Op 16 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een beschikking gegeven in de zaak van mr. A.H.J. Dunselman, die als vereffenaar was benoemd in de nalatenschap van de erflaatster, geboren in 1930 en overleden op 2 april 2022. Mr. Dunselman verzocht de rechtbank om zijn ontslag als vereffenaar, omdat hij voornemens was zijn praktijk per 1 december 2024 volledig neer te leggen en de advocatuur te verlaten. Hij verzocht tevens om mr. A. de Groot te benoemen als opvolgend vereffenaar.
De rechtbank heeft de procedure in detail bekeken, inclusief het verzoekschrift van 13 juni 2024 en de reacties van de belanghebbenden. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juli 2024 waren mr. Dunselman en enkele belanghebbenden aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van mr. Dunselman, waaronder de wens om zijn praktijk te beëindigen en de constatering dat er een onwerkbare situatie was ontstaan in de vereffening van de nalatenschap.
De rechtbank heeft vervolgens mr. A. de Groot benoemd als opvolgend vereffenaar, aangezien hij zich bereid had verklaard deze rol op zich te nemen. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om het ontslag van mr. Dunselman en de benoeming van mr. De Groot in het boedelregister in te schrijven en bekend te maken in de Staatscourant. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.