ECLI:NL:RBNHO:2024:6103

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
17 juni 2024
Zaaknummer
15.012905.21
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor deelname aan criminele organisatie betrokken bij xtc-productie

Op 19 juni 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezighield met de productie van xtc. De verdachte, die een organiserende en aansturende rol vervulde binnen deze organisatie, werd beschuldigd van het medeplegen van het vervaardigen van MDMA en deelneming aan een organisatie met het oogmerk het plegen van misdrijven onder de Opiumwet. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan drie feiten, waaronder het opzettelijk vervaardigen van grote hoeveelheden MDMA op 30 juni 2020 in Westzaan en het deelnemen aan een organisatie die tot doel had misdrijven te plegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende manieren betrokken was bij de productie, waaronder het aansturen van medeverdachten en het onderhouden van contacten met klanten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarbij de rechtbank rekening hield met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie zwaar wogen, maar dat de overschrijding van de redelijke termijn een strafvermindering rechtvaardigde. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15.012905.21 (P)
Uitspraakdatum: 19 juni 2024
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 12, 15 en 18 maart 2024, 5 april 2024 en 5 juni 2024 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboorteplaats en -datum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mr. D. Sarian en mr. J.J. van Bree, en van wat de verdachte en zijn raadsman, mr. R.P.A. Kint, advocaat te Zoetermeer, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

De verdachte wordt, na nadere omschrijving van de tenlastelegging op de zitting van 21 april 2023, kort en zakelijk weergegeven, verweten dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan de volgende feiten:
feit 1:medeplegen van het vervaardigen, althans bereiden, bewerken en/of verwerken, althans aanwezig hebben van stoffen bevattende MDMA en/of MDMA-gerelateerde middelen op 30 juni 2020 in Westzaan;
feit 2:deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde en/of vierde lid van de Opiumwet in de periode van 1 april tot en met 30 juni 2020 in Westzaan, althans in Nederland;
feit 3:medeplegen van voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen om harddrugs te vervaardigen door daartoe voorwerpen voorhanden te hebben op 30 juni 2020 in Almere.
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.

2.Voorvragen

De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de zaak. De officieren van justitie zijn ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van de feiten 1, 2 en 3. Op het standpunt van de officieren van justitie zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Op het verweer van de raadsman zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt op grond van de bewijsmiddelen, die in bijlage 2 bij dit vonnis zijn opgenomen, tot bewezenverklaring van de feiten 1, 2 en 3.
3.3.2
Overwegingen feiten 1, 2 en 3
Inleiding
Naar aanleiding van informatie uit een (ander) opsporingsonderzoek en EncroChat-berichten van de gebruikers Acceptandreact, Originalzone, Goldenboydon, Goldenboytabsbv en Onevodka over (kort gezegd) de productie van MDMA, heeft de politie op 30 juni 2020 in een bedrijfspand aan het [adres 2] in Westzaan een omvangrijke tabletteerlocatie aangetroffen. Daar werden op grote schaal MDMA bevattende pillen (hierna: xtc-pillen) geproduceerd. Bij de ontmanteling van deze tabletteerlocatie zijn tabletteermachines, maalmachines, meer dan twintig stempels en een mengmachine aangetroffen. Ook lagen er in het bedrijfspand ruim 570.000 xtc-pillen en ruim veertig kilo gebruiksgereed MDMA tabletteerpoeder.
In de ondervangen chatgesprekken van en tussen de hiervoor genoemde EncroChat-gebruikers werd meer in het bijzonder gesproken over (onder meer) de productie van MDMA (“M”), inkoop- en verkoopprijzen, bestellingen, leveringen, kantoorlocaties, machines en administratie. De gebruiker van EncroChat-accounts Acceptandreact en Originalzone is geïdentificeerd als medeverdachte [naam 1]. De gebruiker van het account Onevodka is geïdentificeerd als medeverdachte [naam 2]. De eerste vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is de vraag of de verdachte kan worden geïdentificeerd als de gebruiker van accounts Goldenboydon en Goldenboytabsbv, zoals de officieren van justitie stellen.
Identificatie Goldenboydon en Goldenboytabsbv
Het dossier bevat een proces-verbaal van identificatie van de EncroChat-accounts Goldenboydon en Goldenboytabsbv. Hieruit blijkt dat het wachtwoord van het account Goldenboydon “[wachtwoord]” is. Uit chatgesprekken van het account volgt dat Goldenboydon over een opslag in Almere beschikt, waar het mogelijk is om een nieuwe machine op te slaan. Ook geeft Goldenboydon aan een andere gebruiker zijn adres [adres 3] door. Goldenboydon vraagt verder aan Acceptandreact ([naam 1]) of hij naar het kantoor in [adres 4] kan komen.
