In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 27 juni 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F. van Hal, had bezwaar gemaakt tegen de sluiting van zijn woning in verband met de ontdekking van een hennepkwekerij. De burgemeester van Medemblik had op 16 mei 2024 besloten de woning voor drie maanden te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet, na melding van de politie over de aanwezigheid van 166 hennepplanten en de professionele opzet van de kwekerij. De voorzieningenrechter oordeelt dat de sluiting noodzakelijk en evenredig is, gezien de ernst van de overtreding en de impact op de openbare orde. Verzoeker voerde aan dat de sluiting onevenredig was, vooral gezien zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder de zorg voor zijn minderjarige dochter en zijn verslavingsgeschiedenis. De voorzieningenrechter concludeert echter dat de belangen van de openbare orde zwaarder wegen dan de persoonlijke belangen van verzoeker. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, waardoor de sluiting van de woning gehandhaafd blijft. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open.