ECLI:NL:RBNHO:2024:7005
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan procesbelang in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 17 juni 2024, wordt het beroep van eisers tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun bezwaarschrift behandeld. Eisers hadden op 14 december 2023 bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen, dat op 8 december 2023 was genomen. Het beroep werd op 19 maart 2024 ingesteld. Tijdens de zitting, waar het college niet aanwezig was, werd telefonisch contact opgenomen met de vertegenwoordiger van het college, die bevestigde dat de uitnodiging was ontvangen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eisers geen toereikend procesbelang hebben. Het college had in het besluit van 8 december 2023 een dwangsom van € 23 vastgesteld, naar aanleiding van een ingebrekestelling. Eisers wilden met hun bezwaar een hoger bedrag aan dwangsom verkrijgen. Echter, volgens de rechtbank is paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht, die de verplichting tot betaling van een dwangsom bij niet tijdig beslissen regelt, niet van toepassing op besluiten op grond van de Wet open overheid (Woo). Hierdoor kunnen eisers met hun bezwaar niet in een betere positie komen, wat leidt tot het oordeel dat zij geen procesbelang hebben bij het beroep.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat eisers geen griffierecht terugkrijgen en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangen. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.