Over het account Goldenboytabsbv heeft de politie vastgesteld dat op 24 mei 2020 voor de eerste keer is gechat met dit account. Het is Goldenboydon die dan een aantal namen van EncroChat-accounts naar Goldenboytabsbv doorstuurt, waaronder Originalzone en Onevodka. Goldenboytabsbv is daarna op 1 juni 2020 gestart met chatten. De politie stelt dat uit de strekking van de chats en de contacten kan worden opgemaakt dat de gebruiker van Goldenboydon vanaf die datum het account Goldenboytabsbv in gebruik heeft genomen.
De rechtbank is van oordeel dat voornoemde aanwijzingen, in onderling verband en samenhang bezien, voldoende zijn om de verdachte te identificeren als de gebruiker van EncroChat-accounts Goldenboydon en Goldenboytabsbv. De rechtbank neemt hierbij het volgende in overweging.
Het door Goldenboydon doorgegeven adres [adres 3] betrof destijds het inschrijfadres van de verdachte. Daarnaast past het gebruikte wachtwoord van het account Goldenboydon bij de woonwijk van het inschrijfadres van de verdachte, namelijk de [naam 3]. Uit onderzoek is ook gebleken dat de verdachte bij [naam 4] in Almere een storage box had gehuurd, waarin de politie onder andere een tabletteermachine heeft aangetroffen en andere voorwerpen die te relateren zijn aan de productie van xtc-pillen. Verder heeft de politie ook tijdens een doorzoeking in een loods aan de [adres 5] voorwerpen aangetroffen die kunnen worden gebruikt voor de productie van xtc-pillen, alsmede administratie van (een bedrijf van) de verdachte. Die bevindingen passen bij de door Goldenboydon genoemde kantoorlocatie. Daar komt nog bij dat de voornaam van de verdachte “[naam 5]” is en de verdachte onder de afkorting “[naam 5]” stond opgeslagen in de telefoon van medeverdachte [naam 6] (die het bedrijfspand in Westzaan huurde). Nu het account Goldenboydon eindigt op dezelfde afkorting, draagt ook dit bij aan de identificatie van de verdachte als de gebruiker van het account Goldenboydon.
De rechtbank is, anders dan de verdediging heeft bepleit, verder van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat Goldenboydon vanaf 1 juni 2020 is doorgegaan met chatten onder het nieuwe account Goldenboytabsbv. De rechtbank stelt in dit verband vast dat beide accountnamen beginnen met “Goldenboy”. Daarnaast is Goldenboydon de eerste die een bericht stuurt naar Goldenboytabsbv. Dit bericht vermeldt een aantal namen van EncroChat-accounts waarmee Goldenboydon in die periode veelvuldig gesprekken voerde. Dat past bij het overdragen van relevante contactpersonen tussen de twee accounts. Ook stelt de rechtbank vast dat de chatgesprekken die Goldenboytabsbv vervolgens heeft gevoerd, een zelfde aard, inhoud en strekking hebben als die van Goldenboydon. Tot slot volgt uit de chatgesprekken van Goldenboydon dat hij zich op 11 april 2020 kenbaar maakt als degene die de handel waarneemt van tabsbv (die kennelijk gedetineerd zit) en op 28 april 2020 een chatgesprek voert waarin wordt gesproken over het aanmaken van een EncroChat-account tabs. Het nieuwe EncroChat-account Goldenboytabsbv past bij een dergelijke overname.
De verklaring van de verdachte op de zitting dat hij niet de gebruiker is geweest van de twee EncroChat-accounts en (ook) een ander persoon gebruik maakte van de woning aan de [adres 3] in Almere, doet niet aan af aan de conclusie van de rechtbank. Alle aanwijzingen, in onderling verband en samenhang bezien, wijzen naar het oordeel van de rechtbank namelijk op de verdachte als de gebruiker van de accounts. De naam van de andere bewoner van de woning is tijdens het onderzoek alleen naar voren gekomen op het moment dat de politie voornemens was de verdachte aan te houden op zijn inschrijfadres. Verder is deze persoon op geen enkel moment naar voren gekomen in het onderzoek van de politie. De verdachte heeft op vragen van de rechtbank ook geen verdere uitleg over de overige bevindingen willen geven.
