ECLI:NL:RBNHO:2024:61

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
4 januari 2024
Zaaknummer
10680911 \ CV EXPL 23-3840
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhaalbaarheid van vordering op onder bewind gestelde goederen bij behandelovereenkomst zonder toestemming bewindvoerder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap De Bewindvoerder Alkmaar e.o. B.V. (hierna: DBA) en Infomedics B.V. over de verhaalbaarheid van een vordering op goederen die onder bewind zijn gesteld. DBA, als bewindvoerder van een onder bewind gestelde persoon, kwam in verzet tegen een eerder verstekvonnis waarin zij was veroordeeld tot betaling van tandheelkundige kosten die door Infomedics waren gefactureerd. De feiten van de zaak tonen aan dat de onder bewind gestelde persoon zonder toestemming van de bewindvoerder een behandelovereenkomst met de tandarts is aangegaan, wat leidde tot de vraag of de kosten op de onder bewind staande goederen konden worden verhaald.

De kantonrechter oordeelde dat de behandelovereenkomst niet rechtsgeldig was, omdat de onder bewind gestelde persoon niet zelfstandig over zijn goederen kon beschikken zonder medewerking van de bewindvoerder of machtiging van de kantonrechter. De kantonrechter concludeerde dat de tandarts niet gerechtigd was om de kosten te verhalen op de onder bewind staande goederen, aangezien er geen toestemming was verleend door DBA. Bovendien werd het beroep van Infomedics op ongerechtvaardigde verrijking en onrechtmatig handelen van DBA afgewezen, omdat de tandarts op de hoogte had moeten zijn van het bewind.

De uitspraak resulteerde in de vernietiging van het verstekvonnis en de afwijzing van de oorspronkelijke vordering van Infomedics. Infomedics werd veroordeeld in de proceskosten, waarbij de kantonrechter benadrukte dat de kosten van de verzetdagvaarding door DBA zelf moesten worden gedragen. Dit vonnis onderstreept het belang van de rol van de bewindvoerder in situaties waarin goederen onder bewind zijn gesteld en de noodzaak van toestemming voor het aangaan van verplichtingen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10680911 \ CV EXPL 23-3840
Uitspraakdatum: 10 januari 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap De Bewindvoerder Alkmaar e.o. B.V., in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van de onder bewind gestelde [onder bewind gestelde] , wonende te [woonplaats]
gevestigd te Alkmaar
eisende partij in het verzet
verder te noemen: DBA
gemachtigde: mr. I.C. Andréa
[toevoeging verleend aan [onder bewind gestelde] onder nummer 4PT9159]
tegen
de besloten vennootschap Infomedics B.V.
gevestigd te Almere
gedaagde partij in het verzet
verder te noemen: Infomedics
gemachtigde: mr. H.R. Yucesan

