ECLI:NL:RBNHO:2024:7043

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 juli 2024
Publicatiedatum
11 juli 2024
Zaaknummer
15/129140-23
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging tot doodslag en poging tot mishandeling, veroordeling openlijke geweldpleging na rellen tijdens voetbalwedstrijd AZ Alkmaar - West Ham United

Op 16 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die betrokken was bij rellen na de voetbalwedstrijd AZ Alkmaar tegen West Ham United op 18 mei 2023. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot doodslag en poging tot mishandeling, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij het slachtoffer tegen het hoofd had geschopt. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de aanmerkelijke kans op overlijden of zwaar lichamelijk letsel van het slachtoffer. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging, omdat hij in vereniging geweld had gepleegd tegen politiemensen, stewards en andere toeschouwers in het AFAS-stadion.

De rechtbank overwoog dat het geweld dat na de wedstrijd plaatsvond, ernstig was en leidde tot gevoelens van onveiligheid onder de aanwezigen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twaalf maanden geëist, maar de rechtbank besloot tot een lichtere straf. De verdachte, een first offender, kreeg een gevangenisstraf gelijk aan de duur van zijn voorarrest en een taakstraf van 150 uur, waarvan 50 uur voorwaardelijk. Daarnaast werd een locatieverbod opgelegd voor het AFAS-stadion voor de duur van één jaar, met vervangende hechtenis voor overtredingen van dit verbod.

De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn stabiele situatie en bereidheid tot reclassering. De uitspraak benadrukt de ernst van voetbalgerelateerd geweld en de impact daarvan op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/129140-23 (P)
Uitspraakdatum: 16 juli 2024
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 2 juli 2024 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. C.J. Booij, en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J. Brouwer, advocaat te Heerhugowaard, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1hij op of omstreeks 18 mei 2023 te Alkmaar openlijk, te weten, in het AFAS-stadion (gelegen aan de Stadionweg 1) tijdens en/of kort na de voetbalwedstrijd AZ Alkmaar – West Ham United, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een goed te weten tegen aldaar aanwezige politiemensen en/of één of meer aldaar aanwezige steward(s) en/of één of meer aldaar aanwezige toeschouwers, en/of tegen een of meer goederen (waaronder een stadionhek) door
- (met versnelde pas) (dreigend) (al dan niet met gezichtsbedekking) te lopen in de richting van die personen en/of goederen met het kennelijke doel om de confrontatie aan te gaan en/of
- (met kracht) te rukken/trekken aan voornoemd hek en/of
- voornoemd hek te passeren en zich (vanaf de van de Ben-tribune) te begeven naar de hoofdtribune en/of
- de hoofdtribune te betreden teneinde het gevecht aan te gaan met (West Ham UInited)-toeschouwers en/of
- (met kracht) (al dan niet met een broekriem) te slaan/stompen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en/of
- (met kracht) te schoppen/trappen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en/of
- een of meer personen van een trap (naar beneden) te trekken en/of
- (met kracht) te duwen tegen één of meer voornoemde personen en/of
- een vechthouding (tegenover andere toeschouwers) aan te nemen en/of;
- te slaan, althans slaande bewegingen te maken, tegen, althans naar de rug, althans het lichaam van een onbekend gebleven toeschouwer nn1 en/of
- (meermalen) te slaan, althans slaande bewegingen te maken, tegen, althans naar het hoofd en/of het (boven)lichaam van een onbekend gebleven toeschouwer nn2
–waarna die nn2 neer gaat- en/of
- (meermalen) te schoppen, althans schoppende bewegingen te maken, tegen, althans naar het (onder)lichaam en/of de benen van (de op de grond liggende) nn2
en/of
- te slaan, althans slaande bewegingen te maken, tegen, althans naar het hoofd van een andere onbekend gebleven toeschouwer nn3;
Feit 2primairhij op of omstreeks 18 mei 2023 te Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een onbekend gebleven slachtoffer opzettelijk van het leven te beroven, (terwijl voornoemde slachtoffer op de grond lag) eenmaal (met kracht) op/tegen diens hoofd heeft getrapt en/of geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
hij op of omstreeks 18 mei 2023 te Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een onbekend gebleven persoon opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen (terwijl voornoemde slachtoffer op de grond lag) eenmaal (met kracht) op/tegen diens hoofd heeft getrapt en/of geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en onder 2 subsidiair ten laste gelegde feiten. Hij acht het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het slachtoffer tegen het hoofd heeft geschopt, terwijl het slachtoffer op de grond lag. Er is volgens de officier van justitie geen sprake van een poging tot doodslag, omdat er te weinig informatie in het dossier zit over de kracht waarmee geschopt is. De verdachte schopt met kracht, maar onduidelijk is of dit met een zodanige kracht was dat dit een poging tot doodslag oplevert. Daarbij is het slachtoffer en daarmee het letsel onbekend gebleven. De camerabeelden laten wel zien dat het slachtoffer na de schop weer overeind komt. De verdachte dient van de poging tot doodslag te worden vrijgesproken. De officier van justitie heeft gesteld dat het feit wel gekwalificeerd kan worden als een poging tot zware mishandeling.