Rol verdachte binnen de organisatie
Uit de EncroChat-gesprekken die de verdachte vanaf zijn accounts Goldenboydon en Goldenboytabsbv heeft gevoerd, leidt de rechtbank af dat hij een organiserende en aansturende rol heeft gehad binnen het criminele samenwerkingsverband dat zich bezighield met de productie van xtc-pillen. De verdachte was hiermee in de ten laste gelegde periode vrijwel dagelijks bezig. Hij onderhield contacten met klanten, maakte afspraken over prijzen, hoeveelheden en leverdata van de pillen en was betrokken bij de aanvoer van grondstoffen voor de productie. Ook stuurde hij de kok ([naam 2]) (Onevodka) aan. Daarnaast had de verdachte een storage box in Almere gehuurd, waar voorwerpen stonden opgeslagen die bij de productie van xtc-pillen kunnen worden gebruikt, zoals een (nieuwe) tabletteermachine. Verder hield de verdachte administratie bij en besprak hij met [naam 1] (Acceptandreact en Originalzone) diverse mogelijkheden om de kosten van de organisatie en het productieproces van de xtc-pillen te drukken. Met al deze activiteiten leverde de verdachte een essentiële en materiële bijdrage aan het criminele samenwerkingsverband dat zich bezighield met de productie van xtc-pillen.
Vervaardigen van xtc-pillen op 30 juni 2020
De verdediging heeft bepleit dat, ook als de verdachte zou worden geïdentificeerd als de gebruiker van de EncroChat-accounts Goldenboydon en Goldenboytabsbv, uit de zich in het dossier bevindende stukken geen betrokkenheid van de verdachte blijkt voor de periode na 12 juni 2020. Om die reden zou vrijspraak van feit 1 moeten volgen. Aan dit verweer heeft de verdediging ten grondslag gelegd dat de EncroChat-gesprekken op 12 juni 2020 zijn gestopt en het dossier geen ander bewijs bevat voor zijn betrokkenheid op de ten laste gelegde datum van 30 juni 2020.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De reden dat er geen EncroChat-data van na 12 juni 2020 beschikbaar zijn, is gelegen in de omstandigheid dat de dienst EncroChat vanaf die datum uit de lucht is gehaald. Dat betekent niet dat daarmee onvoldoende bewijs aanwezig is voor de betrokkenheid van de verdachte op de ten laste gelegde datum van 30 juni 2020. Op 30 juni 2020 was de tabletteerlocatie aan het [adres 2] in Westzaan nog in werking. Die dag trof de politie in het bedrijfspand [naam 2] aan, die als kok door de verdachte werd aangestuurd. Daarbij komt dat op 30 juni 2020 in de storage box van de verdachte voorwerpen zijn aangetroffen, die voor de productie van xtc-pillen bestemd waren. Dit alles duidt op het onverminderd voortzetten van de activiteiten door de verdachte (ook) in de periode van 12 juni tot en met 30 juni 2020.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de rechtbank de feiten 1, 2 en 3 bewezen acht.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de feiten 1, 2 en 3 heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
hij op 30 juni 2020 te Westzaan, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft vervaardigd grote hoeveelheden van stoffen bevattende MDMA;
feit 2
hij in de periode van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten hij, verdachte (onder de chatnaam Goldenboydon en Goldenboytabsbv), en [naam 7] en [naam 6] en personen met de chatnamen Onevodka, Acceptandreact en Originalzone en andere mededaders, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde lid en vierde lid van de Opiumwet;
feit 3
hij op 30 juni 2020 te Almere tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen van stoffen bevattende MDMA, voor te bereiden en/of te bevorderen door voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders
- een storage box aan de [adres 6] gehuurd en daar voorhanden gehad
- twee bedieningspanelen van Chinese tabletteermachines, rondlopers en
- een Chinese elektromotor, 380 Volt en
- twee haakse koppelingen, kleur groen (ten behoeve van de overbrenging van een tabletteermachine) en
- een bovenplaat van de tafel van een tabletteermachine en
- een Chinese tabletteermachine, rondloper (voorzien van 12 stempelplaatsen in de turret) en
- twee kartonnen doosjes, elk inhoudende een nieuwe turret (beide turrets voorzien van 12 stempelplaatsen) en
- een tafel ten behoeve van een Chinese tabletteermachine, rondloper, kleur geel en
- een nieuwe turret voorzien van 12 stempelplaatsen en
- vier nieuwe feeders (in een kartonnen doosje) en
- een bovendeel van een tabletteermachine inclusief aandrukrol en
- een houten kist inhoudende een nieuwe YK-90 granulator, serienummer 1902055, merk Jinhu Minsheng Pharmaceutical Machinery Co Limited en
- een houten kist inhoudende een nieuwe Chinese tabletteermachine, rondloper, voorzien van een turret met 12 stempelplaatsen, merk Jinhu Minsheng Pharmaceutical Machinery Co Limited, type ZP12A, serienummer 19020255, vermogen 1,5 kW, druk 40 KN, productiemaand 2019.2 en
- twee zelfbouw stalen frames (lengte 900 mm, vierkante poten 70 mm x 70 mm, op een hoogte van 690 mm voorzien van een metalen tussenblad), ieder frame voorzien van een nieuwe blauwe elektromotor met reduceerkast, op de metalen frames waren de tafel en turret van een Chinese rondloper gemonteerd (1x kleur geel, 1x kleur groen).
