaan Clinic. De gedaagde heeft verweer gevoerd en een tegenvordering ingediend, waarbij zij stelt dat de behandeling niet heeft plaatsgevonden en dat de dagvaarding onvoldoende onderbouwd is. Infomedics heeft op 23 februari 2024 een akte van royement genomen, maar de gedaagde verzet zich hiertegen en vraagt om een volledige proceskostenveroordeling.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Infomedics haar vordering niet handhaaft, waardoor deze niet langer ter beoordeling ligt. De rechter heeft de oorspronkelijke vordering van Infomedics afgewezen en Infomedics veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn vastgesteld op € 510,00. De gedaagde had ook een tegenvordering ingediend voor de werkelijke proceskosten, maar deze is afgewezen omdat er geen grond was voor toewijzing. De rechter heeft benadrukt dat de vordering van Infomedics niet evident ongegrond was en dat er geen sprake was van misbruik van procesrecht.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Infomedics de proceskosten moet betalen en dat de wettelijke rente over deze kosten verschuldigd is indien niet tijdig aan de veroordeling wordt voldaan. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.C. van Rijn op 31 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10821125 \ CV EXPL 23-5165 CK
Uitspraakdatum: 31 juli 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Infomedics B.V., mede handelend onder de namen Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA
gevestigd te Almere
eiseres
verder te noemen: Infomedics
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M.W.P. Buers Bakker

1.Het procesverloop

1.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding van 22 november 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Infomedics heeft op de rolzitting van 23 februari 2024 een akte van royement genomen. [gedaagde] heeft daarop geantwoord. Infomedics heeft vervolgens nog schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering.

2.Waar deze zaak over gaat

2.1.
Infomedics heeft in de dagvaarding gevorderd dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 1.460,53, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom van € 1.245,52, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
2.2.
Infomedics legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] een tandheelkundige behandeling heeft laten uitvoeren bij Mediaan Clinic, maar de nota daarvan niet heeft betaald. Zij is sinds het verstrijken van de betalingstermijn van de nota in verzuim en moet daarom de wettelijke rente betalen. Zij moet ook de buitengerechtelijke incassokosten betalen. Infomedics stelt dat zij door cessie eigenaar is geworden van de vordering.
2.3.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen de vordering. Zij voert aan dat Mediaan Clinic het betreffende gebit niet heeft geleverd. Ook stelt zij dat de toelichting in de dagvaarding op de vordering en de cessie onvoldoende is. Haar verweer en de bemoeienis van haar zorgverzekering zijn niet genoemd. Nadat Mediaan Clinic de factuur had ingetrokken, had Infomedics de procedure niet door moeten zetten. Gelet op deze schendingen en omdat de procedure onnodig is gevoerd, vordert [gedaagde] een veroordeling van Infomedics in de werkelijk gemaakte proceskosten, volgens de schriftelijke reactie van 1 maart 29024 een bedrag van € 2.420,00, zoals blijkt uit de factuur van haar gemachtigde van 9 januari 2024.
2.4.
Infomedics bestrijdt dat [gedaagde] aanspraak kan maken op vergoeding van de gestelde proceskosten. Het gevorderde bedrag bestempelt zij als buitenproportioneel hoog.

