ECLI:NL:RBNHO:2024:707

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
26 januari 2024
Zaaknummer
C/15/329676 / HA ZA 22-398
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Annulering van pakketreizen en terugbetaling van vliegticketkosten door luchtvaartmaatschappij

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Prijsvrij.nl B.V., Sunmix International GmbH en Stichting Reizigers Belangen als eiseressen en Vueling Airlines S.A. als gedaagde. De zaak betreft de annulering van pakketreizen en de vraag of Vueling verplicht is om de aankoopkosten van vliegtickets terug te betalen aan Prijsvrij, die deze kosten aan de reizigers heeft vergoed. De rechtbank oordeelt dat er geen rechtsverhouding bestaat tussen Prijsvrij en Vueling, omdat de vervoersovereenkomsten tot stand zijn gekomen tussen de reizigers en Level, een luchtvaartmaatschappij die failliet is gegaan. Vueling heeft slechts als agent van Level gehandeld en is daarom niet aansprakelijk voor de terugbetaling van de vliegticketkosten. De rechtbank wijst de vorderingen van Prijsvrij af en veroordeelt hen in de proceskosten. De uitspraak is van belang voor de rechtsverhouding tussen reisorganisatoren en luchtvaartmaatschappijen, vooral in het kader van de aansprakelijkheid bij annuleringen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/329676 / HA ZA 22-398
Vonnis van 10 januari 2024
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRIJSVRIJ.NL B.V.,
gevestigd te `s-Hertogenbosch,
2. de vennootschap naar Zwitsers recht
SUNMIX INTERNATIONAL GMBH,
gevestigd te Zürich, Zwitserland,
3. de stichting
STICHTING REIZIGERS BELANGEN,
gevestigd te `s-Hertogenbosch,
eiseressen,
advocaat mr. H. Knotter te ’s-Hertogenbosch,
tegen
de vennootschap naar Spaans recht
VUELING AIRLINES S.A.,
gevestigd te Barcelona, Spanje,
gedaagde,
advocaat mr. H.T. Kernkamp te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Prijsvrij c.s. en Vueling genoemd worden. Eisers afzonderlijk zullen Prijsvrij, Sunmix en SRB genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 26 juli 2023
  • de mondelinge behandeling van 4 december 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden
  • de spreekaantekeningen mondelinge behandeling van mr. Knotter namens Prijsvrij c.s.
  • de schriftelijke opmerkingen van mr. J.J. Croon (luchtvaartjurist) namens Vueling.
1.2.
Ter zitting hebben Sunmix en SRB de door hen ingestelde vorderingen ingetrokken (verminderd tot nihil). Dit betekent dat in dit vonnis alleen nog op de door Prijsvrij ingestelde vorderingen moet worden beslist. In het hierna opgenomen feitenoverzicht en de aangevoerde gronden voor de vorderingen wordt daarom slechts vermeld wat relevant is voor de beoordeling van de vorderingen van Prijsvrij.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
Reizigers hebben via Prijsvrij een pakketreis bij Sunmix afgesloten. Als onderdeel daarvan heeft Sunmix op het platform van Vueling vluchten van Level geboekt, waarvoor aan Vueling is betaald. In de periode maart 2020 tot en met juni 2020 zijn alle vluchten van Level geannuleerd. Prijsvrij heeft daarop de betreffende pakketreizen geannuleerd en de reizigers de reissom terugbetaald. Deze zaak gaat over de vraag of Vueling de aankoopkosten van de vliegtickets voor de betrokken vluchten aan Prijsvrij moet terugbetalen.
2.2.
De rechtbank oordeelt dat er geen rechtsverhouding tussen Prijsvrij en Vueling bestaat, omdat de vervoersovereenkomsten tussen de reizigers en Level tot stand zijn gekomen. Vueling heeft slechts gehandeld als agent. Ook de door Prijsvrij aangevoerde buitencontractuele grondslagen kunnen niet leiden tot aansprakelijkheid van Vueling. De vorderingen worden daarom afgewezen.

3.Feiten

3.1.
Sunmix is een organisator van pakketreizen in de zin van artikel 7:500 sub b en h
van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Zij stelt met gebruik van
dynamic packagingpakketreizen samen die via Prijsvrij worden verkocht.
3.2.