Wat aan de verdachte onder deze feiten meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2:deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde lid en vierde lid van de Opiumwet;
feit 3:medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan de bewezen verklaarde feiten zou ontbreken. De bewezen verklaarde feiten zijn dus strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6.Strafmotivering

6.1
Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 96 maanden, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd, en een geldboete van € 80.000, bij geen betaling en verhaal te vervangen door 365 dagen hechtenis.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de eis van de officieren van justitie buitenproportioneel hoog is, gelet op de straffen die in vergelijkbare gevallen worden opgelegd en nu er zich ten aanzien van dit onderzoek geen bijzondere strafverzwarende omstandigheden hebben voorgedaan. In het geval de rechtbank tot een veroordeling komt, kan de verdachte verder hoogstens de rol van coördinator worden toegedicht en niet die van leider of organisator, zoals de officieren van justitie hebben gesteld. De raadsman heeft verzocht rekening te houden met deze beperktere rol van de verdachte, zijn persoonlijke omstandigheden en de forse overschrijding van de redelijke termijn en dit in strafmatigende zin bij de strafoplegging te betrekken. De raadsman heeft verder bepleit dat de eis van een lange gevangenisstraf de ernst van de feiten voldoende tot uitdrukking brengt, zodat oplegging van daarnaast een geldboete geen meerwaarde heeft.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder die zijn begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit de stukken en het onderzoek op de zitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank ook kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 23 februari 2024 en het strafblad van de verdachte. Daaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke harddrugsfeiten is veroordeeld en dat vanwege een andersoortige veroordeling artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van toepassing is. In het bijzonder heeft de rechtbank bij de strafoplegging het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft gedurende een periode van drie maanden deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezighield met de grootschalige productie van xtc-pillen. Dat gebeurde vanuit een omvangrijke tabletteerlocatie in een bedrijfspand in Westzaan. Daar werden van MDMA tabletteerpoeder en andere grondstoffen xtc-pillen geperst. Daarnaast maakte de criminele organisatie gebruik van kantoorlocaties en een opslaglocatie, waar voorwerpen stonden opgeslagen die bij de productie van xtc-pillen konden worden gebruikt. De chemische processen bij de productie van xtc-pillen in een illegaal drugslaboratorium, de ongecontroleerde opslag van chemicaliën ten behoeve van het productieproces en de dumping van drugsafval brengen grote risico’s voor mens en milieu met zich. De productie van en handel in xtc heeft verder gerelateerde vermogens- en andere criminaliteit tot gevolg en is in toenemende mate ontwrichtend voor de samenleving.
De verdachte heeft met zijn gedrag bijgedragen aan deze keten van criminele activiteiten. De verdachte heeft een organiserende en aansturende rol gehad bij de exploitatie van de tabletteerlocatie. Het was de verdachte die, veelal via EncroChat, anderen binnen de criminele organisatie aanstuurde, zoals de kok en de chauffeurs. Ook onderhield de verdachte contacten met klanten. Verder bemoeide hij zich met de administratie en de levering en de opslag van grondstoffen en apparatuur ten behoeve van het productieproces, waarvoor hij een storage box in Almere huurde. Het is algemeen bekend dat met de productie van en handel in xtc-pillen grote winsten worden gemaakt. Gelet op de omvang van de tabletteerlocatie en de productie die werd gedraaid, zoals die uit de EncroChat-gesprekken is gebleken, moeten er door de criminele organisatie grote sommen geld zijn verdiend. De rechtbank kan niet anders dan concluderen dat de verdachte zich kennelijk heeft laten leiden door zijn eigen financiële gewin en zich niet heeft bekommerd om de schadelijke gevolgen voor anderen en het milieu. De rechtbank rekent de verdachte dit alles zwaar aan.
