ECLI:NL:RBNHO:2024:7469
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake sluiting bedrijfspand op basis van de Opiumwet; beoordeling van spoedeisend belang en rechtmatigheid van het besluit
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Alkmaar om zijn bedrijfspand te sluiten op basis van de Opiumwet. De burgemeester had op 10 juni 2024 besloten het pand voor zes maanden gesloten te houden, na een onderzoek naar de huurder van het pand, waarbij een grote hoeveelheid verdovende middelen werd aangetroffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 juni 2024 behandeld, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigden van de burgemeester aanwezig waren.
De voorzieningenrechter overweegt dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft aangetoond, omdat hij als professionele verhuurder meerdere panden verhuurt en de sluiting van dit specifieke pand niet zijn enige inkomstenbron is. Bovendien heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat de burgemeester zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat de sluiting van het pand noodzakelijk was, gezien de aangetroffen hoeveelheid drugs en de ernst van de situatie. De voorzieningenrechter concludeert dat het bestreden besluit naar verwachting in bezwaar in stand zal blijven en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Jurgens, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken op 8 juli 2024. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.