Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 oktober 2022 en de daarin genoemde stukken;
- het deskundigenrapport van ir. J.W. ten Have van 15 augustus 2023;
- de conclusie na deskundigenbericht (teven houdende een eiswijziging) met producties 57 tot en met 81 van ADS;
- de conclusie na deskundigenbericht met producties 34 tot en met 36 van Zaan Primair;
- het procesvoorstel van Zaan Primair van 28 februari 2024 en de reacties van ADS en Zaan Primair van 7 maart 2024;
- de e-mail van de griffier van 19 maart 2024 waarin (onder meer) is aangekondigd dat twee rechters van de meervoudige kamer zullen worden vervangen, en de reactie daarop van partijen van 2 april 2024 waarin zij hebben laten weten geen prijs te stellen op een nieuwe mondelinge behandeling.
2.De beoordeling
Het deskundigenrapport
Het geschil concentreert zich op een discussie over de rollen en verantwoordelijkheden van
- SWINN is als ontwerpend constructeur verantwoordelijk voor het maken van het constructief ontwerp.
- SWINN is als coördinerend constructeur verantwoordelijk voor het bewaken van de constructieve samenhang en de inhoudelijke toetsing van de detailengineering.
- ADS is als deelconstructeur verantwoordelijk voor de detailengineering van de deelconstructies.
- ADS is als engineeringscoördinator verantwoordelijk voor de procesmatige coördinatie van de detailengineering.
6.Bevindingen en analyse
7.Beantwoording van de vragen
1 Is er sprake van dusdanige fouten in het constructief ontwerp van SWINN dat onderdeel
2 Waaruit bestaat deze fout of bestaan deze fouten?
- De voorgestelde detaillering van de vloeraansluiting op de THQ-liggers is onvoldoende uitgewerkt en omvat fouten in de aangeleverde berekeningen waardoor profielafmetingen mogelijk niet voldoen;
- Het uit de vloerliggers optredende moment is niet in de kolommen doorgerekend, waardoor sommige kolommen niet voldoen;
- De zwaarst belaste windverbanden voldoen niet en het overbrengen van horizontale krachten door de vloer is constructief niet goed uitgewerkt;
- De constructie van de uitkragende dakliggers op as H-3/8 is niet uitvoerbaar conform de systeemkeuze en het rekenschema van SWINN;
- De voorgestelde aansluiting op as H-20 is op deze wijze niet uitvoerbaar;
- Ter plaatse van kolommen waar windverbanden op aansluiten zijn de opgegeven afmetingen van de beton opstorten ontoereikend om de wapening en de in te storten ankers te kunnen plaatsen. Hier zijn speciale in te storten voorzieningen nodig.
3 Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechtbank volgens u
kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
“Maken Technisch Ontwerp Constructies”de eis wordt gesteld dat “
de tekeningen (…) voldoende informatie[moeten]
bevatten voor prijsvorming door de inschrijvers en als contractstukken kunnen dienen”. Daaruit kan naar het oordeel van de rechtbank echter niet worden afgeleid dat dit de enige eis is die aan het ontwerp en de berekeningen van SWINN kan worden gesteld (zoals reeds geoordeeld in 4.19 van het tussenvonnis van 20 juli 2022). Dit vindt overigens ook bevestiging in de door Zaan Primair overgelegde STB waarin onder de taak
“Maken Technisch Ontwerp Constructies”ook is vermeld
“Maken hoofdberekeningen Technisch Ontwerp Constructies”waaraan – samengevat – de eis wordt gesteld dat de berekeningen moeten voldoen als interne onderbouwing van het Technisch Ontwerp en dat in de stabiliteitsberekening voor de constructie als geheel de eigenschappen qua vervorming en qua krachtsverdeling moeten zijn vastgelegd, het evenwicht en de vervormingen moeten zijn gecontroleerd, de gekozen constructieafmetingen moeten zijn geverifieerd en de krachten op de fundering moeten zijn bepaald. Uit de conclusies in het deskundigenrapport leidt de rechtbank af dat de berekeningen van SWINN niet aan die eisen voldoen. Dat op SWINN de verplichting rustte om de hoofdberekeningen (voor de hoofddraagconstructie) te vervaardigen, volgt bovendien ook uit de demarcatielijst in 5.1 van het Basis projectplan engineering (aangehaald in 2.7 van het tussenvonnis van 20 juli 2022).
ncidenteel (…) een aantal details zwaarder moest worden uitgevoerd dan door SWINN voorzien in het bestek” (pagina 7 van de reactie van SWINN op het concept-deskundigenrapport).
3.De beslissing
31 juli 2024voor het nemen van een conclusie door Zaan Primair met de in overweging 2.21 van dit vonnis vermelde inhoud;