Prijsvrij is een doorverkoper van pakketreizen in de zin van artikel 7:500 sub b en i BW. Zij verkoopt pakketreizen van Sunmix.
3.3.
Vueling is een in Barcelona gevestigde Spaanse luchtvaartonderneming. Vueling maakt onderdeel uit van de Brits-Spaanse luchtvaartgroep International Airlines Group SA (hierna: IAG group). Level Europe GmbH (hierna: Level) is een in Oostenrijk gevestigde luchtvaartonderneming die ook tot de IAG groep behoorde. Op 18 juni 2020 is Level failliet verklaard.
3.4.
Als onderdeel van door haar aangeboden pakketreizen heeft Sunmix op naam van haar reizigers bij Vueling (handelend onder de naam Vueling Agencies) vluchten geboekt die (geheel of gedeeltelijk) zouden worden uitgevoerd door Level, maar waarvoor aan Vueling is betaald.
3.6.
Vueling heeft elke individuele boeking bevestigd aan Sunmix. Op de boekingsbevestigingen is een vluchtnummer vermeld dat begint met VK (de IATA code van Level). Verder staat bij de door Level uitgevoerde vlucht: “Operated by: Level”. Onderaan de boekingsbevestigingen staat verder:

Important information about your flight
Each passenger is responsible for having thedocumentation requiredfor flying according to their particular situation. Vueling and LEVEL check-in desks (in Europe) close 40 minutes before departure,except at certain airports.
(…)
You can get more information in the conditions of carriage of the airline operating the flight:Conditions of Carriage of Vueling,Conditions of Carriage of Level,Conditions of Carriage of IberaorConditions of Carriage of British Airways.
Legal Disclaimer
Air carrier liability for passengers and their baggage is governed by the Montreal Convention of 28 May 1999 and Regulation (EC) No 2027 97 (…).
(…)
The above provisions on liability limits are included in the Vueling Conditions of Carriage applicable to this contract and are available on the website (www.vueling.com) and at the Vueling sales offices at airports.’
3.5.
In de periode maart 2020 tot en met juni 2020 zijn diverse vluchten voor personenvervoer, die uitgevoerd zouden worden door Level, geannuleerd. De annuleringen hielden aanvankelijk verband met de situatie rondom Covid-19 en later met het faillissement van Level. Omdat de geannuleerde vluchten onderdeel uitmaakten van door Prijsvrij verkochte pakketreizen heeft Prijsvrij de kosten voor de vliegtickets aan de betrokken reizigers vergoed.

4.Het geschil

4.1.
Na de in nummer 1.2. genoemde eisvermindering vordert Prijsvrij Vueling bij vonnis te veroordelen, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. tot betaling aan Prijsvrij van € 176.220,27, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke handelsrente althans de gewone wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum dat Vueling haar vluchten annuleerde, althans niet uitvoerde, althans vanaf de datum faillissement Level, althans vanaf 23 december 2020, althans vanaf 28 februari 2022, althans vanaf datum dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag van betaling;
II. tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag van betaling;
III. tot betaling van de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 163,- zonder betekening in conventie of reconventie/voor de vordering of voor de tegenvordering, € 255,- zonder betekening in conventie en reconventie/voor de vordering en voor de tegenvordering tezamen, en verhoogd met € 85,- in geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
IV. afgifte van het certificaat voor internationale tenuitvoerlegging als bedoeld in artikel 53 van de herziene EEX-verordening nr. 1215/2012 middels het formulier van bijlage I van die verordening.
4.2.
Prijsvrij legt aan haar vorderingen onder meer ten grondslag dat tussen de reizigers en Vueling een vervoersovereenkomst tot stand is gekomen. Er is ook aan Vueling betaald en Vueling heeft zelf de vluchten geannuleerd. Daarmee is Vueling haar vervoersovereenkomsten met de reizigers niet nagekomen. Prijsvrij heeft de kosten van de door Vueling geannuleerde en niet-uitgevoerde vluchten aan de reizigers vergoed. Op grond van artikel 7:512 lid 3 jo. 7:510 lid 1 BW kan Prijsvrij een verhaalsrecht tegenover Vueling ontlenen aan artikel 22 Richtlijn pakketreizen 2015 [1] . Dat Vueling ‘slechts’ handelde als boekingsagent van Level, en zij daarom niet tot terugbetaling gehouden is, wordt door Prijsvrij betwist.
