Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Beschikking van de kantonrechter
procedure
- het verzoek, ter griffie ingekomen op 8 maart 2024;
- het verweer van de bewindvoerder, ingekomen op 3 april 2024.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van het bewind dat op 26 juli 2018 was ingesteld over de goederen van verzoeker. Verzoeker, die kampt met geestelijke en lichamelijke problemen, heeft verzocht om het bewind op te heffen, omdat zij financiële wensen heeft die zij wil vervullen, waaronder het ondersteunen van haar ernstig zieke zoon en haar dochter die nog geen eigen woning heeft. Verzoeker heeft echter aangegeven dat zij door haar bewindvoerder, R.C.F. Vos, wordt tegengehouden in haar wensen en dat zij ontevreden is over de manier waarop hij haar behandelt. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 juni 2024 heeft verzoeker haar onvrede geuit over het gebrek aan inzicht in haar financiën en het feit dat haar bewindvoerder haar niet op de hoogte heeft gesteld van een compensatiebedrag van € 30.000,-- dat zij heeft ontvangen als gedupeerde van de kindertoeslagaffaire.
De kantonrechter heeft de argumenten van verzoeker overwogen, maar is tot de conclusie gekomen dat de noodzaak voor het bewind nog steeds aanwezig is. Verzoeker heeft niet kunnen aantonen dat zij in staat is om haar financiën zelfstandig te beheren, en de kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker nog steeds problematische schulden heeft van ongeveer € 40.000,--. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat verzoeker vaak om extra geld vraagt, wat niet budgettair mogelijk is, en dat zij recentelijk een vakantie heeft geboekt zonder overleg, wat getuigt van een gebrek aan financieel inzicht. Gezien deze omstandigheden heeft de kantonrechter het verzoek tot opheffing van het bewind afgewezen, omdat de gronden voor het bewind nog steeds bestaan.
De beschikking is gegeven door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.