In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 juli 2024 een beschikking gegeven inzake het ambtshalve ontslag van een bewindvoerder in een bewind met een groot vermogen. De bewindvoerder heeft zich niet gehouden aan de afspraken met betrekking tot het indienen van machtigingsverzoeken voor uitgaven boven de € 2.000,00 en heeft niet tijdig verantwoording afgelegd. De mentor van de betrokkene woont met toestemming van de bewindvoerder in een woning die door de betrokkene is gekocht, zonder financiële bijdrage. Dit heeft geleid tot hoge juridische en reiskosten voor de mentor, evenals een zeer hoog salaris voor de bewindvoerder.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de ingediende rekeningen en verantwoordingen over de jaren 2020, 2021 en 2022, en heeft op 15 april 2024 een mondelinge behandeling gehouden. Tijdens deze zitting is vastgesteld dat de bewindvoerder niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen om vooraf machtiging te vragen voor hoge uitgaven. De kantonrechter heeft geconstateerd dat de bewindvoerder meermaals niet tijdig verantwoording heeft afgelegd en dat hij niet heeft voldaan aan de indieningstermijnen.
Gelet op deze tekortkomingen heeft de kantonrechter besloten om de bewindvoerder ambtshalve te ontslaan en Bonnerman & Partners B.V. te benoemen als opvolgend bewindvoerder. De kantonrechter heeft tevens de beloning van de nieuwe bewindvoerder vastgesteld op 0,75% van het onder bewind staande vermogen, met een aanvangsvergoeding van € 621,00 (exclusief btw). De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.