Verder beroept Prijsvrij zich op een reeks andere grondslagen, die in het navolgende alle zullen worden besproken.
4.3.
Vueling voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht

5.1.
De rechtbank heeft in haar vonnis in incident van 8 februari 2023 al geoordeeld dat zij op grond van artikel 7 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I bis) bevoegd is om van de vorderingen van Prijsvrij kennis te nemen.
5.2.
Het toepasselijke recht moet worden bepaald met toespitsing op de verschillende grondslagen van de vorderingen. Voor vorderingen uit overeenkomst vindt de bepaling van het toepasselijke recht plaats aan de hand van de Verordening (EU) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I).
5.3.
Artikel 5 lid 2 Rome I bepaalt dat indien de partijen voor bij een overeenkomst voor het vervoer van passagiers, zoals hier, geen rechtskeuze overeenkomstig alinea 2 hebben gemaakt, de overeenkomst beheerst wordt door het recht van het land waar de passagier zijn gewone verblijfplaats heeft, mits de plaats van vertrek of de plaats van bestemming in dat land is gelegen. Uit de boekingsbevestigingen blijkt dat de reizigers hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden en dat de plaats van vertrek de luchthaven Schiphol in Nederland was. Op de vervoersovereenkomsten is daarom Nederlands recht van toepassing. Artikel 5 lid 3 Rome I bepaalt dat indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de overeenkomst, bij gebreke van een rechtskeuze, een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het in lid 1 of lid 2 bedoelde land, het recht van dat andere land van toepassing is. Hiervan is in dit geval geen sprake.
5.4.
Artikel 6 lid 1 sub a en c Rome I in samenhang met artikel 6 lid 4 aanhef en sub b Rome I bepaalt dat, bij gebreke van een rechtskeuze, op de pakketreisovereenkomst Nederlands recht van toepassing is. De reizigers hadden hun gewone verblijfplaats in Nederland, de plaats van vertrek en van thuiskomst was luchthaven Schiphol en Prijsvrij en Sunmix ontplooiden commerciële activiteiten in het land waar de consument woonplaats had.
5.5.
Voor het standpunt van Prijsvrij dat zij op basis van subrogatie of regres een vordering op Vueling heeft, geldt het volgende. Uit artikel 15 Rome I en artikel 16 Rome I volgt dat op de vorderingen van Prijsvrij op Vueling uit hoofde van een wettelijk subrogatierecht of een wettelijk regresrecht Nederlands recht van toepassing is.
5.6.
Voor de aan de vorderingen ten grondslag gelegde onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking, moet de bepaling van het toepasselijke recht plaats vinden aan de hand van de Verordening nr. 864/2007 inzake het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen uit overeenkomst (Rome II).
5.7.
Op grond van artikel 4 lid 1 Rome II is op een onrechtmatige daad het recht van toepassing van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen. Dat is in dit geval Nederland, zodat Nederlands recht van toepassing is. Op grond van artikel 10 lid 1 Rome II wordt de verbintenis die voortvloeit uit ongerechtvaardigde verrijking, en die tevens verband houdt met een bestaande, nauw met die ongerechtvaardigde verrijking samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst of een onrechtmatige daad, beheerst door het recht dat op die betrekking van toepassing is. Gelet op het voorgaande is dat in dit geval ook Nederlands recht.
Vervoersovereenkomst
5.8.
Prijsvrij stelt dat tussen de reizigers en Vueling vervoersovereenkomsten tot stand zijn gekomen. Er is met Vueling gecontracteerd en uit de boekingsbevestigingen volgt dat Vueling de contractuele wederpartij van de reizigers is. De vliegtickets staan op naam van de reiziger en er is ook aan Vueling betaald. In de boekingsbevestigingen verklaart Vueling tevens haar eigen algemene voorwaarden op de vervoersovereenkomst van toepassing. Prijsvrij heeft de hierna weergegeven door Vueling ter zitting geschetste feitelijke gang van zaken alleen nog betwist voor zover het gaat om de kwalificatie van Vueling als agent van Level.
5.9.
Vueling heeft omtrent de wijze waarop partijen feitelijk zaken met elkaar hebben gedaan en haar rol in die context, het volgende aangevoerd.
