ECLI:NL:RBNHO:2024:657

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
15.334520.22
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor medeplegen van en medeplichtigheid aan woningoverval met bedreiging met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving

Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen van en medeplichtigheid aan een woningoverval, waarbij geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving aan de orde waren. De zaak vond zijn oorsprong in een incident dat plaatsvond op 19 oktober 2022 in Haarlem, waar de verdachte samen met medeverdachten betrokken zou zijn geweest bij een gewelddadige overval op twee woningen. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en eiste een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet op de hoogte was van de plannen van de medeverdachten en dus niet betrokken was bij de misdrijven.

Na het horen van de argumenten van beide partijen en het bestuderen van het dossier, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij betrokken was bij de woningovervallen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding, aangezien de basis voor deze vorderingen niet was komen vast te staan. Tevens werd bepaald dat een in beslag genomen Apple iPhone aan de verdachte moest worden teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/334520-22 (P)
Uitspraakdatum: 25 januari 2024
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 11 januari 2024 in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.J. Booij en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. F.F. Kool, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1
primair
hij op of omstreeks 19 oktober 2022 (in de woning gelegen aan het [adres A]) te Haarlem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door
  • voorzien van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of bivakmuts(en), althans enige vorm van gezichtsbedekking, naar de woning gelegen aan het [adres A] te gaan en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te richten op het gezicht van [slachtoffer 1] en/of
  • tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (op gebiedende en intimiderende toon) te zeggen “telefoons, jullie telefoons”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de nek van [slachtoffer 2] te zetten en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, door te laden en/of
  • dit doorgeladen vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, (wederom) tegen de nek van [slachtoffer 2] te plaatsen en/of
  • de telefoons van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te laten afstaan;
subsidiair
dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen op of omstreeks 19 oktober 2022 (in de woning gelegen aan het [adres A]) te Haarlem, in elk
geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door
  • voorzien van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of bivakmuts(en), althans enige vorm van gezichtsbedekking, naar de woning gelegen aan het [adres A] te gaan en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te richten op het gezicht van [slachtoffer 1] en/of
  • tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (op gebiedende en intimiderende toon) te zeggen “telefoons, jullie telefoons”,althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de nek van [slachtoffer 2] te zetten en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, door te laden en/of
  • dit doorgeladen vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, (wederom) tegen de nek van [slachtoffer 2] te plaatsen en/of
  • de telefoons van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, af te laten staan,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 19 oktober 2022 te Haarlem, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • met een of meer mededader(s) (tevoren) te overleggen over het plan van aanpak en/of
  • als bestuurder van een voertuig met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] naar de omgeving van de woning, gelegen aan het [adres A], te rijden en/of
  • gedurende de wederrechtelijke vrijheidsberoving telefonisch in verbinding te staan met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of
  • in de nabijheid van de woning op [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te wachten en/of op de uitkijk te staan en/of
  • als bestuurder van een voertuig na de wederrechtelijke vrijheidsberoving met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] van de woning weg te rijden en/of de vlucht mogelijk te maken;
Feit 2
primair
hij op of omstreeks 19 oktober 2022 (in de woning gelegen aan het [adres B]) te Haarlem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een horloge en/of een ketting en/of een (Louis Vuitton) tas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander, toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], gepleegd met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders,
  • voorzien van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of bivakmuts(en), althans enige vorm van gezichtsbedekking, naar de woning gelegen aan het [adres B] is/zijn gegaan en/of
  • bij deze woning heeft/hebben aangebeld en/of
  • (direct na het openen van de deur) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/in de richting van het lichaam van [slachtoffer 4] heeft/hebben gericht en/of tegen het lichaam van [slachtoffer 4] heeft/hebben gezet en/of gehouden en/of
  • met [slachtoffer 4] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar boven is gelopen naar de (slaap)kamer van [slachtoffer 5] (waar ook [slachtoffer 6] aanwezig is) en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te richten op het hoofd van [slachtoffer 5] en/of
  • met het vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te schieten tussen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] in en/of
  • dreigend de woorden toe te voegen ‘geld geld, ik weet dat je 40.000 euro hebt’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
subsidiair
dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen op of omstreeks 19 oktober 2022 (in de woning gelegen aan het [adres B]) te Haarlem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een horloge en/of een ketting en/of een (Louis Vuitton) tas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander, toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], gepleegd met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat voornoemde personen en/of hun mededaders,
  • voorzien van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of bivakmuts(en), althans enige vorm van gezichtsbedekking, naar de woning gelegen aan het [adres B] is/zijn gegaan en/of
  • bij deze woning heeft/hebben aangebeld en/of
  • (direct na het openen van de deur) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/in de richting van het lichaam van [slachtoffer 4] heeft/hebben gericht en/of tegen het lichaam van [slachtoffer 4] heeft/hebben gezet en/of gehouden en/of
  • met [slachtoffer 4] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar boven is gelopen naar de (slaap)kamer van [slachtoffer 5] (waar ook [slachtoffer 6] aanwezig is) en/of
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te richten op het hoofd van [slachtoffer 5] en/of
  • met het vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te schieten tussen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] in en/of
  • dreigend de woorden toe te voegen ‘geld geld, ik weet dat je 40.000 euro hebt’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 19 oktober 2022 te Haarlem, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • met een of meer mededader(s) (tevoren) te overleggen over het plan van aanpak en/of
  • als bestuurder van een voertuig met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] naar de omgeving van de woning, gelegen aan het [adres B], te rijden en/of
  • gedurende de diefstal met geweld telefonisch in verbinding te staan met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of
  • in de nabijheid van de woning op [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te wachten en/of op de uitkijk te staan en/of
  • als bestuurder van een voertuig na de diefstal met geweld met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] van de woning weg te rijden en/of de vlucht mogelijk te maken.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Standpunten van partijen

