ECLI:NL:RBNHO:2024:6886

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
9 juli 2024
Zaaknummer
C/15/351642 / HA RK 24-56
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verkoop van in beslaggenomen aandelen in joint venture Nexterra B.V. door Osdorp Beheer B.V.

In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, is op 9 juli 2024 uitspraak gedaan in de zaak tussen Osdorp Beheer B.V. en De Ingensche Waarden B.V. (DIW). Osdorp Beheer heeft verzocht om toestemming voor de verkoop van in beslaggenomen aandelen in de joint venture Nexterra B.V., waarvan beide partijen aandeelhouder zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een vordering van Osdorp Beheer op DIW bestaat, die nog niet is voldaan. De rechtbank heeft het verzoek tot verkoop van de aandelen toegewezen, maar niet tegen de door Osdorp Beheer voorgestelde prijs van € 15.000,00, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De rechtbank heeft bepaald dat de aandelen eerst onderhands verkocht moeten worden, met de mogelijkheid tot openbare verkoop indien dat niet lukt. De termijn voor de verkoop is vastgesteld op één jaar, met de mogelijkheid tot verlenging. DIW is veroordeeld in de proceskosten van Osdorp Beheer, die zijn vastgesteld op € 2.094,00.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rekestnummer: C/15/351642 / HA RK 24-56
Beschikking van 9 juli 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OSDORP BEHEER B.V.,
gevestigd te Haarlem,
verzoekster,
hierna te noemen: Osdorp Beheer,
advocaat mr. S.L. Boersen en mr. J. Wind te Amsterdam,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE INGENSCHE WAARDEN B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
belanghebbende,
hierna te noemen: DIW,
vertegenwoordigd door [betrokkene 1], [betrokkene 2]. [betrokkene 3], middellijk bestuurders van DIW.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift inclusief negen bijlagen, ingekomen ter griffie op 22 april 2024,
  • de oproepingsbrieven van 30 april 2024 aan verzoekster, DIW, Nexterra B.V. en de heer [betrokkene 4] van Groot & Evers Gerechtsdeurwaarders,
  • de mondelinge behandeling van 28 mei 2024 waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
  • de spreekaantekeningen van DIW.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling van 28 mei 2024 is de procedure op verzoek van partijen twee weken aangehouden om te beproeven of een minnelijke regeling kon worden bereikt. Per e-mail van 11 juni 2024 heeft de advocaat van Osdorp Beheer de rechtbank bericht dat partijen geen minnelijke regeling hebben bereikt en de rechtbank verzocht uitspraak te doen in deze kwestie.
1.3.
Ten slotte is de uitspraak bepaald op vandaag.

2.Feiten

2.1.
Nexterra B.V. (hierna: Nexterra) is een joint venture tussen Osdorp Beheer en DIW. Zij houden op dit moment ieder vijftig procent van de stemgerechtigde aandelen in het kapitaal en vormen gezamenlijk het bestuur van Nexterra.
2.2.
Nexterra hield zich bezig met de exploitatie en ontwikkeling van een ontgrondingsplas gelegen in de gemeente Lienden. Tussen partijen is een geschil ontstaan over de samenwerking binnen Nexterra. Zij hebben besloten om de samenwerking te beëindigen. In dat kader zijn partijen, Nexterra en Aannemingsmaatschappij Biesbosch 1 B.V. een onderhandse vaststellingsovereenkomst aangegaan. Daarin zijn de afspraken over de beëindiging van de samenwerking en het geschil vastgelegd. Vervolgens zijn de afspraken nogmaals vastgelegd in een notariële vaststellingsovereenkomst ex artikel 7:900 Burgerlijk Wetboek (de vaststellingsovereenkomst) van 17 juni 2022. In deze overeenkomst wordt Osdorp Beheer B.V. “Afvalzorg” genoemd.
2.3.
In artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst hebben de partijen bij de overeenkomst afspraken vastgelegd over de ontbinding en liquidatie van Nexterra. Nexterra is nog niet ontbonden. De jaarrekeningen over 2021 en 2022 zijn nog niet vastgesteld door het bestuur, waardoor slechts voorlopige, niet-vastgestelde, jaarstukken van Nexterra zijn gedeponeerd.
2.4.
Artikel 1.2 van de vaststellingsovereenkomst luidt:
DIW verklaart dat zij per heden uit hoofde van de Restitutie een bedrag van 1.721.610 (…) (voor zover van toepassing is dit bedrag exclusief BTW) verschuldigd is aan Afvalzorg (hierna: de Vordering). DIW zal de Vordering aan Afvalzorg voldoen, steeds door bijschrijving op de bankrekening ten name van Osdorp Beheer B.V. (…) onder vermelding van “Schikking Ingensche Waarden” en zonder een beroep te doen op opschorting, verrekening, eigenbeslag of enige andere aanspraak (…), in d evolgende deelbetalingen:
  • a)
  • b)
Daarna volgt een betalingsschema waarin elke drie maanden op de eerste dag van de maand een deelbetaling gedaan wordt, voor het eerst op 1 december 2022, daarna op 1 maart 2023 en zo verder.
2.5.
Ook na sommatie heeft DIW de deeltermijn van 1 maart 2024 niet betaald.
2.6.
Artikel 1.4 van de vaststellingsovereenkomst bepaalt dat de gehele vordering direct opeisbaar wordt indien en zodra DIW in verzuim is.
2.7.
Door het verzuim van DIW is de gehele resterende vordering van € 610.805,00 opeisbaar geworden.
2.8.
Op 22 maart 2024 heeft de deurwaarder op verzoek van Osdorp Beheer de notariële akte (vaststellingsovereenkomst) van 17 juni 2022 aan DIW betekend en executoriaal beslag gelegd op alle aandelen die DIW houdt in Nexterra.
2.9.
Naar aanleiding van het gelegde aandelenbeslag, heeft Nexterra geen mededeling in de zin van artikel 474f Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gedaan. Voor zover Osdorp Beheer bekend bestaan er geen rechten van derden op de beslagen aandelen. Ter voldoening van haar vordering op DIW, wenst Osdorp Beheer over te gaan tot verkoop en overdracht van de beslagen aandelen in Nexterra.
2.10.
In artikel 12 van de statuten van Nexterra is een blokkeringsregeling in de vorm van een aanbiedingsplicht aan de mede-aandeelhouders opgenomen.

