ECLI:NL:RBNHO:2024:6255

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
C/15/353646 KG RK 24-403
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk ongegrondverklaring van wrakingsverzoek tegen kantonrechter in civiele zaak

Op 19 juni 2024 heeft verzoekster in een aanhangige civiele zaak bij de kantonrechter een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. S.W.S. Kiliç. De wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland heeft op 20 juni 2024 besloten om geen mondelinge behandeling van het verzoek te plannen en direct uitspraak te doen. In de beoordeling van het verzoek heeft de wrakingskamer vastgesteld dat verzoekster geen gronden heeft aangevoerd die de vrees voor onpartijdigheid van de kantonrechter onderbouwen. Hierdoor is het verzoek als kennelijk ongegrond verklaard.

De wrakingskamer heeft verder geoordeeld dat verzoekster misbruik heeft gemaakt van het wrakingsmiddel, aangezien het verzoek ongemotiveerd was. Dit heeft geleid tot de beslissing dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster niet in behandeling zal worden genomen, conform artikel 5 lid 2 onder g van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en de griffier opgedragen om een afschrift van de beslissing aan de betrokken partijen te zenden. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Wrakingskamer,
locatie Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/353646 KG RK 24-403
Beslissing van 20 juni 2024
op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoekster]
wonende te [woonplaats] ,
gemachtigde: [naam],
verzoekster.
Het verzoek is gericht tegen:
mr. S.W.S. Kiliç,
kantonrechter.

1.De procedure

1.1.
Verzoekster heeft op 19 juni 2024 in de bij de civiele sectie (afdeling kanton) aanhangige zaak met zaaknummer 11078497 AO24-10 (de hoofdzaak) de kantonrechter gewraakt.
1.2.
De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overweging besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van dit verzoek en bepaald dat vandaag uitspraak zal worden gedaan.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoekschrift tot wraking van de kantonrechter bevat de volgende passage:
2.2.
De wrakingskamer stelt op basis van het voorgaande vast dat het verzoek niet is gemotiveerd. Verzoekster heeft geen gronden aangevoerd waaruit blijkt dat de vrees bestaat dat onpartijdigheid van de kantonrechter in het geding is. Dit geldt ook voor de gedeeltes van het verzoekschrift die hierboven niet zijn geciteerd.
2.3.
De beslissing op voormeld verzoek kan niet anders luiden dan dat het ongegrond is. Het verzoek tot wraking zal daarom kennelijk ongegrond worden verklaard. Aan een verdere inhoudelijke behandeling van het verzoek op een zitting komt de wrakingskamer niet toe.
2.4.
Nu verzoekster het wrakingsverzoek ongemotiveerd heeft ingediend, is de wrakingskamer van oordeel dat verzoekster misbruik heeft gemaakt van het middel van wraking. De wrakingskamer bepaalt daarom dat een volgend verzoek van verzoeker tot wraking van de rechter niet in behandeling zal worden genomen (artikel 5 lid 2 onder g van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Noord-Holland).

3.Beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond;
3.2.
beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker, de wederpartij in de hoofdzaak en de rechter een afschrift van deze beslissing toe te zenden;
3.3.
bepaalt dat de zaak wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op 19 juni 2024 en beveelt daartoe de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan de teamvoorzitter van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, afdeling Handel, Kanton & Bewind.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.H. Gisolf , voorzitter, mr. N. Boots, en mr. N.M.L. Rogmans leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.