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 subsidiair en onder 2 subsidiair ten laste gelegde feiten.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden en een contactverbod met de slachtoffers en medeverdachten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken van de aan hem onder 1 en onder 2, primair en subsidiair, ten laste gelegde feiten.
3.3.
VrijspraakNaar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen wat de verdachte onder 1 primair en subsidiair en onder 2 primair en subsidiair ten laste is gelegd. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Uit het dossier en hetgeen is besproken op de terechtzitting volgt dat de verdachte in de avond van 18 oktober 2022 is gebeld door de medeverdachte [medeverdachte 1] met de vraag of hij de volgende dag met zijn auto een paar jongens naar Haarlem zou kunnen rijden. De verdachte zou voor deze gunst een volle tank benzine krijgen en nog wat extra waar hij naar eigen zeggen een leuke jas voor zou kunnen kopen. Die nacht is [medeverdachte 1] bij hem komen slapen en de volgende ochtend, 19 oktober 2022, is de verdachte met [medeverdachte 1] naar Haarlem gereden naar de woning aan de [adres 2]. Onderweg hebben zij de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] opgehaald. Vervolgens heeft de verdachte samen met [medeverdachte 3] gewacht in de auto totdat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] instapten, waarna de verdachten terug naar Rotterdam zijn gereden.
Hieruit ontstaat weliswaar een ernstige verdenking tegen de verdachte maar de rechtbank kan niet vaststellen dat de verdachte wetenschap had van wat op 19 oktober 2022 zou gaan plaatsvinden en hem ten laste is gelegd. Het dossier biedt daarvoor onvoldoende aanknopingspunten. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van wat hem onder 1 primair en subsidiair en onder 2 primair en subsidiair ten laste is gelegd.
4. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten een Apple iPhone, dient te worden teruggegeven aan de verdachte.

5.Vorderingen benadeelde partijen

5.1.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 5]
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 8.281,40 ingediend tegen de verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat nu niet wettig en overtuigend is bewezen wat aan de verdachte onder 2 (primair en subsidiair) is tenlastegelegd, de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, kan worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.
5.2.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 7.500,00 ingediend tegen de verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat nu niet wettig en overtuigend is bewezen wat aan de verdachte onder 2 (primair en subsidiair) is tenlastegelegd, de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, kan worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.
5.3.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 6]
De benadeelde partij [slachtoffer 6] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 20.000,00 ingediend tegen de verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat nu niet wettig en overtuigend is bewezen wat aan de verdachte onder 2 (primair en subsidiair) is tenlastegelegd, de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, kan worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.

6.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 primair en subsidiair en onder 2 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 5] niet-ontvankelijk in de vordering.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk in de vordering.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk in de vordering.
Gelast de teruggave aan de verdachte van:
- 1 STK GSM (Apple iPhone Zwart)
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.C.M. van Mierlo, voorzitter, tevens kinderrechter,
mrs. M.E. Allegro en J. Lintjer, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.C. ten Klooster,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 januari 2024.
Mr. Allegro is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.