3.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 ten laste gelegde feit. Niet kan worden vastgesteld dat de verdachte tegen het hoofd van het onbekend gebleven slachtoffer heeft getrapt. Indien dit wel zou kunnen worden vastgesteld, dan is er geen sprake van (voorwaardelijk) opzet op de dood van het slachtoffer noch op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Vrijspraak feit 2Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2 ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Op grond van de inhoud van het dossier, de getoonde camerabeelden ter terechtzitting (bestandsnaam 2023-05-26 09-41-24) en het verhandelde ter terechtzitting kan weliswaar worden vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer heeft getrapt, maar niet waar hij het slachtoffer precies heeft geraakt. Op de camerabeelden is te zien dat de verdachte zijn been omhoog doet en weer naar beneden. Volgens zijn eigen verklaring ter terechtzitting heeft hij het slachtoffer daarbij op de borst geraakt. Volgens verbalisant [verbalisant], die screenshots van de camerabeelden heeft gemaakt en beoordeeld, heeft de verdachte het slachtoffer vol op zijn hoofd geraakt. De rechtbank heeft in raadkamer de voornoemde camerabeelden beeld voor beeld afgespeeld, maar kan uit deze beelden, met name minuut 00:00:05 en 00:00:06, niet afleiden hetgeen door de verbalisant wordt beschreven over de trap tegen het hoofd. Het dossier biedt ook verder onvoldoende aanknopingspunten hiervoor. Het slachtoffer is onbekend gebleven. Er ligt daarom geen aangifte van hem over het gebeuren en onbekend is dus ook in hoeverre dat slachtoffer letsel heeft opgelopen waaruit kan worden afgeleid waar hij is geraakt. Omdat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte tegen het hoofd van het slachtoffer heeft geschopt, dient de verdachte naar het oordeel van de rechtbank te worden vrijgesproken van het aan hem onder 2 ten laste gelegde, zowel voor wat betreft de ten laste gelegde poging tot doodslag als wat betreft de ten laste gelegde poging tot mishandeling. De rechtbank kan namelijk niet vaststellen dat er een aanmerkelijke kans was dat het slachtoffer zou komen te overlijden of zwaar lichamelijk letsel zou oplopen.
