ECLI:NL:RBNHO:2024:6800
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in brandstichtingszaak te Koog aan de Zaan
In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1989 te [geboorteplaats], heeft de rechtbank Noord-Holland op 8 juli 2024 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van brandstichting op 21 juni 2021 te Koog aan de Zaan, waarbij hij samen met anderen of alleen opzettelijk een brand zou hebben gesticht nabij een geparkeerd voertuig. De rechtbank heeft de zaak behandeld op openbare terechtzittingen op 10, 11 en 24 juni 2024. De officier van justitie heeft vrijspraak van het ten laste gelegde feit gevorderd, terwijl de verdediging eveneens pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na beoordeling van het dossier en de ingebrachte argumenten, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte als (mede)pleger van de brandstichting aan te merken. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding, aangezien de verdachte niet was veroordeeld. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.