Vueling biedt professionele partijen uit de reisbranche, zoals Sunmix, de mogelijkheid om bij Vueling (handelend onder de naam Vueling Agencies) vliegtickets te boeken voor vluchten van Vueling, waarbij een Vueling-vliegticket ten behoeve van de pakketreis van de consument wordt gekocht, en voor vluchten van andere luchtvaartmaatschappijen zoals in dit geval Level, waarbij dan een Level-vliegticket ten behoeve van de pakketreis van de consument wordt gekocht, en Vueling handelt als agent van Level en de bedragen die zij ontvangt voor de vluchten van Level rechtstreeks doorstort aan Level. De keuze of een vlucht van Vueling of van een andere maatschappij wordt geboekt is aan de boeker. Het is vooraf duidelijk welke vlucht zal worden uitgevoerd door Vueling en welke vlucht door bijvoorbeeld Level.
De reisorganisator die aldus online boekingen wil verrichten dient daarvoor een account aan
te maken bij Vueling. Daarna kan deze professionele partij uit de reisbranche inloggen op de webportal van Vueling en de door haar gewenste vluchten selecteren en boeken.
5.10.
In het onderhavige geval zit Sunmix als samensteller van pakketreizen die door Prijsvrij online worden verkocht met haar (ICT) systeem als het ware tussen het systeem van Prijsvrij (waarin door de reiziger gezocht wordt naar interessante pakketreizen) en de systemen van heel diverse aanbieders, zoals hotels en luchtvaartmaatschappijen, waardoor
real timebeschikbare informatie gecombineerd als pakketreis kan worden aangeboden.
Komt het tot een transactie tussen de consument en Prijsvrij, dan koopt de consument via Prijsvrij een pakketreis van Sunmix, waarbij Prijsvrij blijkens eigen mededeling handelt als doorverkoper van pakketreizen van Sunmix, die daartoe alle inkopen doet bij de diverse leveranciers van de samenstellende onderdelen van het pakket, waaronder de aanbieder van de vliegreis.
De vliegtickets van de reizigers zijn in dit geval betaald door Sunmix en/of Prijsvrij via een virtuele creditcard op naam van de reiziger. De reizigers rekenen dus niet rechtstreeks af met die leveranciers. De klant rekent op de website van Prijsvrij één totaalbedrag af met Prijsvrij en weet ook niet welke prijs Prijsvrij aan Sunmix betaalt en evenmin wat Sunmix aan haar leveranciers betaalt.
5.11.
Vueling betwist tegen deze achtergrond dat zij partij is bij de vervoersovereenkomsten. Zij betoogt dat zij bij de verkoop van de vluchten waarover het in deze procedure gaat enkel handelde als agent van Level. Sunmix heeft in het kader van het hiervoor omschreven proces volgens Vueling telkens vliegtickets geboekt bij Level als de partij die de vlucht zou uitvoeren. Op de overgelegde boekingsbevestigingen refereert de in dit verband relevante informatie ook aan Level. Zo begint het vermelde vluchtnummer steeds met ‘VK’, de IATA-code van Level, staat er ‘operated by Level’, is de boekingscode een Level-boekingscode en staat vermeld dat je bagage kunt bijboeken bij Level. Anders dan Prijsvrij stelt, beroept Vueling zich niet op haar eigen vervoersvoorwaarden, maar verwijst zij naar de voorwaarden van de luchtvaartmaatschappij die in de boekingsbevestiging vermeld staat, en dat is in dit geval steeds Level, aldus steeds Vueling.
5.12.
De rechtbank oordeelt dat de vervoersovereenkomsten tot stand zijn gekomen tussen de reizigers en Level, waarbij Vueling als agent handelde. Dit blijkt uit de volgende omstandigheden. Op de boekingsbevestigingen staat bovenaan het logo van ‘Vueling Agencies’ vermeld. Vueling presenteert zich dus als agent. De boekingscode en het vluchtnummer duiden erop dat het een vlucht van Level betreft. Bovendien staat op de boekingsbevestiging ‘operated by Level’. Uit de door Prijsvrij overgelegde annuleringsbrieven blijkt dat de vluchten waar het in dit geding om gaat voorafgaande aan het faillissement van Level niet alleen door Vueling, maar ook door Level zelf zijn geannuleerd. Niet in geschil is dat Vueling de betalingen van Sunmix en/of Prijsvrij heeft ontvangen en deze bedragen heeft doorgestort aan Level, hetgeen past bij het handelen als agent.
