Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 juli 2024 in de zaak tussen
[verzoeker] e.a., uit [plaats] , verzoekers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, verweerder
Jachthaven Rietpol (Spaarnedock)uit Spaarndam gem. Haarlem , vergunninghouder.
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
de activiteit bouwenheeft verweerder hieraan – samengevat – ten grondslag gelegd dat de aanvraag met betrekking tot de enkelbestemming ‘Recreatie-Jachthaven’ aan de gebruiks- en bebouwingsvoorschriften voldoet en daarmee binnen het bestemmingsplan past. De aanvraag voldoet ook aan de geldende voorschriften voor de dubbelbestemming ‘Waarde-Cultuurhistorie’ en de gebiedsaanduiding ‘overige zone- herziening planregels 1’. Ook past de aanvraag binnen de gebiedsaanduiding ‘overige zone - herziening planregels 7’. Verder overweegt verweerder dat, omdat de huidige parkeervoorzieningen op het eiland gehandhaafd blijven en er gelet op de aanvraag geen sprake is van toename van het aantal ligplaatsen, geen extra parkeervraag aan de orde is. Daarmee past de aanvraag ook binnen het ‘Parapluplan parkeernormen Haarlem 2018’.
De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) heeft positief geadviseerd over de aanvraag.
Er is volgens verweerder verder geen sprake van strijd met de constructieve veiligheidsvoorschriften uit het Bouwbesluit 2012. De planbeoordelaar heeft geen bezwaar tegen afgifte van de vergunning als wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden.
De activiteit voldoet tot slot aan de voorschriften uit de Haarlemse bouwverordening.
Ten aanzien van de activiteit bouwen zijn er volgens verweerder dan ook geen redenen voor weigering van de gevraagde vergunning.
de activiteit uitvoeren van een werkoverweegt verweerder
– samengevat – als volgt.
Op grond van het bestemmingsplan wordt voor deze activiteit op een perceel met de dubbelbestemming ‘Waarde-Beschermd dorpsgezicht’ niet eerder een vergunning verleend dan nadat de Dorpsraad Spaarndam in de gelegenheid is gesteld aan het college van burgemeester en wethouders advies uit te brengen. Een vergunning wordt gelet op de planregels niet verleend indien door de werken en werkzaamheden de schoonheid en het karakter van het beschermd dorpsgezicht worden aangetast.
Uit het besluit volgt verder dat de dorpsraad op 11 januari 2024 heeft geadviseerd. Dit advies is integraal overgenomen in het besluit. Aanvankelijk is geen positief advies afgegeven. Samengevat was aangegeven dat de drijvende steigers een verbetering van de huidige situatie waren. Er was echter onder meer nog onvoldoende inzicht in de feitelijke uitvoering en er waren onduidelijkheden over de hoogte van de palen, de bevestiging en de maatvoering van de drijvende steigers, de locatie van twee bij het plan betrokken steigers en de vorm en constructie van de golfbreker. Volgens dit advies werden door een deel van het voorgenomen plan de vaar- en aanlegmogelijkheden ongewenst beperkt of onmogelijk gemaakt.
De tekeningen zijn vervolgens op 7 maart 2024 aangepast en er is een reactie gegeven op voornoemd advies. Uit het besluit volgt dat de dorpsraad op 13 maart 2024, gelet op de aanpassing en de gegeven toelichting, goedkeuring aan het plan heeft gegeven met betrekking tot het aanzien en het passen in het beschermd dorpsgezicht.
De ARK heeft op 11 maart 2024 eveneens positief op de aanvraag geadviseerd.
Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het uitvoeren van een werk of werkzaamheid zijn er dan ook volgens verweerder geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.
Bekendmaking beschikking aan verzoekers
Toegelicht is dat, en waarom het eerst ingediende bouwplan in strijd was met het geldende bestemmingsplan. Aangegeven is dat, en op welke wijze, de aanvraag vervolgens is aangepast, waarbij deze binnen het bestemmingsplan past.
Verder is toegelicht dat het aantal ligplaatsen met de aanvraag niet wordt uitgebreid. De parkeerbehoefte neemt niet toe. De aanvrager heeft aangegeven dat de bestaande parkeervoorzieningen op het eiland gehandhaafd blijven.
Tot slot is uitgelegd dat de aanvrager niet verplicht kan worden om een aanvraag in te dienen waarin zowel de renovatie als de ontwikkeling van het eiland zijn opgenomen. Op het moment dat een aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend voor de ontwikkeling van het eiland, dan zal hierbij ook aangegeven moeten worden op welke wijze de parkeervoorzieningen voor de jachthaven in de planvorming zijn meegenomen, zo vermeldt verweerder.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
De aanvraag is volgens verzoekers bovendien niet aan de dorpsraad voorgelegd, maar aan de commissie beschermd dorpsgezicht. Deze commissie beperkt zich enkel tot de visuele gevolgen van het projectplan en weegt de overige aspecten niet mee.
Is er sprake van onlosmakelijk samenhangende activiteiten?