3.Het verzoek

3.1.
Primair verzoekt Osdorp Beheer (samengevat), bij beschikking zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen Osdorp Beheer tot verkoop en overdracht van de beslagen aandelen aan zichzelf mag overgaan voor een prijs van € 15.000,00, binnen een termijn van drie maanden en daarbij (onder meer) te bepalen dat deze verkoop en overdracht in de plaats komt van het proces van aanbieding en overdracht zoals opgenomen in artikel 12 van de statuten van Nexterra. Subsidiair verzoekt Osdorp Beheer (samengevat) te bepalen dat zij binnen een termijn van één jaar mag overgaan tot de executoriale verkoop en overdracht van de beslagen aandelen door middel van een openbare verkoop en daarbij (onder meer) te bepalen dat deze verkoop en overdracht in de plaats komt van het proces van aanbieding en overdracht zoals opgenomen in artikel 12 van de statuten. Osdorp Beheer verzoekt tot slot DIW te veroordelen in de proces- en nakosten.
3.2.
DIW voert verweer en concludeert tot afwijzing van het verzoek. In de kern komt haar betoog erop neer dat zij het niet eens is met verkoop van de aandelen tegen een bedrag van € 15.000,00. Zij brengt naar voren dat er meer dan € 200.000,00 op de bankrekening van Nexterra staat. Ook betwist DIW het bestaan van de vordering van Osdorp Beheer van € 212.473,00 (PFAS claim) die wordt vermeld op de door Osdorp Beheer aangeleverde balans. DIW zegt dat haar belangen onevenredig worden geschaad, als de aandelen voor € 15.000,00 mogen worden verkocht en van de statutaire bepalingen wordt afgeweken. DIW heeft er belang bij dat de waarde van de aandelen, in overeenstemming met artikel 12.5 van de statuten, op deugdelijke wijze door een deskundige wordt vastgesteld.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank stelt vast dat Osdorp Beheer beschikt over een vordering op DIW op grond van de betekende notariële akte van 17 juni 2022 en dat DIW tot op heden nog niet heeft betaald. Osdorp Beheer heeft daarom belang bij verkoop van de in beslag genomen aandelen om zich uit de opbrengst daarvan te kunnen voldoen.
4.2.
De rechtbank constateert aan de hand van de overgelegde beslagexploten dat het beslag op de aandelen op rechtsgeldige wijze is gelegd en dat de voorgeschreven formaliteiten en termijnen in acht zijn genomen. Het verzoek om te bepalen dat tot verkoop en overdracht van de inbeslaggenomen aandelen kan worden overgegaan is op de wet gegrond.
4.3.
De rechtbank heeft DIW en Nexterra op 30 april 2024 bij aangetekende brieven met bijlagen opgeroepen voor de zitting op 28 mei 2024 om te worden gehoord naar aanleiding van het door Osdorp Beheer ingediende verzoekschrift. Ter zitting heeft DIW verweer gevoerd tegen het verzoek, zoals samengevat weergegeven in randnummer 3.2.
4.4.
Gelet op het bepaalde in artikel 479 lid 3 Rv zal de rechtbank bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop van de aandelen dient te geschieden.
Wijze van verkoop
4.5.
Ten aanzien van de wijze van de verkoop geldt het volgende. Voor de executie hebben alle partijen belang bij een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst. Dat aan dat belang voldoende tegemoet wordt gekomen bij verkoop aan Osdorp Beheer voor € 15.000,00 is niet voldoende gebleken.
4.6.
Osdorp Beheer zegt dat een prijs van € 15.000,00 voor de aandelen reëel is omdat Nexterra al geruime tijd geen activiteiten meer ontplooit en, na aftrek van de schulden, een zeer beperkt eigen vermogen heeft. Dit maakt dat na de liquidatie van Nexterra slechts een klein bedrag zal kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders, aldus Osdorp Beheer. In dit kader verwijst zij naar de door haar overgelegde liquidatiebalans.
4.7.
