ECLI:NL:RBNHO:2024:6258

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 juni 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
10823229 CV EXPL 23-3973
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de koop van een tweedehands auto en de gevolgen van slijtage

In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de vraag of de koper van een tweedehands auto zich kan beroepen op non-conformiteit, omdat de auto niet aan de overeenkomst zou voldoen. De eiser, die een Seat Ibiza had gekocht, stelde dat de auto gebreken vertoonde die hij als consument niet had hoeven verwachten. De kantonrechter oordeelde echter dat het gebrek, een defecte versnellingsbak, het gevolg was van slijtage, wat inherent is aan het gebruik van een oudere auto. De kantonrechter benadrukte dat bij de koop van een tweedehands auto de koper rekening moet houden met slijtage en dat de kans op gebreken toeneemt naarmate de auto ouder is en meer kilometers heeft gereden. De kantonrechter wees de vorderingen van de eiser af, omdat deze niet kon aantonen dat de auto bij aflevering al non-conform was. De eiser had niet voldoende bewijs geleverd dat het gebrek al bij de aankoop aanwezig was, en de kantonrechter concludeerde dat de verkoper niet tekortgeschoten was in zijn verplichtingen. De proceskosten werden aan de eiser opgelegd, omdat hij ongelijk kreeg in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10823229 CV EXPL 23-3973
Uitspraakdatum: 20 juni 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. S. Yadegari
tegen
[gedaagde]
kantoorhoudende te [kantoorplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
vertegenwoordigd door [besturuders]
De zaak in het kort
Deze zaak gaat om de vraag of de koper van een tweedehands auto zich erop kan beroepen dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt (non-conformiteit). De kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is, omdat het gebrek een gevolg is van slijtage. De kantonrechter is van oordeel dat bij de koop van een gebruikte auto de koper er rekening mee moet houden dat deze bij normaal gebruik aan slijtage onderhevig is en in het algemeen geldt dat de kans op gebreken groter worden naarmate de auto ouder is en meer kilometers heeft gereden. De kantonrechter wijst de vorderingen af.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 27 november 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 23 mei 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mr. Yadegari heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting hebben [eiser] en [gedaagde] bij brieven van 15 en 17 mei 2024 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Op 14 februari 2023 heeft [eiser] een personenauto van het merk en type Seat Ibiza, bouwjaar 2012, met een kilometerstand van 149.082 (hierna: de auto) gekocht en geleverd gekregen van [gedaagde] . De overeengekomen koopprijs van € 8.499,00 (hierna: de koopsom) is door [eiser] betaald.
2.2.
Op 7 maart 2023 heeft [eiser] aan [gedaagde] meegedeeld dat de auto een zogeheten EPC [1] melding gaf. [gedaagde] heeft [eiser] verwezen naar Auto Service Polder in Haarlem. De auto had een storing in de DSG [2] mechatronic [3] .
2.3.
Vervolgens heeft [eiser] de auto naar een [garage] gebracht in Zwanenburg. De auto is gerepareerd door de DSG mechatronic te vervangen en op 15 maart 2023 heeft [eiser] de auto opgehaald. [eiser] heeft € 400,- betaald voor de reparatie. [gedaagde] heeft de overige kosten van € 800,- voldaan.
2.4.
Op 28 september 2023 heeft [eiser] wederom contact opgenomen met [gedaagde] , nadat de auto op 27 september 2023 opnieuw stil kwam te staan op de snelweg. Reden daarvoor was dat de automatische versnellingsbak inwendig stuk is, waarbij het gaat om een defecte koppelingsvork (of: gaffel).
2.5.
[eiser] heeft sinds de aankoop daarvan tot aan 27 september 2023 circa 10.500 km met de auto gereden.
2.6.
