In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 6 juni 2024, wordt het beroep van eiseres, een B.V. uit Amsterdam, tegen de beslissing van de gedeputeerde staten van Noord-Holland (GS) op haar Wob-verzoek beoordeeld. Eiseres had op 5 oktober 2020 verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot reizen naar Istanbul die de toenmalige gedeputeerde [naam 2] heeft gemaakt tussen 2006 en 2008. GS heeft op 18 november 2020 besloten om drie documenten openbaar te maken, maar heeft de persoonsgegevens daarin niet vrijgegeven. Eiseres is van mening dat er meer documenten moeten zijn en heeft GS in gebreke gesteld omdat zij vindt dat de beslistermijn is overschreden.
De rechtbank heeft op 25 april 2024 de zaak behandeld en concludeert dat GS onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe de zoekslag naar documenten is verricht. De rechtbank oordeelt dat eiseres voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er meer informatie beschikbaar is dan de drie documenten die openbaar zijn gemaakt. De rechtbank stelt GS in de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, met een termijn van zes weken. GS moet binnen twee weken aan de rechtbank meedelen of zij gebruik maakt van deze gelegenheid. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.