Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Wooncompagnieh.o.d.n. Bouwcompagnie, Wooncompagnie en Blokcompagnie
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
€ 931,33. [gedaagde] heeft van dat bedrag in totaal € 231,33 betaald. Daarna is [gedaagde] de betalingsregeling niet meer nagekomen. Later zijn partijen weer een tijdelijke betalingsregeling van € 50,00 voor de periode van drie maanden overeengekomen. [gedaagde] heeft toen twee keer een bedrag van € 50,00 overgemaakt naar Stichting Wooncompagnie. De laatste betalingstermijn is [gedaagde] niet nagekomen. Alle betalingen die [gedaagde] heeft verricht naar aanleiding van de betalingsregeling die zij is aangegaan met Stichting Wooncompagnie, zijn terug te vinden in de overgelegde stukken. Het verweer van [gedaagde] dat partijen nog met elkaar in overleg zijn slaagt ook niet. Tussen partijen heeft meermaals e-mailverkeer plaatsgevonden. Hieruit blijkt Stichting Wooncompagnie sinds vorig jaar overzichten en andere stukken heeft gestuurd naar [gedaagde] waaruit blijkt dat [gedaagde] een huurachterstand heeft. Ondanks dat bleef [gedaagde] zich, zoals hiervoor reeds is overwogen, onterecht op het standpunt stellen dat de huurachterstand lager is en is zij niet tot betaling overgegaan. Het stond Stichting Wooncompagnie daarom vrij om het geschil voor te leggen aan de kantonrechter en de proceskosten komen dan ook voor rekening van [gedaagde] .
€ 102,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)