3.De beoordeling

de vordering
3.1.
Infomedics heeft verzocht om doorhaling van deze procedure, zij wenst niet verder te procederen. Mediaan Clinic heeft de factuur waarvan betaling werd gevorderd, ingetrokken. Infomedics kan geen doorhaling bewerkstelligen zonder instemming van [gedaagde] . [1] [gedaagde] verzet zich tegen doorhaling en verzoekt om een volledige proceskostenveroordeling.
3.2.
Infomedics handhaaft haar vorderingen niet. Het gevolg hiervan is dat de oorspronkelijke vordering van Infomedics niet langer ter beoordeling voor ligt. Voor de duidelijkheid wordt deze vordering afgewezen. Infomedics wordt in de proceskosten veroordeeld.
3.3.
[gedaagde] vordert betaling van de daadwerkelijk gemaakte proceskosten, na vermeerdering van eis, € 2.420,00 inclusief btw aan advocaatkosten. Een dergelijke vordering is alleen toewijsbaar in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door art. 6 EVRM.
3.4.
Volgens [gedaagde] heeft Infomedics de waarheidsplicht en de substantiëringsplicht geschonden. [gedaagde] zegt daarover dat de toelichting van Infomedics op de gestelde cessie onvoldoende is. Dat volgt de kantonrechter niet. Een cessie dient aan twee vereisten te voldoen: een akte van cessie en een mededeling daarvan aan de debiteur. [2] Die mededeling kan in elke vorm geschieden. Aan het mededelingsvereiste is in ieder geval voldaan als de cessie in een procedure, zo niet bij dagvaarding dan wel bij repliek, ter kennis is gebracht. Niet vereist is dat een cessie al voltooid is op het moment van de dagvaarding. De stelplicht ten aanzien van de cessie ligt bij Infomedics, die als daartegen verweer wordt gevoerd haar stellingen nader moet onderbouwen. Aan die stelplicht is in dit geval voldaan.
3.5.
[gedaagde] zegt ook dat door haar gevoerd verweer niet in de dagvaarding is vermeld. Zij heeft geprotesteerd tegen een factuur van 15 oktober 2022 voor dezelfde behandeling van Mediaan Clinic. Op dat verweer is volgens [gedaagde] niet gereageerd. [gedaagde] heeft deze stelling niet gedocumenteerd, ook haar stelling dat haar Zorgverzekering op die factuur heeft gereageerd nadat zij een deel van de kosten had vergoed, is niet onderbouwd. Dat sprake is van het verzwijgen van een bij Infomedics bekend verweer tegen de nu aan de orde gestelde vordering kan dus niet worden vastgesteld. Van een schending van de waarheidsplicht is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken.
3.6.
Wat [gedaagde] heeft aangevoerd kan niet leiden tot het oordeel dat er sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door Infomedics. De vordering die Infomedics heeft ingesteld is naar het oordeel van de kantonrechter niet evident ongegrond of gebaseerd op onjuiste stellingen. Daarbij acht de kantonrechter van belang dat niet is gesteld of gebleken dat het protest tegen de factuur van 15 oktober 2022 en de bemoeienis van de verzekeraar hebben geleid tot een definitieve beëindiging van het geschil. Een dergelijke overeenstemming zou immers betekenen dat Mediaan Clinic niet alsnog een factuur aan [gedaagde] kon sturen. Op de factuur van 10 mei 2023 en de aanmaning van 9 oktober 2023 is door [gedaagde] niet gereageerd. Dat Mediaan Clinic op 6 december 2023 heeft bericht de declaratie te laten vervallen en dat een intrekking van de dagvaarding op die dag kostenbesparend zou zijn geweest, maakt dat niet anders.
3.7.
De kantonrechter zal de vordering van [gedaagde] tot een veroordeling in de volledige proceskosten afwijzen. De proceskosten worden aan de hand van het liquidatietarief voor [gedaagde] als volgt begroot.
  • salaris gemachtigde € 408,00 (2 punten x tarief € 204)
  • nakosten
Totaal € 510,00.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
De tegenvordering
3.8.
Over de vordering tot veroordeling van Infomedics in de werkelijke proceskosten is hiervoor geoordeeld en beslist. Voor een toewijzing van de tegenvordering en een daarmee verband houdende proceskostenveroordeling is geen grond. De tegenvordering van [gedaagde] zal de kantonrechter afwijzen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
4.1.
wijst de vordering van Infomedics af;
4.2.
veroordeelt Infomedics tot betaling van de proceskosten van € 510,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Infomedics niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
veroordeelt Infomedics tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
de tegenvordering
4.5.
wijst de vordering af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van Rijn en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.artikel 246 Rv
2.artikel 3:94 lid 1 BW