3.1.De gemeente vordert – samengevat – dat de voorzieningenrechter:
MAZ veroordeelt om binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan de levering van de percelen kadastraal bekend gemeente Medemblik, sectie A, nrs. 3409, 3609, 4527 en 4595, gezamenlijke grootte van ca. 3.632 m2, plaatselijk bekend als [adres] (hierna: de Percelen), aan de gemeente;
de gemeente vervangende toestemming verleent voor de levering van de Percelen op grond van artikel 3:300 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) als MAZ niet binnen 14 dagen medewerking verleent aan de levering van de Percelen aan De gemeente;
bepaalt dat dit vonnis op grond van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats zal treden van de door de notaris op te stellen akte van levering van de Percelen, voor zover het betreft het verlenen van toestemming van MAZ tot levering daarvan en voorts de gemeente in deze te benoemen als vertegenwoordiger van MAZ, om de noodzakelijke rechtshandelingen te verrichten en daarbij namens MAZ alle voor de levering van de Percelen noodzakelijke akten te ondertekenen;
MAZ verbiedt om op de Percelen (bouw)werkzaamheden te ontplooien;
MAZ veroordeelt om de Percelen te ontruimen, ontruimd te houden en de geplaatste zaken binnen 7 dagen te verwijderen en verwijdert te houden,
bepaalt dat MAZ een dwangsom van € 5.000,- verbeurt per dag of dagdeel dat zij niet voldoet aan de vorderingen 4) en 5), met een maximum van € 100.000,-;
MAZ hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten, inclusief de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.