In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is er een geschil ontstaan tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [eiseres], en een consument, aangeduid als [gedaagde], over de betaling voor de vervanging van een cv-ketel in de woning van [gedaagde]. De werkzaamheden zijn uitgevoerd op 15 februari 2021, maar er is onduidelijkheid over de prijs die [gedaagde] moet betalen. De kantonrechter oordeelt dat er geen vooraf afgesproken prijs is vastgesteld, waardoor [gedaagde] gehouden is een redelijke prijs te betalen. De kantonrechter neemt de niet betwiste factuur van [eiseres] als uitgangspunt voor de redelijke prijs, maar past een vermindering van 25% toe omdat [eiseres] haar informatieverplichting heeft geschonden. De zaak is gestart met een dagvaarding op 14 december 2023, en na een zitting op 6 juni 2024 heeft de kantonrechter op 3 juli 2024 uitspraak gedaan. De vordering van [eiseres] wordt grotendeels toegewezen, maar met een korting vanwege de schending van de informatieplicht. Uiteindelijk wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 1.549,99, inclusief wettelijke rente en proceskosten.