Prijsvrij wijst nog op de
legal disclaimeronderaan de boekingsbevestigingen, waarin wordt verwezen naar de
Vueling Conditions of Carriage, waaruit volgens haar juist kan worden afgeleid dat Vueling als contractspartner heeft te gelden. Deze verwijzing is echter onvoldoende voor het oordeel dat Vueling wel de contractspartner is. Naast de hiervoor genoemde omstandigheden speelt bij dit oordeel mee dat in de boekingsbevestigingen boven deze door Prijsvrij bedoelde passage wordt verwezen naar de ‘Conditions of Carriage’ van de verschillende luchtvaartmaatschappijen die behoren tot de IAG group. Vueling heeft ter zitting nog toegelicht dat de
legal disclaimer,waarin de verwijzing naar haar eigen vervoersvoorwaarden is opgenomen, een verplichting is op grond van de Montreal Convention.
5.13.
Uit het voorgaande volgt dat bij de verdere beoordeling uitgangspunt is dat Vueling bij de verkoop van de vliegtickets waar het in deze procedure over gaat slechts als agent was betrokken. Aangezien Prijsvrij onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat Vueling ook als agent van Level gehouden is tot betaling aan haar van de kosten voor de vliegtickets die Prijsvrij aan de reizigers heeft vergoed, zal haar vordering worden afgewezen. De rechtbank zal hierna uitleggen waarom dat zo is.
5.14.
Prijsvrij gaat er voor de onderbouwing van haar vordering in de eerste plaats van uit dat zij samen met Vueling hoofdelijk verbonden is tot terugbetaling aan de reizigers van de kosten van de vliegtickets. Zonder nadere onderbouwing, die niet door Prijsvrij is gegeven, valt echter niet in te zien waarom Vueling als agent van Level tegenover de reizigers verplicht zou zijn de kosten van vliegtickets terug te betalen. Uitgangspunt ‑ ook naar Spaans recht ‑ is immers dat de agent niet zichzelf bindt, maar slechts zijn principaal. Dit betekent dat alleen al om die reden van regres of subrogatie geen sprake kan zijn.
5.15.
Ten overvloede overweegt de rechtbank op dit punt dat ook als Vueling wel als contractspartij van de reizigers zou worden aangemerkt, van regres of subrogatie geen sprake kan zijn. Een passagier die op grond van richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen [2] , het recht heeft om terugbetaling van zijn vliegticket te eisen van zijn reisorganisator, kan immers niet krachtens Verordening (EG) nr. 261/2004 [3] terugbetaling van dit ticket vorderen van de luchtvaartmaatschappij. Dit volgt ook uit rechtspraak van het Hof van Justitie [4] . Tussen partijen is niet in geschil dat de reizigers op grond van de richtlijn betreffende pakketreizen ‑ omgezet in Boek 7 titel 7A BW ‑ recht hadden op terugbetaling van de kosten van hun vliegtickets door Prijsvrij. Dit betekent dat de reizigers op grond van deze richtlijn geen aanspraak konden maken op terugbetaling van de kosten van hun vliegtickets jegens de luchtvaartmaatschappij. Daarom is van hoofdelijk schuldenaarschap van Prijsvrij en de luchtvaartmaatschappij jegens de reizigers geen sprake.
Prijsvrij kan haar schade ten slotte ook niet op Vueling verhalen op grond van artikel 22 Richtlijn (EU) 2015/2302, omdat de wetgever van oordeel was dat die bepaling geen implementatie behoefde en dus geen aanvullend regresrecht van de pakketreisorganisator in het leven heeft geroepen.
Buitencontractuele grondslagen
5.16.
Prijsvrij heeft ook een aantal alternatieve buitencontractuele grondslagen aan haar vorderingen ten grondslag gelegd die volgens haar tot aansprakelijkheid van Vueling moeten leiden. Hierna worden deze grondslagen besproken, waarbij achtereenvolgens wordt ingegaan op: onrechtmatige daad van Vueling, aansprakelijkheid voor een onrechtmatige daad van een niet-ondergeschikten van Vueling en ongerechtvaardigde verrijking.
a)
Onrechtmatige daad
5.17.