Oplegging van straf
De ernst en de omvang van de feiten, de gestructureerde, georganiseerde wijze waarop de feiten zijn uitgevoerd en de organiserende en aansturende rol die de verdachte binnen de criminele organisatie heeft gehad, maken dat de rechtbank in beginsel oplegging van een gevangenisstraf van vierenhalf jaren een passende straf vindt. Bij het bepalen van de duur van die straf heeft de rechtbank gelet op straffen die rechtbanken en gerechtshoven in vergelijkbare zaken opleggen. In de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet de rechtbank geen reden voor matiging van deze beoogde straf. Daarvoor vindt de rechtbank de feiten en de rol van de verdachte te ernstig.
Redelijke termijn van berechting
In strafmatigende zin weegt de rechtbank bij de strafoplegging wel het tijdsverloop in deze zaak mee. In artikel 6, eerste lid, van het EVRM is het recht van iedere verdachte gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Bij de uitleg van dit grondrecht wordt als uitgangspunt genomen dat een strafzaak bij de rechtbank moet zijn afgerond met een vonnis binnen twee jaren nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden.
De officieren van justitie hebben betoogd dat in deze zaak, gelet op de complexiteit daarvan, zou moeten worden uitgegaan van een redelijke termijn van drie jaren. De rechtbank volgt de officieren van justitie hierin niet. Het gaat weliswaar om een onderzoek met meerdere verdachten en een omvangrijk dossier, maar dat onderzoek is niet zodanig complex dat dit een verlenging van de als redelijk aan te merken termijn rechtvaardigt. Het feit dat op verzoek van de verdediging onderzoekswensen zijn uitgevoerd, heeft weliswaar voor enige vertraging gezorgd in de afdoening van deze zaak, maar de duur daarvan is niet ongebruikelijk geweest. Ook andere bijzondere omstandigheden die het tijdsverloop sinds de start van het onderzoek kunnen verklaren, hebben zich niet voorgedaan. De rechtbank ziet daarom geen reden af te wijken van het hiervoor genoemde uitgangspunt van twee jaren.
De verdachte is op 15 januari 2021 aangehouden en in verzekering gesteld. Nu het vonnis in deze zaak op 19 juni 2024 wordt gewezen, is de redelijke termijn met zeventien maanden overschreden. Regel is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd als de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. Daarom zal de rechtbank in plaats van de beoogde gevangenisstraf van vierenhalf jaren, een gevangenisstraf van kortere duur opleggen.
Slotsom
Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaren op zijn plaats, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd. Tenuitvoerlegging van deze straf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
De rechtbank ziet, anders dan de officieren van justitie hebben gevorderd, gelet op de hoogte van deze gevangenisstraf geen aanleiding om de verdachte ook nog een geldboete op te leggen.

7.Voorlopige hechtenis

7.1
Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte bij vonnis op te heffen.
7.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de zwaarwegende persoonlijke belangen van de verdachte en af te zien van opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
7.3
Oordeel van de rechtbank
De voorlopige hechtenis van de verdachte is bij beslissing van de rechtbank op 31 mei 2021 geschorst voor onbepaalde tijd, omdat destijds de inhoudelijke behandeling nog lang op zich zou laten wachten. De rechtbank was ten tijde van die beslissing van oordeel dat de doelen, die met de voorlopige hechtenis worden nagestreefd, ook konden worden bereikt door het stellen van een aantal algemene voorwaarden aan een schorsing en heeft de persoonlijke belangen van de verdachte bij invrijheidstelling in die beoordeling betrokken.
De rechtbank is van oordeel dat er, gelet op het tijdsverloop sinds de voorlopige hechtenis is geschorst en de omstandigheid dat de verdachte zijn leven op orde lijkt te hebben, nu niet ernstig rekening mee hoeft te worden gehouden dat de verdachte een nieuw misdrijf zal begaan. De omstandigheid dat de verdachte sinds het moment van schorsing door de politierechter is veroordeeld voor huiselijk geweld tot een taakstraf maakt de conclusie van de rechtbank niet anders. Daarbij betrekt de rechtbank dat het gaat om een veroordeling voor een andersoortig feit, dat is begaan in augustus 2023, wat ruim twee jaren na het moment van schorsing van de voorlopige hechtenis is. Dit leidt ertoe dat de recidivegrond, wat nog de enige grond was voor de voorlopige hechtenis, naar het oordeel van de rechtbank niet langer aanwezig is. De rechtbank zal daarom de (reeds geschorste) voorlopige hechtenis bij gebrek aan gronden opheffen. De rechtbank zal de vordering van de officieren van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis afwijzen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Van toepassing zijn de artikelen 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10, 10a en 11b van de Opiumwet.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte de feiten 1, 2 en 3 heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder deze feiten meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van deze straf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst af de vordering tot opheffing van de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.H.E. Boomgaart, voorzitter,
mr. N. Boots en mr. N.M.L. Rogmans, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers, mr. T.J.A. Krips en mr. P.H. Boersma,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 juni 2024.
