ECLI:NL:RBNHO:2024:6977
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak na tussenuitspraak inzake subsidievaststelling en terugvordering NOW-1 met motiveringsgebrek
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onderneming uit Heerhugowaard, en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de subsidievaststelling en terugvordering van de NOW-1 regeling. Eiseres had een beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarin zij een lagere subsidie had ontvangen en een terugvordering van het voorschot was opgelegd. De rechtbank had eerder op 17 oktober 2023 een tussenuitspraak gedaan, waarin werd vastgesteld dat de Minister geen belangenafweging had gemaakt bij de subsidievaststelling, wat leidde tot een motiveringsgebrek. Eiseres voerde aan dat de financiële gevolgen van de terugvordering onevenredig zwaar waren, vooral gezien de seizoensgebonden aard van haar werkzaamheden en de hoge loonsom in de referentiemaand. De rechtbank oordeelde dat de belangenafweging door de Minister niet voldeed aan de vereisten en dat er onvoldoende rekening was gehouden met de specifieke omstandigheden van eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat de Minister voldoende gemotiveerd had aangetoond dat de subsidievaststelling niet onredelijk was. Eiseres kreeg recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.