ECLI:NL:RBNHO:2024:5897
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de oneerlijkheid van bedingen in de Algemene Huurvoorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 5 juni 2024 een verstekvonnis uitgesproken in de procedure tussen Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij had in een eerder tussenvonnis van 14 februari 2024 de gelegenheid gekregen om zich uit te laten over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de Algemene Huurvoorwaarden van maart 2021. De eisende partij stelde dat de artikelen 13.1 en 13.2 van deze voorwaarden niet oneerlijk waren, omdat zij zich beroepen op wettelijke bepalingen en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde echter dat, ongeacht de wettelijke bepalingen, als een contractueel beding als oneerlijk wordt beoordeeld, dit beding vernietigd moet worden en de vordering op dat onderdeel moet worden afgewezen.
De kantonrechter bevestigde zijn eerdere oordeel uit het tussenvonnis en vernietigde de artikelen 13.1 en 13.2 van de Algemene Huurvoorwaarden voor zover deze betrekking hebben op rente en incassokosten. Dit leidde tot de afwijzing van de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Voor de overige onderdelen van de vordering bleef de kantonrechter bij zijn eerdere beslissing. Het vonnis werd uitgesproken door mr. M.P.E. Oomens in aanwezigheid van de griffier.