Bij brief van 3 oktober 2023 heeft [eiser] [gedaagde] in gebreke gesteld. [eiser] heeft, voor zover hier van belang, het volgende geschreven:
“(…)Op 27 september 2023, zette ik de auto in zijn achteruit en hij maakte een heel hard geluid en de auto wilde niet meer achteruitrijden. Ik nam direct contact op met [naam garagehouder] van [garage] en legde het probleem uit. Hij adviseerde me dat dit klinkt als een probleem met de versnellingsbak (gaffel vork?) en dat de prijs om dit te repareren plus of min €2.000 zou zijn. Op 28 september 2023 heb ik contact opgenomen met [gedaagde] om het probleem uit te leggen. De auto staat momenteel op onze parkeerplaats en is totaal niet te gebruiken. (…)Ik stel u door middel van deze brief in de gelegenheid om de gebreken aan de autobinnen 8 dagen( Dit is 14 dagen tellen vanaf 28 september) na dagtekeningkosteloos te herstellenen verzoek u om contact met mij op te nemen voor het inplannen van een afspraak. U moet de auto ophalen in [woonplaats] omdat de auto niet kan rijden. (…)Geeft u geen gehoor aan mijn verzoek en gaat u aldus niet binnen 8 dagen na heden over tot kosteloos herstel dan zal ik de koopovereenkomst ontbinden of het gebrek laten herstellen en de kosten van herstel op u verhalen. (…)”
2.7.
Partijen hebben vervolgens over en weer gecorrespondeerd, maar zijn niet tot een oplossing gekomen.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot (primair) terugbetaling van de koopsom van € 8.499,00 bij volledige ontbinding of een evenredig deel van de koopsom bij partiële ontbinding van de koopovereenkomst, en op straffe van een dwangsom de auto op te halen en een deugdelijk vrijwaringsbewijs aan [eiser] te verschaffen. Subsidiair vordert [eiser] dat de kantonrechter bepaalt dat [eiser] gerechtigd is de auto door een derde te laten herstellen en de kosten daarvan op [gedaagde] te verhalen. Daarnaast vordert [eiser] (primair en subsidiair) schadevergoeding bestaande uit een bedrag van € 34,00 per maand aan motorrijtuigenbelasting en € 59,01 per maand aan verzekeringspremie over de periode van 14 februari 2023 tot de datum van vrijwaring, herstel of schorsing, tot datum dagvaarding berekend op € 306,00 respectievelijk € 531,09, een bedrag van € 490,01 inzake extra kosten (bestaande uit de kosten van € 400,00 voor de eerste reparatie en € 90,01 aan vervoerskosten) en een bedrag van € 967,94 voor buitengerechtelijke incassokosten, alles te vermeerderen met wettelijke rente en de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de auto gebreken vertoont die hij als consument op grond van de koopovereenkomst niet hoefde te verwachten. De auto beantwoordt niet aan de overeenkomst, waardoor [gedaagde] verplicht is om binnen een redelijke termijn tot herstel dan wel vervanging over te gaan. Dit heeft zij niet gedaan, waardoor zij tekortgeschoten is in haar verplichtingen op grond van artikel 7:21 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW), zodat [eiser] bevoegd is op grond van artikel 7:22 BW de koopovereenkomst te ontbinden. Daarnaast heeft [eiser] recht op schadevergoeding op grond van artikel 7:22 lid 4 in samenhang met artikel 7:24 BW voor de nodeloos gemaakte kosten. De schade van [eiser] bestaat uit onder meer de kosten voor motorrijtuigenbelasting en verzekeringspremie, die hij heeft moeten maken.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist dat het gebrek bij de koop van de auto al aanwezig was. Zij voert aan dat het gebrek een gevolg is van slijtage. Op 10 maart 2023 is de auto gerepareerd aan de mechatronic, deels op kosten van [gedaagde] . Toen is de versnellingsbak met alle bijbehorende componenten nagekeken en is niet gebleken dat er iets anders dan de DSG mechatronic defect was. [eiser] heeft na aankoop ongeveer 10.500 kilometer met de auto gereden. Indien het probleem al bij de aankoop dan wel bij de reparatie in maart 2023 aanwezig zou zijn geweest, was het probleem veel eerder aan het licht gekomen. Het is uitgesloten dat de transmissie blijft werken met een defect onderdeel. [eiser] heeft ook via Whatsapp bij [gedaagde] aangegeven dat het gebrek niet onder haar verantwoordelijkheid valt. [gedaagde] heeft altijd willen meewerken en is ook bereid geweest om tot een oplossing te komen. Daartoe heeft [gedaagde] [eiser] eind september 2023, en ook daarna nog, diverse voorstellen gedaan om het nieuwe probleem in de versnellingsbak op te lossen. [gedaagde] stelt zich daarom op het standpunt dat zij niet is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de koopovereenkomst en dat zij niet in verzuim is, zodat er geen grond bestaat voor een ontbinding daarvan en voor vergoeding van schade.