Het op die balans opgenomen totaal aan schulden bestaat voor een (zeer) groot deel uit een vordering van Osdorp Beheer op Nexterra aangaande een PFAS claim. Deze schuld is in het overzocht opgenomen voor € 212.472,00. DIW heeft het bestaan van deze schuld betwist. Bij deze betwisting heeft Osdorp Beheer het bestaan van de PFAS claim onvoldoende onderbouwd.
4.8.
Daarmee kan de rechtbank niet vaststellen dat de waarde van de aandelen € 15.000,00 is en dat met een verkoop en overdracht aan Osdorp Beheer van de aandelen tegen die waarde ook de belangen van DIW voldoende gewaarborgd zijn. De overgelegde balans vermeldt een totaal aan kortlopende schulden van 300.893,00. Dat bedrag is inclusief de PFAS Claim van Osdorp Beheer. Als deze claim in het geheel niet zou blijken te bestaan, resteert derhalve nog een totaalbedrag aan kortlopende schulden van 90.000,00, terwijl de balans ook een bedrag aan vlottende activa van € 366.126,00 laat zien, waarvan 288.506,00 aan liquide middelen. Bij die stand van zaken zal de waarde van de aandelen aanzienlijk hoger (kunnen) zijn dan de door Osdorp Beheer voorgehouden € 15.000,00.
4.9.
Om het belang van partijen bij een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst zo goed mogelijk te dienen zal de rechtbank bepalen dat de deurwaarder eerst onderhands mogen worden verkocht. De praktijk leert dat een onderhandse verkoop veelal tot de hoogste prijs leidt. Mocht een onderhandse procedure niet tot verkoop en overdracht leiden dan zullen de aandelen openbaar verkocht kunnen worden.
Blokkeringsregeling
4.10.
Osdorp Beheer heeft de rechtbank verzocht de gevraagde verkoop en overdracht van de aandelen in de plaats te stellen van de bepalingen uit de statutaire blokkeringsregeling. Deze houdt (kort gezegd) onder meer in dat de aandelen eerst moeten worden aangeboden aan de mede-aandeelhouder(s) en dat de prijs wordt vastgesteld door een onafhankelijk deskundige als de aanbieder en mede-aandeelhouder(s) daarover niet tot overeenstemming komen. Daarbij heeft zij onder meer aangevoerd dat vaststelling van de prijs door een deskundige, ook gelet op de discussie over de balans, geruime tijd in beslag zal nemen en ook aanzienlijke kosten met zich zal brengen. Bij de mondelinge behandeling heeft deurwaarder Oude Elferink gezegd dat waardering van de aandelen al snel
€ 30.000,00 euro zal kosten. DIW heeft daarop aangegeven dat zij bereid om snel mee te werken aan de uitvoering van de statutaire regeling van vaststelling van de prijs.
4.11.
De rechtbank is van oordeel dat de belangen van Osdorp Beheer vorderen dat de aanbiedingsregeling buiten toepassing worden verklaard [1] . Daarbij zijn niet alleen de door de deurwaarder gestelde – en niet door DIW betwiste – kosten van vaststelling van de prijs van belang, maar ook de voorgeschiedenis tussen partijen, waarbij al langere tijd gediscussieerd wordt over de activa en passiva in Nexterra en DIW zich ook nu op het standpunt stelt dat eerst nog geïnventariseerd moet worden wat er is in Nexterra. Door het buiten toepassing verklaren van de aanbiedingsregeling worden de belangen van DIW naar het oordeel van de rechtbank niet onevenredig geschaad. DIW heeft aangegeven dat haar belangen onevenredig worden geschaad als het verzoek wordt toegewezen de aandelen voor een bedrag van € 15.000,00 te verkopen. Dat verzoek zal de rechtbank niet toewijzen. DIW heeft echter niet aangegeven in welke zin en mate haar belangen worden geschaad door onderhandse of openbare verkoop van de aandelen met passeren van de blokkeringsregeling.
4.12.
De rechtbank zal de aanbiedingsregeling uit de statuten van Nexterra dan ook buiten toepassing verklaren.
Wijze van verkoop
4.13.