3.3.2
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn opgenomen.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 18 mei 2023 te Alkmaar openlijk, te weten, in het AFAS-stadion (gelegen aan de Stadionweg 1) tijdens en/of kort na de voetbalwedstrijd AZ Alkmaar – West Ham United, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een goed te weten tegen aldaar aanwezige politiemensen en/of één of meer aldaar aanwezige steward(s) en/of één of meer aldaar aanwezige toeschouwers, en/of tegen een of meer goederen (waaronder een stadionhek) door
- (met versnelde pas) (dreigend) (al dan niet met gezichtsbedekking) te lopen in de richting van die personen en/of goederen met het kennelijke doel om de confrontatie aan te gaan en/of
- (met kracht) te rukken/trekken aan voornoemd hek en/of
- voornoemd hek te passeren en zich (vanaf de van de Ben-tribune) te begeven naar de hoofdtribune en/of
- de hoofdtribune te betreden teneinde het gevecht aan te gaan met (West Ham United)-toeschouwers en/of
- (met kracht) (al dan niet met een broekriem) te slaan/stompen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en/of
- (met kracht) te schoppen/trappen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en/of
- een of meer personen van een trap (naar beneden) te trekken en/of
- (met kracht) te duwen tegen één of meer voornoemde personen en/of
- een vechthouding (tegenover andere toeschouwers) aan te nemen en/of;
- te slaan, althans slaande bewegingen te maken, tegen, althans naar de rug, althans het lichaam van een onbekend gebleven toeschouwer nn1 en /of
- (meermalen) te slaan, althans slaande bewegingen te maken, tegen, althans naar het hoofd en/of het (boven)lichaam van een onbekend gebleven toeschouwer nn2
–waarna die nn2 neer gaat en
- (meermalen) te schoppen, althans schoppende bewegingen te maken, tegen, althans naar het (onder)lichaam van (de op de grond liggende) nn2
en
- te slaan, althans slaande bewegingen te maken, tegen, althans naar het hoofd van een andere onbekend gebleven toeschouwer nn3.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is dan ook strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is daarom strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd, uitgaande van een bewezenverklaring van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde feit, dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en een proeftijd van drie jaar. Aan het voorwaardelijk deel dienen de voorwaarden, zoals door de reclassering zijn geadviseerd te worden verbonden. De officier van justitie heeft gevorderd om aan het voorwaardelijk deel tevens als voorwaarde te verbinden het volgen van een agressieregulatie-therapie.
Daarnaast vordert hij de oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr), te weten een locatieverbod voor het AFAS Stadion en het omhekte terrein bij het AFAS Stadion, met daarbij een vervangende hechtenis van twee weken voor iedere overtreding van dit verbod, voor de duur van vijf jaren.
6.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat aan de verdachte een voorwaardelijke straf dient te worden opgelegd. De verdachte is een first offender. Hij heeft zich gedurende het schorsingstoezicht aan de voorwaarden gehouden, zoals de meldplicht en het volgen van een behandeling. Hij heeft dagbesteding. Er is een stijgende lijn te zien en het is niet in het belang van de verdachte dat deze doorbroken wordt door een gevangenisstraf.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Het gaat om een ernstig feit. Na afloop van de wedstrijd AZ -West Ham United een grote groep AZ supporters, na het eerst vernielen van een hekwerk, de hoofdtribune aangevallen waarop zich genodigden bevonden, familieleden van spelers en West Ham United supporters. Mensen zijn aangevallen, ook stewards en beveiligers. Vervolgens heeft de groep zich ook op gewelddadige wijze tegen de ME gekeerd. Dit is heel beangstigend geweest, niet alleen voor de personen die werden aangevallen, maar voor alle aanwezigen in het stadion, waaronder ook ouders met kinderen. Niet voor niets is hiervoor nationaal en ook internationaal in de media veel aandacht geweest.
Dit voetbalgerelateerd geweld dat door een groep wordt gepleegd maakt de massale inzet van beveiligers en politie tijdens voetbalwedstrijden nodig, terwijl de club en de maatschappij met de kosten en gevolgen worden geconfronteerd. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat feiten als dit, die zich in het openbaar afspelen, leiden tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Mensen vragen zich af of het nog wel veilig is om naar een voetbalwedstrijd te gaan? kan ik mijn kinderen wel meenemen?
De verdachte heeft met zijn gedrag hieraan bijgedragen. Dit is ontoelaatbaar gedrag.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie (strafblad), gedateerd 24 mei 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld.
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 20 oktober 2023, van [reclasseringswerker] als reclasseringswerkster verbonden aan Reclassering Nederland.
