Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering in de hoofdzaak en de tegenvordering
- verklaring voor recht dat Dexia met betrekking tot de overeenkomsten met [gedaagde] aan al haar verplichtingen heeft voldaan en niets meer aan [gedaagde] verschuldigd is, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
II: veroordeling van Dexia tot betaling van € 1.064,30, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III: verklaring voor recht dat Dexia jegens [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld en toerekenbaar tekort is geschoten;
IV: verklaring voor recht dat Dexia gehouden is tot betaling aan [gedaagde] van zijn volledige schade, bestaande uit de volledige inleg/rente, kosten, aflossingen en (fictieve) restschulden;
V: verklaring voor recht dat Dexia jegens [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld en/of toerekenbaar tekort is geschoten doordat Dexia in strijd met haar rechtsplichten nagelaten heeft tijdig en regelmatig aan de stichting BKR de gebruikelijke meldingen te doen;
VIII: veroordeling van Dexia in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
4.De beoordeling
Verweer
- Er is sprake van een tijdige vernietiging van de overeenkomst als bedoeld in artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto 1:89 BW;
- Er is sprake van een onaanvaardbaar financiële last op basis van het hofmodel;
- Dexia heeft verzuimd de registratie van de A-codering bij het BKR in verband met de overeenkomst te schrappen;
- Dexia heeft [gedaagde] niet of onvoldoende gewaarschuwd voor het risico van een restschuld.
Slaagt het beroep op 1:88 juncto 1:89 BW?
“Wij, ondergetekenden, zijn samen op 17 maart 2005 bij mr. [betrokkene 2] op kantoor in Amsterdam geweest, hebben bij die gelegenheid met mr. [betrokkene 2] overleg gehad over onze rechtsverhouding met Bank Labouchere N.V. en met Dexia Bank Nederland N.V. in verband met de overeenkomst WinstVerDriedubbelaar nr. [nummer], hebben bij die gelegenheid aan mr. [betrokkene 2] het verzoek gedaan en mondeling opdracht gegeven onze belangen te behartigen in verband met die rechtsverhouding met Bank Labouchere N.V. en met Dexia Bank Nederland N.V., en hebben bij die gelegenheid aan mr. [betrokkene 2] uitdrukkelijk mondeling volmacht gegeven daartoe alle rechtshandelingen en alle feitelijke handelingen te verrichten die mr.. [betrokkene 2] daartoe nodig, nuttig of wenselijk oordeelt. Ook hebben wij met mr. [betrokkene 2] besproken de vernietiging van de overeenkomst wegens afwezigheid toestemming van mevrouw [betrokkene 1], en hebben uitdrukkelijk en mondeling mr. [betrokkene 2] opdracht gegeven namens ons Dexia Bank Nederland aan te schrijven, met in dat schrijven door mr. [betrokkene 2] namens ons vernietigen van de effectenleaseovereenkomst wegens ontbreken van de toestemming voor de overeenkomst van mw. [betrokkene 1]. De heer mr. [betrokkene 2] heeft ons later kopie toegezonden van de brieven van 17 maart 2005 en 21 maart 2005 en hun inhoud hebben wij toen gelezen, en zijn conform onze opdracht aan mr. [betrokkene 2] en conform onze aan hem op 17 maart 2005 uitdrukkelijk mondeling gegeven volmacht de overeenkomst namens ons te vernietigen wens afwezigheid van die toestemming. (…)”
In de zaak van de tegenvordering
- waarin de hinder heeft bestaan,
- welke schade dat heeft opgeleverd,
- wat hij heeft gedaan om die schadelijke gevolgen te voorkomen of te mitigeren,
- of en hoe hij Dexia daarvan op de hoogte heeft gesteld,
- op welke wijze hij naar aanleiding van die hinder heeft gepoogd de verhouding met Dexia tot afwikkeling te brengen,
en dit een en ander te onderbouwen met voor de hand liggende stukken: financieringsaanvragen en de afwijzing daarvan en correspondentie daaromtrent.
In de hoofdzaak verder
5.De beslissing
€ 10.000,00 is bereikt,