Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker 2] ,beiden wonende [woonplaats] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
(i) verzoekers benoemd tot de enig erfgenamen;
(ii) [broer 1 van verzoekers] en [broer 2 van verzoekers] en hun eventuele afstammelingen uitgesloten als erfgenaam;
(iii) verweerder benoemd tot executeur van de nalatenschap;
(iv) bepaald dat op de vererving en de afwikkeling van de nalatenschap zoveel als mogelijk het Nederlands recht van toepassing is.
Bij vonnis van 12 juli 2023 heeft de kantonrechter te Haarlem de vordering van [verzoekers] afgewezen.
3.Het verzoek
4.De beoordeling
de onderbouwing van het verzoek
Kort gezegd verwijten [verzoekers] dat [verweerder] te weinig informatie verstrekt en dat hij het bedrag van € 3.776,58 van de bankrekening van de erflaatster heeft afgeschreven. [verweerder] heeft het vonnis van 12 juli 2023 overgelegd.
De kantonrechter leidt uit het voorgaande af dat, daar waar [verzoekers] de van [verweerder] verkregen cijfers en informatie wel deugdelijk hebben kunnen verifiëren, zij hebben vastgesteld dat alles klopte en dat van onregelmatigheden geen sprake is. In zoverre blijkt het door [verzoekers] geuite wantrouwen tegen [verweerder] niet terecht. Dat [verzoekers] de verrekening van het GAK niet op juistheid kunnen controleren, kan [verweerder] niet worden verweten
“5.13. (…) [verweerder] heeft erkend dat hij het bedrag van € 3.776,58 van de rekening heeft gehaald. Hoewel dit niet handig is geweest van [verweerder] kan de kantonrechter begrijpen dat hij schrok toen hij zag dat er geld van de rekening werd afgehaald nadat erflaatster overleden was en dat hij in het kader van zijn taak als executeur dit bedrag wilde veiligstellen. Daarbij acht de kantonrechter ook van belang dat [verzoekers] na het overlijden van erflaatster zelf als eerste geld van haar rekening hebben gehaald en niet hebben onderbouwd met stukken dat zij hiertoe gerechtigd waren. Nu [verweerder] heeft aangegeven dat het geld nog op zijn rekening staat en [verzoekers] beslag hebben gelegd op deze rekening ziet de kantonrechter geen aanleiding om dit bedrag in deze procedure toe te wijzen.”
De kantonrechter maakt het oordeel van de kantonrechter te Haarlem tot het hare. Wat [verzoekers] hebben aangevoerd over deze overboeking, draagt daarom niet bij tot het oordeel dat [verweerder] uit zijn hoedanigheid van executeur moet worden ontslagen.