ECLI:NL:RBNHO:2024:6156

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
10822757 \ EJ VERZ 23-469
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot ontslag van de executeur wegens gebrek aan belang in erfrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure inzake de nalatenschap van mevrouw [erflaatster], die op 24 juni 2020 is overleden. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. P.F.M. Deijkers, heeft verzocht om ontslag van de executeur, [verweerder], die in zijn hoedanigheid als executeur van de nalatenschap fungeert. De verzoekster voert aan dat de executeur te lang bezig is met de beschrijving van de nalatenschap, onterecht onderzoek heeft gedaan naar het toepasselijke erfrecht, en onvoldoende verantwoording aflegt aan de erfgenamen. De executeur, vertegenwoordigd door mr. A. Lof, heeft verweer gevoerd en gesteld dat zijn taak is geëindigd omdat alle schulden van de nalatenschap zijn voldaan.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de executeur niet als afwikkelingsbewindvoerder is benoemd en dat zijn taak eindigt zodra alle schulden zijn voldaan. De rechter heeft geoordeeld dat de verzoekster onvoldoende heeft onderbouwd dat er nog onbetaalde nalatenschapsschulden zijn. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de nalatenschap in staat van verdeling kan worden gebracht, maar dat de executeur niet bevoegd is om deze verdeling uit te voeren. Het verzoek van de verzoekster is afgewezen wegens gebrek aan belang, en de proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 10822757 \ EJ VERZ 23-469 wd
Uitspraakdatum: 26 juni 2024 (bij vervroeging)
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
verder te noemen: [verzoekster] ,
gemachtigde: mr. P.F.M. Deijkers,
inzake
de nalatenschap van mevrouw [erflaatster] , (hierna: de erflaatster),
geboren op [erflaatster] te [geboorteplaats] (de Republiek Portugal) en overleden op 24 juni 2020, laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] ,
tegen
[verweerder] ,in zijn hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van de erflaatster,
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij,
verder te noemen: de executeur,
gemachtigde: mr. A. Lof.
Belanghebbenden bij deze verzoekschriftprocedure zijn:
1. [belanghebbende 1] , wonende te [woonplaats] (Portugal);
2. [belanghebbende 2] , wonende te [woonplaats] ;
3. [belanghebbende 3] , wonende te [woonplaats] ;
4. [belanghebbende 4] , wonende te [woonplaats] ;
5. [belanghebbende 5] , wonende te Portugal, gekozen woonplaats te Lissabon (Portugal);
6. [belanghebbende 6] , wonende te Portugal, gekozen woonplaats te Lissabon (Portugal);
7. [belanghebbende 7] , wonende te [woonplaats] ;
8. [belanghebbende 8] , wonende te [woonplaats] .

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoekster] heeft een verzoekschrift ingediend, bij de griffie ontvangen op 29 november 2023.
1.2.
De executeur heeft een verweerschrift ingediend.
1.3.
Op 12 juni 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
Partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting hebben partijen op 31 mei 2024 en 4 juni 2024 nog stukken ingediend.

2.De feiten

2.1.
Op 24 juni 2020 is de erflaatster overleden.
2.2.
Erflaatster heeft bij testament van 5 oktober 2011 over haar nalatenschap beschikt. In dit testament heeft erflaatster: (i) haar zeven op dat moment in leven zijnde kinderen, ieder voor 1/8ste deel tot erfgenaam benoemd, (ii) de beide kinderen van haar vooroverleden kind tezamen voor 1/8ste deel tot erfgenaam benoemd en (iii) de executeur als zodanig benoemd.
Gelet op de erfstelling in het testament zijn partijen en belanghebbenden de enige erfgenamen van de erflaatster.
2.3.
Over de taken en bevoegdheden van de in het testament benoemde executeur bevat het testament de volgende passages:
“2.TakenDe executeur heeft tot taak de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen.(…)11. Non inferieurIk breid de bevoegdheden van de executeur niet uit buiten afdeling 6 en stel derhalve geen afwikkelingsbewind in.(…)15.Einde taakDe taak van de executeur eindigt:a. wanneer hij zij werkzaamheden als zodanig heeft voltooid.”
2.4.
Tot de nalatenschap van de erflaatster behoort een huis in Portugal. Over dit huis bevat het testament de volgende passages:
“Ten vijfde:
A. Ik geef aan mijn kinderen de expliciete opdracht om met betrekking tot mijn woonhuis met omliggende grond in Portugal zo lang mogelijk binnen de familie te beheren en om daarover te beschikken.
B. Daarnaast bepaal ik uitdrukkelijk dat het mijn bedoeling is dat dit woonhuis met omliggende grond zo lang als maar mogelijk is eigendom blijft van mijn kinderen, waartoe ik het volgende uitdrukkelijk aan mijn erfgenamen opleg.(…)
D. In het geval de meerderheid van de erfgenamen, waarbij de kinderen van overleden kinderen opnieuw tezamen de stem van hun overleden ouder uitoefenen, zijn/haar erfdeel in contanten opeist, dan zal het huis (…) verkocht dienen te worden, waarbij de hiervoor (…) bedoelde verrekening van de door de kinderen wegens gedane investeringen ter grootte van vijfenveertig duizend vierhonderd Euro (€ 45.400,--) van overeenkomstige toepassing is.”