De reclassering schat het risico op recidive als laag gemiddeld in. De verdachte heeft stabiele huisvesting, een structurele dagbesteding in de vorm van vrijwilligerswerk en hij staat onder bewindvoering waardoor er vooralsnog sprake is van een schuldenvrije, stabiele financiële situatie. Een risico verhogende factor vormt zijn psychisch welzijn (PTSS), vermoedelijk voortkomend uit een onveilig opvoedingsklimaat en traumatische herinneringen die hij heeft opgedaan gedurende zijn verblijf op de Filipijnen. Hij heeft hier echter al jaren mee te kampen en dit heeft tot dusver niet eerder tot strafbaar gedrag geleid. Hij gebruikt diverse medicatie voor zijn psychische klachten en het goed instellen op deze medicatie is van belang. Hier kan gedurende het toezicht aandacht aan worden besteed in samenwerking met de ggz. De reclassering adviseert bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met daaraan de bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht en een ambulante behandeling, gekoppeld.
De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd open te staan voor reclasseringscontact en zich te zullen houden aan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Op grond van de oriëntatiepunten van de rechtspraak staan er taakstraffen op openlijk geweld. De rechtbank is van oordeel dat de openlijke geweldpleging, zoals dit heeft plaatsgevonden op 18 mei 2023, te ernstig is om te volstaan met een taakstraf. De ernst van het feit rechtvaardigt in beginsel de oplegging van een gevangenisstraf. De rechtbank weegt daarbij mee het aanzienlijke aandeel dat de verdachte heeft gehad bij de vechtpartij op de tribune, waarbij hij personen heeft geslagen en getrapt, waaronder een persoon die op de grond lag. In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat hij een first offender is. De verdachte heeft ter terechtzitting meermalen zijn spijt betuigd, hetgeen de rechtbank oprecht overkomt. De rechtbank overweegt dat de verdachte een positieve lijn heeft ingezet en acht het in het belang van de verdachte en de samenleving dat deze lijn wordt doorgetrokken. Hernieuwde vrijheidsbeneming zou deze ontwikkeling kunnen doorkruisen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest passend. Dit betekent dat de verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis. Daarnaast legt de rechtbank een taakstraf op van 150 uren, waarvan 50 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Aan die straf worden de bijzondere voorwaarden gekoppeld zoals door de reclassering geadviseerd. De rechtbank ziet geen aanleiding om de door de officier van justitie verzochte agressieregulatie-therapie als bijzondere voorwaarde op te leggen.

7.Vrijheidsbeperkende maatregel

Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten is de rechtbank van oordeel dat de maatregel dient te worden opgelegd, te weten:
dat de verdachte voor de duur van één jaar zich niet zal ophouden in het navolgende gebied: (het terrein bij) het AFAS-stadion (Alkmaar), Stadionweg 1, 1812 AZ Alkmaar.
De rechtbank zal bepalen dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 5 dagen met een totale duur van ten hoogste zes maanden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 38v, 38w, 141 Sr.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 2 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het onder 1 bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
52 (tweeënvijftig)dagen.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
150 (honderdvijftig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 50 dagen (vijftig) hechtenis, met bevel dat een gedeelte groot
50 (vijftig) uren, bij niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 25 dagen hechtenis,
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
Meldplicht bij reclassering
De verdachte meldt zich bij Reclassering Nederland bij op het adres Drechterwaard 102, 1824 DX te Alkmaar. De verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Ambulante behandeling
De verdachte laat zich behandelen door Divisie Forensische Psychiatrie of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering.
De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de verdachte gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Maatregel locatieverbod
Legt op de maatregel dat de verdachte voor de duur van
1 (één) jaarzich niet zal ophouden in het navolgende gebied:
(het terrein bij) het AFAS Stadion (Alkmaar), Stadionweg 1, 1812 AZ Alkmaar.
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 5 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een totale duur van ten hoogste zes maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. S. van Excel, voorzitter,
mr. C.S. Schoorl en mr. M.C.J. Lommen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.E. Lee,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 juli 2024.