Identificatie gebruiker Sky-account [accountnaam 2]
Anders dan de verdediging heeft aangevoerd, is de rechtbank van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, kan worden vastgesteld dat de verdachte de gebruiker van het Sky-account [accountnaam 2] is. De rechtbank licht dit als volgt toe.
In de groeps-chat met meerdere Sky-gebruikers zegt [accountnaam 2] op 13 september 2020 dat hij ervoor zal zorgen dat ze Flowerpower morgen in persoon zullen zien. Op 14 september 2020, rond 11:15 uur, stuurt [medeverdachte 1] ([accountnaam 1]; Flowerpower) berichten naar [accountnaam 2]: “Ben op de zaak kerel. Kom maar”. Om 12:55 uur vraagt [medeverdachte 1] aan [accountnaam 2] of hij onderweg is en een paar minuten later stuurt hij: “Ok. Snelle auto jij”. Uit beelden van de camera die het onderzoeksteam op het bedrijfspand van [medeverdachte 1] aan de [adres 2] had gericht, is gebleken dat rond 13:30 uur twee mannen aan komen lopen en in gesprek gaan met [medeverdachte 1]. Een van die mannen is herkend als de verdachte. De raadsman heeft aangevoerd dat dit de mogelijkheid openlaat dat de derde, niet geïdentificeerde persoon die is te zien op de camerabeelden, de gebruiker van [accountnaam 2] is. Hierin volgt de rechtbank de raadsman niet, gelet op de navolgende bevindingen die allemaal in de richting van de verdachte wijzen.
Uit onderzoek is gebleken dat het IMEI-nummer van het toestel waarmee gebruik werd gemaakt van het Sky-account [accountnaam 2], in de onderzochte periode tijdens de nachtelijke uren veelvuldig een zendmast aan het [adres 3] aanstraalt. Dit wijst erop dat de gebruiker van dat account in de omgeving van die zendmast woont of verblijft. In die periode verbleef de verdachte vaak bij zijn vriendin, die aan het [adres 4] woont. De zendmast aan het [adres 3] is de zendmast die het dichtst bij die woning ligt.
Op 31 augustus 2020 stuurt [accountnaam 2] het volgende bericht: “m’n dochter is jarig moet nog helemaal naar Brabant”. Uit onderzoek naar de gegevens die in de gemeentelijke basisregistratie en bij de Belastingdienst zijn opgenomen, blijkt dat de verdachte een dochter heeft die op [geboortedatum 2] is geboren. Een nadere onderbouwing van deze registraties, zoals een akte van erkenning, is - anders dan de raadsman heeft betoogd - niet nodig om hiervan uit te gaan.
In het dossier bevinden zich verder berichten tussen [accountnaam 2] en de gebruiker van het Sky-account [accountnaam 3], die is geïdentificeerd als [persoon A]. [persoon A] heeft verklaard dat hij de verdachte kent. Uit de berichten van 12 december 2020 kan worden afgeleid dat [persoon A] wordt bedreigd en dat hij in een auto rijdt, waarna hij het kenteken aan [accountnaam 2] vraagt. Hierop geeft [accountnaam 2] het kenteken [kenteken A] door. Hij is dus bekend met het kenteken van de auto waarin [persoon A] op dat moment reed. Dit kenteken blijkt op naam van de vrouw van [persoon A] te staan en de verdachte was de vorige eigenaar. De verdachte heeft verklaard dat hij deze auto aan [persoon A] had verkocht en was dus bekend met het kenteken van de auto waar [persoon A] op 12 december 2020 in reed.
Tot slot neemt de rechtbank in aanmerking dat uit onderzoek naar de metadata van [accountnaam 2] is gebleken dat aan dit account onder meer de bijnaam [bijnaam 2] is gekoppeld. De voornaam van de verdachte is [voornaam verdachte].
Rol verdachte
Op 5 september 2020 stuurt de verdachte via Sky een bericht naar [medeverdachte 1], dat hij een Colombiaan heeft gesproken die vanaf Bogota kan vullen, de beveiliging van Bogota zegt te hebben en deuren in Europa zoekt. Met “een deur” wordt in deze context iemand bedoeld die ervoor kan zorgen dat ingevoerde drugs buiten het zicht van de douane de luchthaven kan verlaten. Vervolgens wordt er tussen beiden gesproken, zowel onderling als in een groeps-chat met anderen, over welke luchtvaartmaatschappij het beste kan worden gebruikt, het betalen van borg, op welke plaats in het vliegtuig de dozen (met bloemen waartussen de cocaïne zal worden verstopt) het beste kunnen worden geplaatst en wanneer dit kan plaatsvinden. Daarbij is de verdachte de schakel tussen [medeverdachte 1] en andere organisatoren van het drugstransport, waaronder de Colombianen. Hij brengt vragen en berichten van de Colombianen over aan [medeverdachte 1] (zoals: “Hij vraagt hoe je de job doet. Met normale werkers of met politie”) en stuurt de antwoorden door naar zijn contacten. Ook blijkt uit de berichten dat de verdachte een van de investeerders is in de zending cocaïne en daarvoor een aanzienlijk bedrag heeft betaald, € 120.000 voor twintig kilo.