3.Het verzoek

3.1.
[verzoekster] verzoekt, kort gezegd, dat de kantonrechter de executeur uit zijn hoedanigheid van executeur ontslaat en in zijn plaats een onafhankelijke notaris als opvolgend executeur benoemt.
3.2.
[verzoekster] voert daartoe, kort gezegd, het volgende aan:
- de executeur is te lang bezig met de beschrijving van de nalatenschap en het doen tot een voorstel tot verdeling daarvan;
- de executeur heeft onnodig lang onderzoek gedaan naar het toepasselijke erfrecht;
- de executeur schendt alle redelijke termijnen en legt in onvoldoende mate verantwoording af aan de erfgenamen over zijn handelen;
- de executeur heeft een deel van de erfgenamen afgekocht;
- de executeur heeft ter zake het huis in Portugal een tegenstrijdig eigenbelang;
- de executeur heeft verschillende tot de nalatenschap behorende zaken te laag gewaardeerd.
3.3.
De executeur voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzoek ligt voor afwijzing gereed wegens het ontbreken van belang. Hiertoe overweegt de kantonrechter als volgt.
4.2.
De executeur voert als verweer aan dat zijn taak als executeur is geëindigd, omdat hij alle tot de nalatenschap van de erflaatster behorende schulden heeft betaald. Dit verweer slaagt.
4.3.
Art. 4:144 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de executeur de taak heeft de goederen der nalatenschap te beheren en de schulden der nalatenschap te voldoen, een en ander voor zover de erflater niet anders heeft beschikt. Uit het testament volgt dat de executeur niet als afwikkelingsbewindvoerder is benoemd. Dat heeft tot gevolg dat de taak van de executeur is geëindigd als de schulden van de erflaatster zijn voldaan.
4.4.
Namens [verzoekster] is op de mondelinge behandeling als reactie op het verweer van de executeur het volgende naar voren gebracht. Het huis in Portugal moet worden verkocht. Vanwege de bedragen die [verzoekster] , de executeur, [belanghebbende 3] voornoemd en [belanghebbende 4] voornoemd in het huis hebben geïnvesteerd, hebben zij een vordering op de nalatenschap. Nu deze vorderingen nog niet zijn betaald, is de taak van de executeur nog niet geëindigd, aldus [verzoekster] . De executeur heeft dit alles betwist.
4.5.
De kantonrechter gaat niet mee in het betoog van [verzoekster] . Op basis van het testament zijn alle erfgenamen gezamenlijk eigenaar van het woonhuis in Portugal. De vraag of en zo ja aan wie en onder welke voorwaarden de woning moet worden verkocht, is in beginsel een kwestie die behoort tot de verdeling van (dit deel van) de nalatenschap. De vragen (i) op welke wijze de erfgenamen de eventuele toekomstige verkoopopbrengst onderling zullen verdelen en (ii) in welke mate bij deze verdeling rekening moet worden gehouden met door verschillende erfgenamen in de woning geïnvesteerde bedragen, horen ook bij de verdeling.
4.6.
In dat kader is nog van belang dat niet is gesteld of is gebleken dat de betreffende erfgenamen in verband met de woning in Portugal bedragen aan de erflaatster hebben uitgeleend waarvan de erflaatster zich schuldig heeft verklaard deze terug te betalen. In dat licht bezien heeft [verzoekster] haar stelling dat wegens het bestaan van onbetaalde nalatenschapsschulden, de taak van de executeur niet is geëindigd, onvoldoende onderbouwd.
4.7.
Uit het voorgaande volgt dat ervan uit moet worden gegaan dat alle nalatenschapsschulden zijn betaald. Na het betalen van alle nalatenschapsschulden kan de nalatenschap in staat van verdeling worden gebracht en uiteindelijk worden verdeeld tussen de erfgenamen. De executeur is echter niet bevoegd om de nalatenschap in staat van verdeling te brengen. Evenmin is hij bevoegd om de nalatenschap daadwerkelijk onder alle erfgenamen te verdelen [1] .
4.8.
Verdelingshandelingen geschieden in de regel door alle erfgenamen gezamenlijk. Het verdient daarbij de voorkeur dat alle betrokkenen opnieuw een poging zullen wagen om hierover gezamenlijk in overleg met elkaar te treden.
4.9.
Het verzoek ligt voor afwijzing gereed bij gebrek aan belang. Vanwege de familiaire betrekkingen tussen partijen zal de kantonrechter de proceskosten tussen partijen compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzoek af;
5.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.MvT, Parl. Gesch. Inv. Boek 4 BW, 2003, p. 2050 en 2071.