1.Het procesverloop

1.1.
Infomedics heeft bij inleidende dagvaarding van 2 mei 2023 een vordering ingesteld tegen DBA.
1.2.
DBA is niet verschenen, waarna zij bij verstekvonnis van 12 juli 2023 is veroordeeld.
1.3.
Bij dagvaarding van 21 augustus 2023 is DBA in verzet gekomen van dat verstekvonnis.
1.4.
Infomedics heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna DBA een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De goederen van [onder bewind gestelde] (hierna: [onder bewind gestelde] ) zijn bij beschikking van 19 augustus 2014 van de kantonrechter van deze rechtbank onder bewind gesteld, met benoeming van DBA tot bewindvoerder. Het bewind staat geregistreerd in het Centraal curatele- en bewindregister.
2.2.
Op 4 juli 2022 en 2 augustus 2022 heeft [onder bewind gestelde] tandheelkundige behandelingen gehad bij [tandarts] (hierna: de tandarts).
2.3.
De tandarts heeft per facturen van 3 augustus 2022 € 604,84 en € 324,05 in rekening gebracht bij DBA.
2.4.
Voorafgaand aan de uitgevoerde behandelingen heeft de tandarts een begroting naar DBA verzonden.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Infomedics heeft bij inleidende dagvaarding van DBA, naast nevenvorderingen, betaling gevorderd van € 928,89. Infomedics heeft aan de vordering ten grondslag gelegd dat [onder bewind gestelde] tandheelkundige behandelingen heeft ondergaan, op grond waarvan DBA in hoedanigheid van zijn bewindvoerder gehouden is de daarvoor in rekening gebrachte kosten te betalen. Ook handelt DBA volgens Infomedics onrechtmatig door niet alsnog de vordering te erkennen. Ten slotte is [onder bewind gestelde] volgens Infomedics ongerechtvaardigd verrijkt, omdat de tandheelkundige behandelingen niet ongedaan kunnen worden gemaakt.
3.2.
DBA is door de kantonrechter bij verstek veroordeeld tot betaling van het gevorderde. Ook de nevenvorderingen zijn toegewezen.
3.3.
DBA vordert, in de verzetdagvaarding, ontheffing van de veroordeling en afwijzing van de oorspronkelijke vordering. DBA betwist dat zij is gehouden de tandartsrekeningen te betalen. De goederen van [onder bewind gestelde] zijn onder bewind gesteld en het bewind is gepubliceerd in het Centraal curatele- en bewindregister. Aangezien de bewindvoerder geen toestemming heeft gegeven om de behandelkosten te vergoeden, de tandarts het bewind kende of behoorde te kennen en geen sprake is van noodhulp door de tandarts, kan de rekening niet worden verhaald op het vermogen van [onder bewind gestelde] . Ook is geen sprake van een onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking, althans kunnen de daaruit voortvloeiende kosten/schade niet op de bewindvoerder worden verhaald. De vorderingen van Infomedics moeten dan ook worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
Onbetwist staat vast dat DBA op tijd in verzet is gekomen, zodat de zaak opnieuw zal worden beoordeeld.
4.2.
De goederen van [onder bewind gestelde] zijn onder bewind gesteld. Tussen partijen is in geschil de vraag of Infomedics de vordering kan verhalen op die goederen. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is.
4.3.
Op het moment dat [onder bewind gestelde] de behandelovereenkomst met de tandarts is aangegaan, waren zijn goederen onder bewind gesteld. [1] Door dat bewind kon [onder bewind gestelde] slechts met medewerking van de bewindvoerder of met machtiging van de kantonrechter over die goederen beschikken. [2]
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat [onder bewind gestelde] de behandelovereenkomst zelfstandig is aangegaan en buiten de bewindvoerder of de kantonrechter om een schuld op zich heeft genomen. Het beroep van Infomedics op impliciete medewerking van DBA met de behandelovereenkomst of een gerechtvaardigd vertrouwen daarop, slaagt niet. Uit het feit dat de tandarts geen afwijzend bericht heeft ontvangen van DBA op de voorafgaand aan DBA verstuurde begroting van de tandheelkundige kosten kan geen gerechtvaardigd vertrouwen worden ontleend dat DBA akkoord was met de behandelingen. Ook niet als daarbij wordt betrokken dat [onder bewind gestelde] in twee telefoongesprekken tegen de tandarts heeft gezegd dat DBA akkoord was met de behandelingen. Het bewind is juist ingesteld, zoals DBA terecht heeft betoogd, omdat [onder bewind gestelde] niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen ten volle te behartigen. Het had dus op de weg van de tandarts gelegen nogmaals toestemming voor de behandelingen te vragen aan DBA. Omdat medewerking van DBA ontbreekt, kunnen de schulden die [onder bewind gestelde] is aangegaan, niet op de onder bewind staande goederen worden verhaald. [3]
4.5.
De bepalingen [4] waarop Infomedics zich beroept geven een oplossing voor situaties waarin sprake is van conflicterende zeggenschap van een mentor en een bewindvoerder. Omdat geen sprake is van mentorschap en dus dit probleem zich niet voordoet, zijn de aangehaalde artikelen in dit geval niet van toepassing en blijven deze buiten beschouwing.
4.6.
Verder kan Infomedics weliswaar worden gevolgd in haar standpunt dat [onder bewind gestelde] beslissingsbevoegd is ten aanzien van medische behandelingen, maar bij afwezigheid van medewerking van zijn bewindvoerder kunnen de daaruit voortvloeiende schulden niet worden verhaald op de onder bewind staande goederen. Daarbij geldt als waarborg dat bij weigering van medewerking door DBA, de kantonrechter om een machtiging kan worden verzocht.
4.7.
Dat sprake was van noodhulp op grond waarvan de tandarts direct moest overgaan tot noodzakelijke behandeling en medewerking van DBA niet kon worden afgewacht, is gemotiveerd weersproken door DBA. Dit standpunt blijkt ook niet uit de facturen van de tandarts en het tijdsverloop tussen de telefoongesprekken met [onder bewind gestelde] op 10 februari en 3 maart 2022 over de behandelingen en de data waarop de behandelingen (4 juli en 2 augustus 2022) hebben plaatsgevonden. Hieraan wordt daarom voorbij gegaan.
4.8.
De conclusie is dat de onderhavige schuld, voortvloeiend uit de door [onder bewind gestelde] met de tandarts gesloten behandelingsovereenkomst niet op de onder het bewind staande goederen van [onder bewind gestelde] kan worden verhaald.
4.9.
Voor zover zou worden aangenomen dat [onder bewind gestelde] ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van de tandarts, moeten de gevolgen daarvan voor rekening van de tandarts (en dus Infomedics) te komen, aangezien deze het bewind had behoren te kennen en ook kende.
4.10.
Wat betreft de stelling van Infomedics dat DBA, door de vordering niet alsnog te erkennen, onrechtmatig jegens de tandarts heeft gehandeld, overweegt de kantonrechter als volgt. Voor zover al zou komen vast te staan dat er sprake is van onrechtmatig handelen door DBA, kan de schade voortvloeiende uit dit handelen uitsluitend worden verhaald op DBA en niet op de goederen van [onder bewind gestelde] . Voor toewijzing van een vordering tot schadevergoeding voortvloeiende uit onrechtmatige daad is in deze procedure derhalve geen plaats.
4.11.
Infomedics wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van zowel de verstek- als de verzetprocedure, met dien verstande dat de kosten van de verzetdagvaarding door DBA zelf moeten worden gedragen.
5.
De beslissing
De kantonrechter:
5.1.
verklaart het verzet gegrond en vernietigt het verstekvonnis van 12 juli 2023;
5.2.
wijst de oorspronkelijke vordering alsnog af;
5.3.
veroordeelt Infomedics tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor DBA worden vastgesteld op een bedrag van € 264,00 aan salaris van de gemachtigde van DBA;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.D.M. Hazeu en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 1:438 lid 2 BW.
3.Artikel 1:438 lid 2 en artikel 1:440 lid 1 BW.
4.Artikel 1:450, 1:453 en 1:458 BW.