Voltooide invoer
De raadsman heeft aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat op 11 december 2020 daadwerkelijk cocaïne vanuit Colombia is verzonden en in Nederland is ingevoerd.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Tijdens het opsporingsonderzoek is geen cocaïne aangetroffen en in beslag genomen. Dit staat echter niet aan een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit in de weg, omdat gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen, waaronder de Sky-berichten, kan worden vastgesteld dat op 11 december 2020 cocaïne is ingevoerd. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Hiervoor is al vastgesteld dat de verdachte samen met anderen bezig was met de organisatie van een cocaïnetransport per vliegtuig vanuit Colombia naar Nederland. De verdachte had de cocaïne besteld en (zijn aandeel in de partij) betaald. Uit de Sky-berichten blijkt dat het transport een aantal keer is uitgesteld. Op 4 december 2020 laat [medeverdachte 1] aan de verdachte weten dat volgende week donderdag (de rechtbank begrijpt: donderdag 11 december 2020) 100% doorgaat. Op 6 december 2020 bericht de verdachte aan [medeverdachte 1] dat de spullen binnen zijn en op 10 december 2020 dat hij video’s heeft, waarop je “zelfs ziet dat de dozen door de scanner gaan”. Op 11 december 2020 laat hij [medeverdachte 1] weten: “ik heb foto’s van onze dozen onder de netten”. Op een telefoon die onder [medeverdachte 1] in beslag is genomen zijn meerdere videobestanden van 11 december 2020 aangetroffen. Daarop is te zien dat pakketten (blokken) in dozen geplaatst worden, dat aan een van de pakketten een GPS-tracker is getapet, en dat dozen met het opschrift “Flowers” op een rolbaan liggen. Ook zijn foto’s, gedateerd 12 december 2020, aangetroffen waarop is te zien dat bloemendozen zich bevinden op een vliegtuigplaat en dat een vliegtuigplaat met bloemendozen wordt ingeladen in de vrachtruimte van een vliegtuig.
Uit het onderzoek is gebleken dat op 11 december 2020 tussen 23:30 en 0:00 uur een vliegtuig met luchtvracht, komende vanuit Guatemala via Quito (Ecuador), Bogota (Colombia) en Miami op Schiphol is geland. De rechtbank leidt uit de Sky-berichten af dat dit de vlucht moet zijn geweest waarover de betrokkenen in de berichten spreken. Uit Sky-berichten die kort na middernacht worden verstuurd, blijkt dat de uithalers de dozen niet hebben gevonden. Hierop ontstaat tussen de verschillende Sky-gebruikers die bij de organisatie van het drugstransport betrokken zijn, een discussie over de vraag of de dozen wel in het vliegtuig zaten, of dat deze zijn gestolen. Uit de hiervoor genoemde video’s en foto’s volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de dozen waarin de cocaïne zou worden verstopt, daadwerkelijk in het vliegtuig zijn geladen. Dit past ook bij de overige berichten over (de organisatie van) het drugstransport. Het Sky-account [accountnaam 3] ([persoon A]) deelt een link van de GPS-tracker met de verdachte. Kort daarna komt de GPS-tracker in beweging en verplaatst zich van Schiphol naar Heerhugowaard. [medeverdachte 1] is die nacht ook naar Heerhugowaard gereden. Later die dag is hij door onbekend gebleven personen met vuurwapens bedreigd en mishandeld en is een horloge van hem afgenomen, omdat deze derden hem verantwoordelijk hielden voor het verdwijnen van de cocaïne. Ook deze omstandigheden duiden erop dat de dozen met daarin cocaïne daadwerkelijk naar Nederland zijn verzonden en aangekomen. Het scenario dat de betrokkenen zijn opgelicht, zoals de raadsman bij pleidooi als mogelijkheid heeft geopperd, is - in het licht van wat hiervoor is besproken – niet aannemelijk geworden.