De griffier, mr. P.H. Boersma, is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE 1
VOLLEDIGE TEKST VAN DE TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a Sv op de zitting van 21 april 2023, ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op of omstreeks 30 juni 2020 te Westzaan, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd, althans opzettelijk heeft bereid, en of bewerkt, en/of verwerkt, althans opzettelijk aanwezig heeft gehad: een (grote) hoeveelhe(i)d(en) van (een) stof(fen) bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en of N-ethyl-M DA (MDEA) en of metamfetamine en/of amfetamine, te weten XTC en/of M DMA, zijnde MDMA en of tenamfetamine (MDA) en of N-ethyl-MDA (MDEA) en of metamfetamine en of amfetamine, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020 te Westzaan, gemeente Zaanstad, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten hij, verdachte (onder de chatnaam goldenboydon en/of goldenboytabsbv), en/of [naam 7] en/of [naam 6] en/of een of meer personen met de chatnamen Onevodka en/of acceptandreact en/of originalzone en/of één of meer andere mededader(s),
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde lid en/of artikel 10 vierde lid, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken en/of verwerken en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van (een) stof(fen) bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, te weten XTC en/of MDMA, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 3
hij en/of zijn medeverdachte(n) op of omstreeks 30 juni 2020 te Almere, gemeente Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten: het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van (een) stof(fen) bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, te weten XTC en/of MDMA, zijnde MDMA en of tenamfetamine (MDA) en of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine zijnde, (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen door toen en aldaar
- een of meer anderen trachten te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen en of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders
- een opslaglocatie en/of storage box (aan de [adres 6]) gehuurd en/of geregeld en/of ter beschikking gesteld en/of
- twee bedieningspanelen van Chinese tabletteermachines, rondlopers en/of
- een Chinese elektromotor, 380 Volt en/of
- twee haakse koppelingen, kleur groen (ten behoeve van de overbrenging van een tabletteermachine) en/of
- een bovenplaat van de tafel van een tabletteermachine en of
- een Chinese tabletteermachine, rondloper (voorzien van 12 stempelplaatsen in de turret) en/of
- twee kartonnendoosjes, elk inhoudende een nieuwe turret (beide turrets voorzien van 12 stempelplaatsen) en/of
- een tafel ten behoeve van een Chinese tabletteermachine, rondloper, kleur geel en/of
- een nieuwe turret voorzien van 12 stempelplaatsen en/of
- vier nieuwe feeders (in een kartonnen doosje) en/of
- een bovendeel van een tabletteermachine inclusief aandrukrol en/of
- een houten kist inhoudende een nieuwe YK-90 granulator, serienummer 1902055, merk Jinhu Minsheng Pharmaceutical Machinery Co Limited en/of
- een houten kist inhoudende een nieuwe Chinese tabletteermachine, rondloper, voorzien van een turret met 12 stempelplaatsen, merk Jinhu Minsheng Pharmaceutical Machinery Co Limited, type ZP12A, serienummer 19020255, vermogen 1,5 kW, druk 40 KN, productiemaand 2019.2 en/of
- twee zelfbouw stalen frames (lengte 900 mm, vierkante poten 70 mm x 70 mm, op een hoogte van 690 mm voorzien van een metalen tussenblad), ieder frame voorzien van een nieuwe blauwe elektromotor met reduceerkast, op de metalen frames waren de tafel en turret van een Chinese rondloper gemonteerd (1x kleur geel, 1x kleur groen) en/of
en/of andere apparatuur ten behoeve van de productie van synthetische drugs voorhanden gehad.
BIJLAGE 2
BEWIJSMIDDELENBIJLAGE
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen aan de daaraan bij wet gestelde eisen. De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben. Voor zover het geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5°, Sv betreft, zijn de bewijsmiddelen slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
[…]