Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[verzoeker 1] en/of,
[verzoeker 2],
Rechtbank Noord-Holland
Op 12 juli 2024 ontving de Rechtbank Noord-Holland een verzoekschrift van verzoekers, verbonden aan Jager & Goossens notarissen te Haarlem, waarin zij vroegen om de benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van de overledene, geboren in 1958 en overleden op 30 november 2022. De rechtbank beoordeelde het verzoek op basis van artikel 4:203 BW, maar kwam tot de conclusie dat zij onbevoegd was om het verzoek in behandeling te nemen. Volgens artikel 268, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de rechter van de laatste woonplaats van de overledene bevoegd om over nalatenschappen te oordelen. Aangezien de overledene zijn laatste woonplaats in Amsterdam had, was de rechtbank Amsterdam de bevoegde instantie voor dit verzoek. De rechtbank Noord-Holland besloot daarom om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Amsterdam, conform artikel 270 Rv. De beschikking werd op 18 juli 2024 openbaar uitgesproken door mr. M.A. Hoogkamer.