ECLI:NL:RBNHO:2024:7376
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstige schending van re-integratieverplichtingen door de werknemer
In deze zaak verzoekt de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, die sinds 30 oktober 2017 in dienst is als productiemedewerker. De kantonrechter wijst het verzoek toe en ontbindt de arbeidsovereenkomst, omdat de werknemer vanaf het begin van haar arbeidsongeschiktheid in ernstige mate in strijd met de op haar rustende re-integratieverplichtingen heeft gehandeld. De werknemer heeft zich op 5 juli 2023 ziek gemeld, maar is niet verschenen op meerdere afspraken bij de bedrijfsarts, ondanks herhaalde aanmaningen van de werkgever. De kantonrechter oordeelt dat het ontbreken van een deskundigenverklaring van het UWV niet aan de werkgever kan worden verweten, aangezien de werknemer geen medewerking heeft verleend aan de totstandkoming daarvan. De kantonrechter concludeert dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, waardoor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 27 juni 2024, zonder dat de werkgever een transitievergoeding verschuldigd is. De proceskosten komen voor rekening van de werknemer.