Prijsvrij stelt dat Vueling onrechtmatig heeft gehandeld door:
Prijsvrij niet schadeloos te stellen voor door Prijsvrij aan de reizigers terugbetaalde bedragen voor de door Vueling geannuleerde vluchten, en;
door het in strijd met het arrest Vleesmeesters/Alog onvoldoende rekening houden met de belangen van derden.
5.18.
Vueling betwist dat zij onrechtmatig heeft gehandeld. Zij voert aan dat haar handelen als agent in opdracht van haar principaal Level geen onrechtmatige daad betreft. Ook het in ontvangst nemen van de ticketprijs en het afdragen daarvan aan Level is noch tegenover Prijsvrij, noch tegenover derden onrechtmatig. De agent – als tussenpersoon – bindt niet zichzelf, maar zijn principaal. Dat betekent dat als de principaal (Level) niet blijkt na te komen, slechts de principaal kan worden aangesproken en niet de agent. Het faillissement van Level, maakt niet dat Vueling onrechtmatig heeft gehandeld, aldus Vueling.
5.19.
Naar het oordeel van de rechtbank valt – zonder nadere onderbouwing – niet in te zien waarom Vueling gehouden zou zijn tot schadeloosstelling van Prijsvrij. Gelet op het verweer van Vueling kan de stelling van Prijsvrij dat Vueling al anderhalf jaar het geld van de geannuleerde vluchten ‘in haar zak houdt’ geen stand houden. Vast staat dat Vueling de gelden heeft doorgestort aan Level. Het had op de weg van Prijsvrij gelegen om nader te onderbouwen waarom Vueling desondanks onrechtmatig heeft gehandeld, hetgeen zij heeft nagelaten.
5.20.
De rechtbank volgt Prijsvrij ook niet in haar betoog dat Vueling in strijd heeft gehandeld met het arrest Vleesmeesters/Alog [5] , doordat zij onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van derden (in dit geval Prijsvrij). Prijsvrij was op grond van een wettelijke consumentenbeschermende verplichting gehouden om de reiziger de reissom van de pakketreis terug te betalen. Het handelen van Vueling staat hier los van. Prijsvrij heeft onvoldoende onderbouwd op welke wijze Vueling rekening had moeten houden met de belangen van Prijsvrij, anders dan door terugbetaling van gelden.
5.21.
De conclusie luidt dat geen sprake is van onrechtmatig handelen van Vueling tegenover Prijsvrij.
b)
Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten
5.22.
Prijsvrij betoogt dat artikel 6:171 BW een risicoaansprakelijkheid vestigt van de opdrachtgever Vueling voor fouten van haar niet-ondergeschikte, Level, aan wie Vueling de zorg voor bepaalde bedrijfsgerelateerde werkzaamheden heeft uitbesteed dan wel overgelaten.
5.23.
Zoals hiervoor onder 5.12 is overwogen heeft Vueling als agent van Level opgetreden. De gestelde wettelijke aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten is dan ook niet aan de orde.
c)
Ongerechtvaardigde verrijking
5.24.
Prijsvrij beroept zich tenslotte op ongerechtvaardigde verrijking. Dit beroep slaagt ook niet. Aan de zijde van Vueling is immers geen sprake van verrijking, omdat Vueling de betalingen van Sunmix heeft ontvangen in haar hoedanigheid van agent van Level en de ontvangen bedragen heeft doorgestort naar Level.
Conclusie
5.25.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van Prijsvrij zullen worden afgewezen.
Proceskosten
5.26.
Prijsvrij c.s. zullen als de in het ongelijk te stellen partijen in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Vueling worden begroot op:
- griffierecht 5.737,00
- salaris advocaat
3.760,00(2,0 punten × tarief € 1.880,00)
Totaal € 9.497,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt Prijsvrij c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Vueling tot op heden begroot op € 9.497,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs, mr. A.H. Schotman en mr. R.L. Bakels en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024. [6]

Voetnoten

1.Richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad.
2.Nu richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad.
3.Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten.
4.HvJ EU 10 juli 2019, ECLI:EU:C:2019:585.
5.HR 24-09-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9069, m.nt. C.E. du Perron (Vleesmeesters Versman/Alog).
6.type: 1589