Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker] ,beide wonende te [woonplaats] , verzoekers.
Rechtbank Noord-Holland
Op 23 januari 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland het verzoek tot wraking van mr. G.H. de Soeten afgewezen. Het verzoek was ingediend door [verzoeker] en [verzoekster], die betrokken zijn bij een aantal belastingzaken. De wraking was gebaseerd op de stelling dat de rechter een eerdere uitspraak verkeerd had geïnterpreteerd en dat dit zou leiden tot partijdigheid. Tijdens de zitting op 21 december 2023 had de rechter echter aangegeven dat de eerdere uitspraak niet relevant was voor de huidige zaken, die betrekking hadden op navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter niet partijdig was en dat de verzoekers misbruik maakten van het wrakingsrecht. De wrakingskamer legde een wrakingsverbod op aan verzoeker, omdat het verzoek als lichtvaardig en op oneigenlijke gronden werd beschouwd. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd openbaar uitgesproken, en er werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek in de hoofdzaken niet in behandeling zou worden genomen.