Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- het tussenvonnis van 31 januari 2024 (hierna: het tussenvonnis);
- de akte na mondelinge behandeling van Tata Steel;
- de akte uitlaten over de door de kantonrechter voorgenomen vragen van Steel Flow.
2.De verdere beoordeling
vragen 1 en 2vervangt. Die suggestie van Steel Flow komt er op neer dat door het IJI wordt beoordeeld of de brief van 13 februari 2018 moet worden aangemerkt als een opzegging. Die beoordeling moet echter de kantonrechter zelf maken, op basis van de door het IJI aan te leveren beoordelingsmaatstaf. Daarom zal de kantonrechter de door Steel Flow voorgestelde vraag niet overnemen. Wel zal de kantonrechter aan de vraagstelling toevoegen of eventuele voorafgaande en latere gebeurtenissen (ook) een rol kunnen spelen bij de te maken beoordeling.
vraag 4beantwoord zou moeten worden. Daarin ziet de kantonrechter geen aanleiding om de vraag niet meer te stellen aan het IJI. Wel heeft de kantonrechter de door Tata Steel voorgestelde extra vragen (gedeeltelijk) toegevoegd. Ook verzoekt de kantonrechter het IJI om in haar rapportage zo veel mogelijk te verwijzen naar wetsartikelen en andere rechtsbronnen, zoals Tata Steel ook voorstelt. Voor het overige zijn de aanvullende vragen van Tata Steel niet overgenomen, omdat zij te sturend zijn, dan wel te veel ingrijpen op de beoordeling die bij de kantonrechter thuishoort.
vraag 5.1merkt Steel Flow op dat nog onzeker is of een opzegbevoegdheid bestaat. Op basis van het eerste rapport van het IJI heeft de kantonrechter in overweging 4.42 e.v. van het tussenvonnis echter al beslist dat die opzegbevoegdheid bestaat. De kantonrechter ziet geen aanleiding daarop terug te komen of daarover nadere vragen te stellen aan het IJI.
inopportune time’. Op basis van het eerste rapport van het IJI heeft de kantonrechter in overweging 4.45 tot en met 4.48 van het tussenvonnis echter al (voorwaardelijk) beslist dat van een opzegging op een ‘
inopportune time’sprake is. De kantonrechter ziet geen aanleiding daarop terug te komen of daarover nadere vragen te stellen aan het IJI.
vraag 5.2heeft Tata Steel opgemerkt dat zij (anders dan de kantonrechter) niet beschikt over de Spaanse tekst van de uitspraak van de Mexicaans hoogste rechter en zij daarom het recht voorbehoudt zich in een nadere akte uit te laten over de vraagstelling. Daaraan gaat de kantonrechter voorbij. Indien het juist is dat Steel Flow deze stukken wel aan de kantonrechter en niet aan haar wederpartij heeft verstrekt, dient zij dat zo spoedig mogelijk alsnog te doen. Uit het verweer van Tata Steel in de conclusie van antwoord (bijvoorbeeld randnummer 61) vloeit echter voort dat Tata Steel al beschikt over de uitspraak, althans van de inhoud daarvan op de hoogte is. Daarom krijgt Tata Steel geen gelegenheid zich (nogmaals) over de vraagstelling uit te laten. Vanzelfsprekend krijgt Tata Steel na het rapport van het IJI gelegenheid daarop te reageren, zoals zij ook verzoekt.
vraag 5.3die inhoudt dat de vraag voorwaardelijk wordt gesteld (“
Indien sprake is van een opzegging op een ‘inopportune time’…”)wordt gepasseerd, omdat de kantonrechter in 4.45 tot en met 4.48 van het tussenvonnis daarover al heeft beslist. De kantonrechter ziet evenmin aanleiding de vraag weg te laten. Wel zal nader worden geëxpliciteerd dat de daarin genoemde berekeningsmethode is gebaseerd op de eerdere uitspraken van de Mexicaanse feitenrechters in de procedure tussen Steel Flow en Tata Steel Mexico.
3.De beslissing
inopportune time”?