5.De beoordeling

5.1.
Vast staat dat sprake is van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 BW. [gedaagde] heeft gehandeld als bedrijf en [eiser] is een natuurlijk persoon die bij de aankoop van de auto niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
5.2.
[eiser] stelt dat de aan hem verkochte en geleverde auto een gebrek heeft en doet een beroep op non-conformiteit van de auto. Dat de auto een gebrek heeft, heeft [gedaagde] niet weersproken. Dit gebrek betreft, aldus [eiser] , een kapotte versnellingsbak, meer specifiek een gebroken koppelingsvork (of gaffel). Dit heeft [gedaagde] evenmin weersproken en vindt ook steun in de overgelegde stukken (waaronder productie 4 bij dagvaarding). Als gevolg van het gebrek kan niet meer met de auto worden gereden.
5.3.
Het enkele feit dat sprake is van een dergelijk - ernstig - gebrek aan de auto, leidt echter niet zonder meer tot non-conformiteit en het tekortschieten van [gedaagde] als verkoper. Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van non-conformiteit moet vastgesteld worden of de auto beantwoordt aan de koopovereenkomst. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst als zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de gekochte zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen (artikel 7:17 BW). Dat er sprake is van non-conformiteit moet in beginsel door [eiser] als koper van de auto worden aangetoond. [eiser] heeft echter als consument-koper op grond van artikel 7:18 lid 2 BW een wettelijke bescherming. Die bescherming houdt in dat als zich binnen een jaar na de aflevering een gebrek openbaart, de zaak wordt vermoed reeds bij de aflevering niet aan de overeenkomst te hebben beantwoord.
5.4.
Bij de koop van een tweedehands auto die bestemd is om aan het verkeer deel te nemen, wordt aangenomen dat deze niet aan de overeenkomst beantwoordt als het gebruik ervan een gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert door een gebrek dat niet eenvoudig door de koper kan worden ontdekt en hersteld. Hierop zijn wel uitzonderingen mogelijk. Bezien moet worden wat de koper, op grond van alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de zaak en de mededelingen van de verkoper, van de auto mocht verwachten.
5.5.
Bij de beantwoording van de vraag wat [eiser] van de auto mocht verwachten stelt de kantonrechter voorop dat bij de koop van een gebruikte auto de koper er rekening mee moet houden dat deze bij normaal gebruik aan slijtage onderhevig is en dat in het algemeen geldt dat de kans op gebreken groter worden naarmate de auto ouder is en meer kilometers heeft gereden. Hoe ouder de auto, hoe meer de koper er rekening mee moet houden dat in de nabije toekomst reparaties nodig zullen zijn om de auto te kunnen blijven gebruiken. Dat geldt ook in dit geval. Het gaat hier immers om de koop van een (destijds) elf jaar oude, tweedehands auto met een kilometerstand van ruim 149.000. Er was dus sprake van een relatief oude auto, waarbij de kantonrechter betrekt de namens [eiser] zelf ingenomen stelling dat de gemiddelde leeftijd van een personenauto in Nederland 10,8 jaar is [4] , met de nodige kilometers op de teller. [eiser] moest er bij de koop van deze auto dan ook op bedacht zijn dat er na verloop van tijd als gevolg van slijtage gebreken zouden kunnen optreden en reparaties nodig konden blijken. Dat het opgetreden gebrek in de versnellingsbak het gevolg is van slijtage heeft [gedaagde] gesteld en [eiser] heeft dit niet (gemotiveerd) betwist.
