ECLI:NL:RBNHO:2024:5899
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve toetsing van de Algemene Huurvoorwaarden en de gevolgen voor huurachterstand en proceskosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 5 juni 2024 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij had de rechtbank verzocht om een oordeel over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de Algemene Huurvoorwaarden van maart 2021. In een eerder tussenvonnis van 7 februari 2024 was de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over dit oordeel. De eisende partij stelde dat de artikelen 13.1 en 13.2 van de huurvoorwaarden niet oneerlijk waren, maar de kantonrechter oordeelde dat de relevantie van wettelijke bepalingen in deze context niet van toepassing was. De kantonrechter bevestigde dat als een contractueel beding als oneerlijk wordt beoordeeld, dit beding vernietigd moet worden, ongeacht de argumenten van de eisende partij.
De kantonrechter vernietigde daarom de artikelen 13.1 en 13.2 van de Algemene Huurvoorwaarden voor zover deze betrekking hebben op rente en incassokosten. De vordering tot betaling van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen. De huurachterstand tot en met november 2023 werd vastgesteld op € 1.685,00, wat toewijsbaar werd verklaard. De gedaagde partij werd overwegend in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eisende partij werden begroot op € 698,85. De kantonrechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees de vordering voor het overige af. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. M.P.E. Oomens in aanwezigheid van de griffier.