Op 5 juni 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De moeder van de minderjarige, die onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft regelmatig verslavingszorg en opvoedondersteuning ontvangen. De minderjarige verblijft sinds eind maart 2024 vrijwel volledig bij de moeder, die sinds juli 2023 geen alcohol meer gebruikt. Ondanks de zorgen over de opvoedsituatie in het verleden, heeft de moeder positieve stappen gezet en is er toezicht vanuit de kinderopvang en een pleeggezin. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat deze verlenging niet noodzakelijk is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder gemotiveerd is om de hulp voort te zetten en dat de thuissituatie van de minderjarige is verbeterd. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI afgewezen, omdat er twijfels bestonden over de effectiviteit van het toezicht en de betrokkenheid van de vader bij de zorg voor de minderjarige. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan binnen drie maanden worden aangevochten.