5.6.
Daar komt bij dat het gebrek in dit geval weliswaar binnen een jaar (namelijk ongeveer 7,5 maanden) na de aflevering van de auto is opgetreden, waardoor wordt vermoed dat de auto reeds bij de aflevering daarvan niet aan de overeenkomst beantwoordde, maar dat [gedaagde] dit vermoeden genoegzaam heeft weerlegd. [gedaagde] heeft namelijk onweersproken gesteld dat het niet mogelijk zou zijn om met het opgetreden gebrek (een gebroken koppelingsvork) gedurende zes maanden ruim 9.000 km met de auto te rijden. Daarbij heeft [gedaagde] er onder meer ook nog op gewezen dat bij de reparatie van de mechatronic in maart 2023 niet is gebleken van andere defecten aan de versnellingsbak dan de mechatronic, waartoe hij verwijst naar de verklaring van de reparateur van destijds (op de factuur van de reparatie) dat hij tijdens de reparatie niet heeft gezien dat er iets anders niet goed was.
5.7.
Uit het voorgaande volgt reeds dat het beroep van [eiser] op non-conformiteit niet slaagt.
5.8.
Ter zitting heeft [eiser] nog aangevoerd dat er is geknoeid met de versnellingsbak, omdat er op de versnellingsbak een lasnaad zichtbaar zou zijn die daar niet zou behoren te zijn. Daarmee heeft [eiser] een geheel nieuw feit ten grondslag gelegd aan zijn stelling dat de auto gebrekkig is. Nog daargelaten dat dit nieuwe feit niet met stukken is onderbouwd, valt niet in te zien waarom dit niet al in de dagvaarding naar voren gebracht had kunnen worden. In ieder geval had [eiser] daarmee niet kunnen en mogen wachten tot de zitting. Hiermee heeft [eiser] immers [gedaagde] de mogelijkheid ontnomen zich deugdelijk te verweren. Dit nieuwe feit is dan ook te laat naar voren gebracht en zal wegens strijd met artikel 111 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) alsmede de goede procesorde buiten beschouwing blijven.
5.9.
Voor zover [eiser] ter zitting - onder verwijzing naar een eerder ingebracht rapport van [bedrijf] - nog heeft willen betogen dat het gebrek (mede) het gevolg zou zijn van de onvolledige of ondeugdelijke reparatie van de mechatronic in maart 2023, slaagt dit niet. Ook dit betreft een nieuw, eerst ter zitting naar voren gebracht betoog dat [gedaagde] desondanks gemotiveerd heeft betwist. Zij heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de auto wel degelijk op juiste wijze is gerepareerd en dat het overgelegde rapport van [bedrijf] , waaruit het tegendeel zou moeten blijken, niet deugdelijk is, omdat het geen rapport van een deskundige betreft, maar een rapport met algemene informatie die deels is gekopieerd en geplakt van een auto website. [gedaagde] kan hierin worden gevolgd. Ter zitting is gebleken dat het bewuste rapport niet is gebaseerd op daadwerkelijk feitelijk onderzoek naar de auto in de onderhavige zaak, bovendien niet is ondertekend en geen naam van een deskundige vermeldt. De deskundigheid van de opsteller is daardoor onbekend. Dat sprake is geweest van een ondeugdelijke of gebrekkige reparatie is daarom niet komen vast te staan.
5.10.
Omdat [eiser] zich niet geslaagd kan beroepen op non-conformiteit, is er geen grond voor toewijzing van de daarop gebaseerde vorderingen. Zowel de primaire als de subsidiaire vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen.
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] , omdat hij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Slijkhuis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Electronic Power Control.
2.Direct Gear Shift.
3.Een onderdeel dat de transmissie in de versnellingsbak aanstuurt.
4.P. 3 van dagvaarding.