Gelet op hetgeen hiervoor overwogen is geldt dat de aandelen onderhands verkocht kunnen worden. De deurwaarder is in het executierecht gewoonlijk degene die met de executieverkoop is belast. Om deze reden zal de heer [betrokkene 4] (hierna: de deurwaarder), werkzaam bij Groot & Evers Gerechtsdeurwaarders met de uitvoering van de verkoop worden belast, dan wel bij zijn ontstentenis een door hem aan te wijzen vervangende gerechtsdeurwaarder verbonden aan hetzelfde kantoor. De deurwaarder zal de leiding dienen te nemen bij de verkoop. Hij dient daarbij de verdere voorwaarden voor de verkoop vast te stellen, om een zo hoog mogelijke opbrengst voor de aandelen te realiseren.
Termijn voor verkoop
4.14.
Op grond van artikel 474g lid 1 Rv dient de rechtbank de termijn te bepalen waarbinnen tot de verkoop en overdacht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan. De rechtbank bepaalt deze termijn op één jaar, met dien verstande dat deze termijn, indien nodig, op verzoek van (een van) partijen door de rechtbank kan worden verlengd. Dit verzoek dient de rechtbank uiterlijk 8 juli 2025 te bereiken.
4.15.
Mocht niet vóór of op 8 juli 2025 om verlenging van de verkooptermijn zijn verzocht, dan zal het verzoek op dat onderdeel worden afgewezen.
Proceskosten
4.16.
DIW zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Deze kosten worden aan de zijde van Osdorp Beheer tot op vandaag vastgesteld op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2 punten x tarief II € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld)
Totaal
2.094,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
bepaalt dat alle ten laste van DIW in beslaggenomen aandelen in de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nexterra B.V. kunnen worden verkocht, met inachtneming van hetgeen hierna is bepaald,
5.2.
wijst [betrokkene 4], gerechtsdeurwaarder te Amsterdam ten kantore van Groot & Evers Gerechtsdeurwaarders, dan wel een daar hem aan te wijzen vervangende deurwaarder verbonden aan dit kantoor, aan als deurwaarder met de executie belast,
5.3.
bepaalt dat de aandelen binnen één jaar, althans op een zo kort mogelijke termijn, mogen worden verkocht, bij wijze van onderhandse verkoop dan wel, indien deze niet tot verkoop leidt bij wijze van openbare verkoop,
5.4.
bepaalt dat de aandelen eerst onderhands mogen worden verkocht, waarbij geldt dat de hoogste onderhandse bieding door de deurwaarder ter kennis zal worden gebracht aan de beslagene, zodat deze zelf gedurende één maand hierna een hoger bod kan (laten) uitbrengen,
5.5.
bepaalt dat de verkoop zal geschieden met inachtneming van de wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding van aandelen, waarbij de statutaire blokkeringsregel, artikel 12, in de statuten van Nexterra geen toepassing hebben bij de executieverkoop,
5.6.
bepaalt dat, indien het na zes maanden na heden niet gelukt is om de aandelen onderhands te verkopen, de aandelen door middel van openbare verkoop bij inschrijving kunnen worden verkocht,
5.7.
bepaalt dat de deurwaarder nadere regels kan vaststellen om een zo hoog mogelijke opbrengst te verkrijgen,
5.8.
bepaalt dat de termijn van een jaar, indien nodig, op verzoek, door de rechtbank kan worden verlengd en dat een verzoek hiertoe de rechtbank uiterlijk op 8 juli 2025 dient te bereiken,
5.9.
bepaalt dat DIW haar medewerking aan de verkoop van de aandelen dient te verlenen,
5.10.
veroordeelt DIW in de proceskosten aan de zijde van Osdorp Beheer tot op heden vastgesteld op € 2.094,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als DIW niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
5.11.
wijst het meer of anders gevorderde af,
5.12.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A. Hoogkamer en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2024.

Voetnoten

1.Artikel 2:195 lid 7 BW.