ECLI:NL:RBNHO:2024:7406

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 juli 2024
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
C/15/352081 FT RK 24/319
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing dwangakkoord wegens niet-goed trouw ontstaan van schulden

In deze zaak heeft de schuldenaar een minnelijke schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, maar zes van hen hebben geweigerd om mee te werken. De schuldenaar verzocht de rechtbank om de weigerende schuldeisers te dwingen in te stemmen met de regeling. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat de weigerende schuldeisers in redelijkheid konden weigeren. De schuldenaar had zich schuldig gemaakt aan diefstal van benzine door te tanken en direct weg te rijden zonder te betalen. Dit leidde tot de conclusie dat de schulden niet te goeder trouw waren ontstaan. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een bijzonder geval dat een dwingend oordeel rechtvaardigde. De weigerende schuldeisers hoeven daarom niet mee te werken aan de schuldregeling. De schuldenaar wordt echter wel toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) in een aparte uitspraak.

Uitspraak

VONNIS AFWIJZING DWANGAKKOORD

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
zittingsplaats: Haarlem
afdeling: handel, kanton en insolventie
zaaknummer: C/15/352081 FT RK 24/319
naam rechter: mr. J. van der Kluit
uitspraakdatum: 25 juli 2024
in de zaak van: [schuldenaar] hierna: schuldenaar)
geboren op: [geboortedatum] 1980 te [plaats 1]
wonende te: [plaats 2]
schuldhulpverlener: Kredietbank Nederland
tegen
schuldeisers: Esso Uitgeest, Esso Oostzaan De Watering en Esso Heemskerk alsmede Total Tankstation Ganzenhoef, Total Tankstation Stadionplein en Total Tankstation Beverwijk
hierna te noemen: de weigerende schuldeisers
vertegenwoordigd door: LAVG Gerechtsdeurwaarders
gevestigd te: Groningen

1.Samenvatting

Schuldenaar heeft een minnelijke schuldregeling aan zijn schuldeisers aangeboden. Zes schuldeisers weigeren mee te werken aan die schuldregeling. Schuldenaar wil dat de rechtbank de weigerende schuldeisers beveelt toch in te stemmen met de schuldregeling.

2.Beslissing van de rechtbank

De rechtbank wijst het verzoek om de weigerende schuldeisers in te laten stemmen met de aangeboden schuldregeling af.

3.Gevolgen voor schuldenaar

De weigerende schuldeisers hoeven niet mee te werken aan de uitvoering van de aangeboden minnelijke schuldregeling.

4.Redenen voor deze beslissing

4.1.
Argumenten van schuldenaar
  • Schuldenaar heeft een totale schuldenlast van € 7.971,80. De schuld aan de weigerende schuldeisers bedraagt in totaal € 946,49 en dat is 11,87 % van de totale schuldenlast van schuldenaar. Schuldenaar heeft op 17 november 2023 op basis van een saneringskrediet aan schuldeisers zonder voorrang aangeboden om 40,66 % van hun vordering te betalen.
  • Schuldenaar heeft belang bij de aangeboden schuldregeling omdat hij daarmee zijn schulden kan saneren.
  • Het belang van de overige schuldeisers wordt geschaad bij weigering van de aangeboden schuldregeling, omdat zij anders hoge incassokosten moeten maken om hun vordering geïncasseerd te krijgen. Bovendien leidt de aangeboden schuldregeling tot een beter resultaat voor schuldeisers dan bij toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp).
4.2.
Argumenten van de weigerende schuldeisers
De weigerende schuldeisers hebben het aanbod afgewezen. Op 11 juli 2024 heeft de gemachtigde namens hen een verweerschrift ingediend tegen het dwangakkoord. De weigerende schuldeisers voeren (voor zover voor de beoordeling van belang) het volgende aan.
 De schulden zijn niet te goeder trouw ontstaan. Schuldenaar heeft bij de weigerende schuldeisers in de periode tussen 17 januari 2020 en 23 juni 2021 getankt zonder te betalen. De eerste paar keren heeft schuldenaar zich nog gemeld bij de kassa van de betreffende tankstations met de mededeling dat hij niet kon betalen. Later is schuldenaar na het tanken zonder te betalen direct doorgereden.
4.3.
Afweging van de argumenten van partijen door de rechtbank
  • Een schuldeiser heeft recht op betaling. De rechtbank kan daarom alleen in bijzondere gevallen een schuldeiser dwingen om in te stemmen met een schuldregeling. De rechtbank moet daarbij rekening houden met de belangen van schuldenaar en alle schuldeisers.
  • De rechtbank let bij haar beoordeling onder meer op het volgende:
  • De rechtbank is van oordeel dat hier geen sprake is van een bijzonder geval. Schuldenaar heeft in de periode vanaf 22 november 2020 tot en met 23 juni 2021 bij verschillende tankstations van de schuldeisers in totaal tien keer getankt zonder te betalen en is daarbij doorgereden zonder zich aan de kassa te melden. Schuldenaar heeft deze schuld niet te goeder trouw laten ontstaan omdat sprake is van diefstal. De rechtbank is daarom van oordeel dat de weigerende schuldeisers in redelijkheid tot weigering van hun medewerking aan de aangeboden schuldregeling hebben kunnen komen. Zij hoeven daarom niet mee te werken aan de aangeboden schuldregeling.

5.Stukken waarop deze beslissing is gebaseerd

  • verzoekschrift van schuldenaar met bijlagen;
  • verweerschrift van 11 juli 2024 namens de weigerende schuldeisers;
  • de aantekeningen van de zitting van 16 juli 2024, waarbij aanwezig waren schuldenaar en zijn beschermingsbewindvoerder [bewindvoerder] van stichting KBNL, [betrokkene 1] namens Kredietbank Nederland (schuldhulpverlener) en [betrokkene 2], begeleider verbonden aan het Leger des Heils.

6.Mogelijkheden om deze beslissing aan te vechten

Schuldenaar heeft ook een verzoek gedaan om te worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling (wsnp). De rechtbank wijst dit verzoek toe in een aparte uitspraak. Schuldenaar kan daarom deze uitspraak niet aanvechten.
De griffier De rechter