ECLI:NL:RBNHO:2024:7132

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 juli 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
353458 HA RK 24-80
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van vereffenaar in nalatenschap met benoeming opvolgend vereffenaar

Op 16 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een beschikking gegeven in de zaak van mr. A.H.J. Dunselman, die als vereffenaar was benoemd in de nalatenschap van de erflaatster, geboren in 1930 en overleden op 2 april 2022. Mr. Dunselman verzocht de rechtbank om zijn ontslag als vereffenaar, omdat hij voornemens was zijn praktijk per 1 december 2024 volledig neer te leggen en de advocatuur te verlaten. Hij verzocht tevens om mr. A. de Groot te benoemen als opvolgend vereffenaar.

De rechtbank heeft de procedure in detail bekeken, inclusief het verzoekschrift van 13 juni 2024 en de reacties van de belanghebbenden. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juli 2024 waren mr. Dunselman en enkele belanghebbenden aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van mr. Dunselman, waaronder de wens om zijn praktijk te beëindigen en de constatering dat er een onwerkbare situatie was ontstaan in de vereffening van de nalatenschap.

De rechtbank heeft vervolgens mr. A. de Groot benoemd als opvolgend vereffenaar, aangezien hij zich bereid had verklaard deze rol op zich te nemen. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om het ontslag van mr. Dunselman en de benoeming van mr. De Groot in het boedelregister in te schrijven en bekend te maken in de Staatscourant. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer / rekestnummer: C/15/353458 / HA RK 24-80
Beschikking van 16 juli 2024
in de zaak van
mr. A.H.J. DUNSELMANhandelend in de hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van
[erflaatster],
kantoorhoudende in Alkmaar,
verzoekende partij,
hierna te noemen: mr. Dunselman,
en de belanghebbenden:

1.[belanghebbende 1] ,

wonende in [woonplaats] ,
procederend in persoon,
verder te noemen: [belanghebbende 1] ,

2.[belanghebbende 2] ,

wonende in [woonplaats] ,
procederend in persoon,
verder te noemen: [belanghebbende 2] ,

3.[belanghebbende 3] ,

wonende in [woonplaats] ,
procederend in persoon,
verder te noemen: [belanghebbende 3] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 13 juni 2024, waarbij mr. Dunselman verzoekt om zijn ontslag als vereffenaar,
- de brieven van [belanghebbende 2] ontvangen op 28 juni 2024, van [belanghebbende 3] ontvangen op 1 juli 2024 en van [belanghebbende 1] ontvangen op 2 juli 2024, waarin wordt gereageerd op het verzoek.
1.2.
Mr. Dunselman en alle belanghebbenden zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling. Op 15 juli 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden in aanwezigheid van mr. Dunselman, [belanghebbende 1] en [belanghebbende 3] . De griffier heeft tijdens de mondelinge behandeling aantekeningen gemaakt en [belanghebbende 1] en [belanghebbende 3] hebben hierbij spreekaantekeningen – al dan niet met bijlage – overgelegd.
1.3.
Vervolgens is beschikking bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Deze rechtbank heeft in de beschikking van 7 juli 2022 mr. Dunselman tot vereffenaar benoemd in de nalatenschap van [erflaatster] , geboren op [geboortedatum] 1930 in Leiden en overleden op 2 april 2022 in Alkmaar (hierna: erflaatster).
2.2.
Op 13 juni 2024 heeft de rechtbank het verzoek van mr. Dunselman ontvangen. Hij schrijft hierin dat hij voornemens is om per 1 december 2024 zijn praktijk volledig neer te leggen en de advocatuur te verlaten. Mr. Dunselman verzoekt de rechtbank daarom op grond van artikel 4:206 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) om hem te ontslaan als vereffenaar en – omdat de vereffening nog niet is geëindigd – mr. A. de Groot te benoemen als (opvolgend) vereffenaar.
2.3.
Op grond van artikel 4:206 lid 5 BW kan een vereffenaar op eigen verzoek worden ontslagen. De vereffenaar heeft zijn verzoek schriftelijk en op de mondelinge behandeling toegelicht. De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheid dat mr. Dunselman zijn praktijk op korte termijn wil verlaten, hij alles netjes wil overdragen en geconstateerd is dat een patstelling dan wel een onwerkbare situatie is ontstaan in de vereffening van de nalatenschap, gewichtige redenen zijn om tot het ontslag van mr. Dunselman als vereffenaar over te gaan. De rechtbank overweegt daarbij dat deze aangevoerde redenen zwaarder wegen dan de aangevoerde argumenten van betrokkenen. Mr. Dunselman zal daarom worden ontslagen als vereffenaar in de nalatenschap van erflaatster.
2.4.
De rechtbank zal vervolgens een nieuwe vereffenaar moeten benoemen omdat op grond van artikel 4:206 lid 5 BW de rechtbank een of meer vereffenaars benoemt waar dezen ontbreken voordat de vereffening is geëindigd. Mr. A. de Groot heeft zich bereid verklaard om tot opvolgend vereffenaar benoemd te worden. De rechtbank zal hem daarom benoemen tot vereffenaar. Van gewichtige bezwaren tegen mr. A. de Groot is niet gebleken.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
ontslaat
mr. A.H.J. Dunselman, werkzaam bij Schenkeveld Advocaten, kantoorhoudende aan de Paardenmarkt 1 te (1800 AD) Alkmaar, als vereffenaar van de nalatenschap van:
[erflaatster],
geboren op [geboortedatum] 1930 in Leiden,
laatstelijk wonende in Alkmaar,
overleden op 2 april 2022 in Alkmaar,
3.2.
benoemt
mr. A. de Groot, werkzaam bij Tanger Boddaert Advocaten, kantoorhoudende aan de Wilhelminalaan 10 te (1815 JC) Alkmaar, tot vereffenaar van voornoemde nalatenschap,
3.3.
draagt de griffier op het ontslag van mr. Dunselman en de benoeming van mr. De Groot onverwijld in het boedelregister in te schrijven,
3.4.
draagt mr. De Groot op het ontslag en de benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant,
3.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Flipse en in het openbaar uitgesproken op
16 juli 2024.